Een review van een Naim-combinatie, die misschien niet zo voor de hand ligt
De aanleiding voor deze recensie is een verzoek van een klant van Lexicom MultiMedia. Het schijnt, dat op internet een verhaal is opgedoken over de combinatie Naim DAC-V1 & NAP 250. Een combinatie, die op het eerste gezicht niet voor de hand ligt. Normaal gesproken (maar wat is tegenwoordig nog “normaal”?) zou de combinatie van NAC 202 voorversterker en NAP 200 of NAP 250 eindversterker meer voor de hand liggen. Aan de andere kant is de onverwachte combinatie met de DAC-V1 wel te begrijpen, want wie geen behoefte heeft aan analoge aansluitingen, heeft weinig aan de volledig analoge NAC 202. Alleen “hardcore” puristen zullen de voorkeur geven aan een aparte voorversterker en een aparte DAC. Ik ga de DAC-V1 met de NAP 200 / NAP 250 aan de tand voelen om te beoordelen, wat deze combinatie te bieden heeft.
Gebruikte apparatuur
Naim DAC-V1 DAC/voorversterker/hoofdtelefoonversterker, Naim NAP 200 en NAP 250 eindversterkers, Naim NDX netwerkspeler, B&W 802 Diamond en 803 Diamond luidsprekers, Chord Sarum luidsprekerkabels, Chord Signature Digital Tuned Aray digitale interlink (tussen NDX en DAC-V1), Chord Indigo Ethernet Tuned Aray (aan de NDX), 4 stuks Chord PowerChord netsnoeren, een X-ECT PD-8 stekkerblok en tenslotte mijn ASUS R500V laptop (Windows 8.1) met JRiver Media Center 19 audio-software, die met een Vertere Acoustics USB-kabel aan de DAC-V1 wordt gekoppeld.
De interlink van de NAP 250 heeft aan de versterkerzijde een afwijkende driepolige (gebalanceerde?) kunststof connector en Lexicom MultiMedia had geen “betere” interlink met zo’n connector in voorraad. Daarom heb ik de Naim NAP 200 en NAP 250 met hun eigen Naim DIN-interlinks op de DAC-V1 aangesloten. Wel zo eerlijk, toch?
Beschrijving
Klik voor recensies van een aantal gebruikte apparaten/kabels op de volgende links: Naim DAC V1 deel 1, 2 en 3, Naim NDX, B&W 802 Diamond en 803 Diamond, Chord Signature Digital Tuned Aray, Chord PowerChord, X-ECT PD-8 stekkerblok. Voor de overige productinformatie klikt u op de links hierboven, bij “Gebruikte apparatuur“.
De Naim DAC-V1 kan, net als diverse andere DAC’s, worden gebruikt als voorversterker. Er is echter een belangrijk verschil tussen de DAC-V1 en andere DAC’s! De meeste DAC’s-met-voorversterker zijn voorzien van een volumeregeling in het digitale domein, die in combinatie met de (analoge) uitgangstrap een soort voorversterkerfunctie kan vervullen. Eerlijk gezegd vind ik een dergelijke DAC niet zo geschikt om als voorversterker te fungeren. Uit eigen ervaring weet ik, dat de weergavekwaliteiten in vergelijking met een “echte” (voor)versterker niet overtuigend zijn. Wanneer ze “gewoon” als DAC worden gebruikt, komen ze klankmatig beter tot hun recht.
De DAC-V1 is echter voorzien van een echte Klasse A voorversterker-sectie met een volumeregeling, die in het analoge domein werkt en die “alleen maar” digitaal wordt gecontroleerd. Die analoge volumeregeling heeft geen invloed op de kwaliteit van het muzieksignaal! Het risico van bit-reductie wordt voorkomen en er treedt dus geen verlaging van de resolutie op. Bij een aantal concurrenten heeft dat verschijnsel wel degelijk invloed op de weergavekwaliteit, ook al beweren ze van niet. Naim heeft serieus werk gemaakt van de Klasse A voorversterker-sectie en daarom is de DAC-V1 wèl goed bruikbaar als voorversterker. Dat maakt de combinatie met een eindversterker aantrekkelijk.
