Twee Britse topmerken vergeleken: Linn tegen Naim. Een duel op hoog niveau
Er zijn recensie-opdrachten in soorten en maten. Soms heb ik geen idee, wat ik kan verwachten. Andere keren heb ik een vermoeden, dat het wel eens een leuke opdracht zou kunnen zijn. Maar er zijn ook opdrachten waarvan ik bij voorbaat weet, dat ze garant staan voor hoogwaardig muziekgenot. Deze opdracht is er zo een. Het hoofdgerecht: een fraaie Linn Akurate-set en een luxe Naim-set. Als bijgerecht krijg de beschikking over een stel uitstekende luidsprekers: de B&W 804 Diamond. Garneer deze opstelling met een verzameling fantastische kabels van The Chord Company en serveer het geheel met een selectie mooie muziek. Dat wordt gegarandeerd genieten!
Gebruikte apparatuur
A) Linn Akurate
Het hart van de Linn-set wordt gevormd door de Akurate DSM. Dit is een drie-in-één-apparaat: een netwerkspeler met veel mogelijkheden, een High Resolution DAC (t/m 24bit/192kHz) en een volwassen voorversterker met een groot aantal digitale en analoge aansluitingen.
De opbouw van deze muziekmachine is bijzonder fraai. De stroomverzorging komt voor rekening van de efficiënte Linn Dynamik SMPS (Switch Mode Power Supply), de beste schakelende voeding die ik ooit in een audiocomponent ben tegengekomen. De netwerkspeler lust alle gangbare formaten en alle resoluties (t/m 24bit/192kHz), behalve DSD; daarnaast staan uiteraard ook internet-radio en internet-muziekdiensten op het menu. De DAC maakt gebruik van een Wolfson-chip en door Linn zelf gemaakte digitale filters en upsampling-software.
De voorversterker is heel bijzonder. Naast diverse analoge aansluitingen (waarvan er één zelfs voor een draaitafel kan worden gebruikt!) beschikt hij over een aantal digitale aansluitingen en zelfs over HDMI-aansluitingen, zodat de Akurate DSM echt het centrum van een complete AV-installatie kan zijn. Alleen jammer, dat de Linn geen USB-aansluiting op het front heeft (zoals de Naim NDX).
Voor alle duidelijkheid: de Akurate DSM is geen “DAC-met-digitale-volumeregeling” zoals we die tegenwoordig steeds vaker tegenkomen, maar een echte, volwaardige voorversterker!
Tenslotte mag niet onvermeld blijven, dat de Akurate DSM ook geschikt is voor het nieuwste systeem van Linn, dat “Linn Exakt Link” heet. De Akurate DSM kan via RJ45-aansluitingen een digitaal signaal naar (Linn)-luidsprekers sturen, waarna het