Volgens Naim is de NAP 100 de “natuurlijke partner” voor de DAC-V1. Beide componenten zijn in een “half size”-behuizing ondergebracht, die ook wordt gebruikt voor bijvoorbeeld de UnitiQute en de UnitiServe. De combinatie van DAC-V1, NAP 100 en UnitiServe levert een compacte, maar klankmatig zeer volwassen audioset op. Een soort High End in schoenendoosformaat Die logica begrijp ik wel. Maar waarom zou de DAC-V1 niet met een zwaardere eindversterker kunnen worden gecombineerd? Het lijkt me een leuk experiment.
De NAP 200 en NAP 250 zijn qua uiterlijk niet van elkaar te onderscheiden (afgezien van de achterzijde). Ook het verschil in vermogen is niet schokkend: 2x70W tegen 2x80W. Het prijsverschil is echter op z’n minst heftig te noemen. Dus moet er meer aan de hand zijn.
Om te beginnen is de 250 qua opbouw veel nauwer verwant aan het topmodel, de 500. De 250 gebruikt dezelfde NA007 vermogenstransistoren en daar hangt een prijskaartje aan. Een ander verschil zit in de voeding. De 250 heeft een grotere trafo dan de 200 (logisch), maar ook de condensatoren zijn totaal verschillend.
Naspeuringen op internet leverden plaatjes op, waarop te zien is dat in de 200 vijf condensatoren van respectabele afmetingen op de print aanwezig zijn, maar dat in de 250 twee enorme joekels met een speciale beugel naast de trafo zijn bevestigd. Dat duidt er op, dat de 250 véél meer stroom kan leveren en dat blijkt ook uit de gegevens, die op de website van Naim staan: een transient-capaciteit van 400 VA tegen 300 VA voor de 200! Dat is 25% meer, hetgeen garant staat voor een heleboel meer “ademruimte”.
Daar moeten we het verder mee doen, want Naim is helaas nooit erg scheutig met technische informatie. Jammer!
Tenslotte: waarom de B&W 802 Diamond en 803 Diamond? Ja hoor eens, wanneer ik dikke eindversterkers ga testen, mag ik toch ook dikke luidsprekers gebruiken? Recenseren moet niet alleen nuttig zijn, maar ook leuk (vind ik).
Luisteren
1) DAC-V1 en NAP 200
Om te beginnen luister ik naar de DAC-V1, NAP 200 en 802 Diamond. Andrea Bocelli zingt Con Te Partirò en ik begin direct te begrijpen, waarom de DAC-V1 een leuke combinatie vormt met de NAP 200. In een grote woonkamer en/of aan grote luidsprekers zou een NAP 100 toch wat kracht tekort komen. De stem van Andrea wordt vol, melodieus en detailrijk weergegeven; het is hoorbaar dat hij vóór het orkest staat te zingen. De 802 Diamond gedraagt zich ondanks zijn flinke afmetingen als een monitor: het stereobeeld is breed, diep en goed gedefinieerd.
Door naar Alison Krauss en Union Station met New Favorite. De baslijn, die als een hartslag onder het nummer doorloopt, is ritmisch en fraai. De stem van Alison Krauss streelt mijn trommelvliezen en wordt met alle nuanceringen en klankkleur-schakeringen gepresenteerd. Heerlijk! De muziek vloeit uit de luidsprekers en ondanks dat ik dit nummer kan dromen, boeit het me enorm. De speelgeluiden van de snaarinstrumenten worden subtiel in de weergave opgenomen. Zeer gedetailleerd, maar nooit opdringerig of overheersend.
Op mijn laptop staat ook Clannad met Theme From Harry’s Game. Een ouwetje, maar nog steeds mysterieus mooi. De Ierse klanken omringen mij en de ijle sfeer betovert me. De stemmen vloeien mooi in elkaar over, de instrumenten sluiten er naadloos op aan en zo ontstaat een prachtig geheel. De DAC-V1, NAP 200 en 802 Diamond zetten een subliem plaatje neer. Ik krijg ineens trek in whisky…
Wanneer ik de 802 Diamond vervang door de 803 Diamond, verandert de weergave op slag. Het monitor-achtige is weg en er staat nu een forse luidspreker te spelen. De bas is dieper en voller. Instrumenten klinken iets zwaarder en het accent wordt meer op de kast van de instrumenten gelegd. Ook stemmen klinken ineens anders.
Andrea Bocelli staat nu verder vóór het orkest, waardoor zijn stem nòg transparanter wordt en meer emotie lijkt over te brengen. Het orkest klinkt iets warmer, voller, maar is nog steeds uitstekende gedefinieerd. Qua detailweergave ga ik er niet op achteruit. De musici lijken een fractie dichter bij elkaar te zitten, maar dat is alleen in een rechtstreekse 802/803-vergelijking hoorbaar.
Clannad heeft niet meer dat ijle, maar klinkt iets warmer, af en toe zelfs een beetje rokerig. Echt iets voor een sigarenliefhebber als ik. De stemmen zijn uitstekend gedefinieerd en de sfeer is anders, maar beslist niet minder! De muziek is een nuance intiemer, waardoor het nummer een iets andere lading krijgt. Maar het is nog steeds overduidelijk Iers en er gaat niets verloren van de fraaie zang.
De baslijn in New Favorite wordt iets zwaarder aangezet en krijgt daardoor een grotere rol in het nummer. Wie denkt, dat het nummer daardoor ineens verandert in een “up-tempo”-nummer, vergist zich. Het blijft een ballad. De snaargeluiden en de kastgeluiden van de instrumenten zijn iets prominenter aanwezig, maar de stem van Alison is nog steeds even gevoelig. Iets donkerder misschien, maar dat is alles.
2) DAC-V1 en NAP 250
Zo, dan komt nu het zwaardere geschut aan de beurt: de NAP 250. Eerst aan de 802 Diamond. Mijn ogen worden groot van verbazing. Het verschil tussen de NAP 200 en 250 is inderdaad veel groter dan “alleen maar” 10 Watt per kanaal extra. De 250 heeft meer van alles: meer kracht, meer stroom, meer grip op de woofers. De 802 Diamond heeft duidelijk behoefte aan een zwaardere versterker, want de luidspreker toont ineens een andere gedaante. Het monitor-achtige is gebleven, maar nu in combinatie met een krachtige, volle, rijke en goed gedefinieerde bas.
Ik draai opnieuw Alison Krauss en de baslijn is nu echt fenomenaal mooi. Er zit meer druk achter. Maar ook de andere aspecten van het nummer profiteren duidelijk van de extra kracht. Het nummer komt duidelijk steviger over, met meer “drive”, hoewel het uiteraard nog steeds een ballad blijft. De stem van Alison is kristalhelder en heeft heel soms een klein beetje last van scherpe “s”-klanken. Niet hinderlijk, maar nèt hoorbaar.
Om de verschillen nòg duidelijker naar voren te halen, draai ik een stuk Mozart, gespeeld door het Dena Piano Duo. Een bestand met een hoge resolutie: 24bit/192kHz. De concertvleugels worden bijzonder transparant, levendig en geloofwaardig neergezet. Het spel van het duo wordt bijzonder doortekend en gedetailleerd weergegeven, waardoor bijvoorbeeld verschillen in aanslagsterkte duidelijk hoorbaar zijn. Met de NAP 250 komt deze muziek op een andere manier uit de 802 Diamonds dan met de NAP 200. Meer “drive”, meer diepte, completer. De monitor-eigenschappen van de 802 Diamond zorgen voor een exacte plaatsing en een hoge mate van “echtheid”.
Omdat de 802 Diamonds er door de NAP 250 een extra dimensie bij hebben gekregen, draai ik een andere “gouwe ouwe”: Private Investigations van Dire Straits. Ook dit nummer komt met een overtuigende zelfverzekerdheid uit de 802 Diamonds. De plaatsing is schitterend: de gitaar mooi voorin, de piano meer naar achteren, de stem van Mark Knopfler op de juiste hoogte, enzovoort. Het dreigende intro komt prachtig naar me toe rollen, tot de gitaar het doorbreekt en de eigenlijke melodielijn start. Heel ruimtelijk, melodieus, gedetailleerd tot in de tips van de drumsticks die op de bekkens tikken. De wegstervende voetstappen kunnen bijna worden uitgetekend. Super! En dan dat laatste, instrumentale gedeelte: WAUW! De herhalende bastoon, de gitaar, de diepe, doffe klappen op de drums, de zweepslag-achtige attack van de elektrische gitaar, het is er allemaal op een ongekend mooie manier. Met zulke top-apparatuur komt de muziek echt op een ongelooflijke manier tot leven!
Dezelfde tracks speel ik nu via de 803 Diamond. En ook nu blijkt, dat de 803 Diamond een duidelijk eigen karakter heeft, ondanks het feit dat hij veel onderdelen gemeen heeft met de 802 Diamond. De extra kracht van de NAP 250 is goed merkbaar en geeft de 803 Diamond een nòg voller en rijker geluid dan hij aan de NAP 200 al had. De 803 Diamond legt meer nadruk op het laag en heeft een warmere klank dan de monitor-achtige 802 Diamond, hetgeen door de NAP 250 extra wordt benadrukt. In een enkel geval leidt dit zelfs tot een iets te zwaar aangezette bas, waardoor de klankbalans iets donkerder wordt. U zult zelf moeten bepalen of dat uw smaak is.
De Mozart-track, gespeeld door het Dena Piano Duo, wordt vol en stevig neergezet. Een duidelijk basfundament ondersteunt de weergave. De concertvleugels lijken groter, zwaarder en daardoor iets minder transparant. Maar de weergave wint aan kracht en trekt onmiskenbaar de aandacht. De muziek heeft een soort extra “drive” gekregen die boeiend is om naar te luisteren. Even de krant lezen is er niet bij. De 803 Diamond eist: “Luister naar de muziek!”
Alison Krauss en Union Station hebben eveneens aan kracht gewonnen. De instrumentale begeleiding is nadrukkelijker aanwezig en dit zorgt voor een andere sfeer. Heel mooi is het decay (het wegsterven van de tonen) en het doorklinken van de akkoorden. De stem van Alison is iets warmer, zwoeler en voller. Misschien is het niet helemaal neutraal, maar het is wèl lekker! De soms wat scherpe “s”-klanken, die bij de 802 Diamond opvielen, zijn nu nauwelijks aanwezig. Alleen de baslijn, die door het hele nummer loopt, is af en toe te zwaar en leidt in een enkel geval zelfs tot dreun-neigingen. Omdat ik dit nummer heel goed ken, weet ik dat de bas behoorlijk fors opgenomen is. Bij andere tracks heb ik geen last van dreun-neigingen, dus het ligt overduidelijk aan deze track.
Private Investigations klinkt echt ontzettend lekker. Het stereobeeld is iets minder diep, maar wel prima uitgebalanceerd. De detailweergave doet bijna niet onder voor de 802 Diamond. Mark Knopflers karakteristieke stem (grintmolen) is lekker vol en goed verstaanbaar. Met name in het laatste (instrumentale) gedeelte van het nummer valt op, hoe lekker afgrond-diep de klappen op de drums zijn en hoe de basgitaar de polsslag van dit gedeelte is. De attack van de gitaar is prachtig en de akkoorden klinken lekker lang door. Ik zit echt enorm te genieten van deze track.
3) Is de DAC-V1 een goede voorversterker?
Ja. Onverwacht goed zelfs. Ik heb de DAC-V1 eerder beluisterd als voorversterker aan de “kleine” NAP 100, maar ook aan deze “zware jongens” laat hij geen steken vallen. Oorspronkelijk leek de combinatie DAC-V1 & NAP 200/250 enigszins vreemd, maar deze luistertest heeft aangetoond dat het werkt. De Klasse A voorversterkersectie van de DAC-V1 maakt waar, wat Naim belooft. Tijdens het luisteren heb ik geen enkel moment het gevoel gehad, dat de DAC-V1 de zwakke schakel in de keten was en dat betekent, dat hij onopvallend aanwezig was en geen nadelige invloed op de weergave had. Gezien het feit, dat de DAC-V1 qua prijs in een totaal andere lijn thuishoort dan de NAP200/250, is dat een knappe prestatie.
Natuurlijk kan het altijd beter. Dat weet ik ook wel. Wie voor een NAC 202 (of 282) voorversterker en een “grote” DAC kiest, zal horen dat de weergave een duidelijke stap omhoog maakt op de ladder naar het Audio-nirwana. Laat daar geen misverstand over bestaan. Maar… daar hangt een totaal ander prijskaartje aan. En de “grote” DAC heeft geen USB-aansluiting. Eigenlijk is dat heel jammer, want dat zou hem een stuk flexibeler maken. Voor de doorgewinterde puristische High End audiofiel maakt dat niet uit, want die koppelt geen laptop aan z’n kostbare audioset. Nee, zo iemand pakt minimaal een ND5 XS of NDX netwerkspeler (en dan heeft-ie de grote DAC niet nodig!).
4) DAC-V1, NAP 250, 802 Diamond en… NDX
Ik breng mezelf in de vorige alinea op een idee! Er staat namelijk ook een NDX netwerkspeler bij deze set, dus waarom probeer ik die niet even? NAP250, NDX en 802 Diamond passen prima bij elkaar, alleen de DAC-V1 lijkt niet helemaal op z’n plaats. Maar de DAC-V1 presteert verrassend goed en laat zich niet afbluffen.
Mijn laptop is voorzien van JRiver Media Center 19 software, die alle Windows-elementen, de interne geluidskaart en andere hinderlijke narigheid uitschakelt en het signaal aan de USB-poort afgeeft. Ook speelt hij niet rechtstreeks van de harddisk, maar via een buffer. Mede daarom heb ik het interne geheugen vergroot tot 8GB, zodat er ruimte genoeg is. Waarom dit verhaal? Om aan te tonen, dat ik er alles aan gedaan heb om tot een zo goed mogelijke weergave te komen. Het resultaat is alleszins het beluisteren waard. Dat wil zeggen…, totdat de NDX begint te spelen. Dan hoor ik het verschil, want de NDX laat er geen misverstand over bestaan wie hier de dienst uitmaakt.
Ik noteer: vloeiender, natuurlijker, muzikaler en realistischer. Het stereobeeld is naar alle kanten gegroeid en wint ook aan definitie. Ik weet dat de vergelijking mank gaat, maar je zou kunnen zeggen dat de laptop minstens 24bit/96kHz moet spelen om in de buurt te komen van de NDX die 16bit/44,1kHz speelt.
De weergave via de laptop is niet ineens dramatisch slecht, maar de NDX geeft nèt die “finishing touch” die het verschil maakt tussen enerzijds zeer goed weergegeven digitale bestanden en anderzijds digitale bestanden die bijna zo vloeiend, organisch en natuurlijk klinken als analoog. Baas boven baas.
Conclusie
Generaliserend gezegd: de NAP 250 heeft meer kracht, levert meer stroom en zorgt voor een strakkere bas dan de NAP 200. Maar daar lever je ook iets voor in: finesse. De NAP 250 is de versterker met “ballen”; de weergave van de NAP 200 heeft meer aandacht voor de subtiele verfijning. Dit is erg zwart/wit gesteld, in de hoop de verschillen duidelijk te maken.
De 802 Diamond heeft het erg naar z’n zin met de NAP 250, omdat de extra kracht, de extra stroom en de betere grip op de woofers er voor zorgt, dat de 802 Diamond zijn grootse capaciteiten ten volle kan tonen.
De 803 Diamond werkt beter samen met de NAP 200, omdat hij van nature al een steviger bas heeft. De NAP 250 is dan soms nèt iets teveel van het goede.
Maar welke combinatie u ook kiest, de DAC-V1 kan ze allemaal aan. Het “kleintje Naim” heeft verbazend veel moois onder de motorkap en mag dus nooit worden onderschat. Een verbazend pittig ukkie!
En dan nog even een dagdroom van mij: bi-ampen met de 802 Diamond. De NAP 250 voor het laag en de NAP 200 voor het midden en hoog. Een prijzige droom, maar wel een heel erg mooie…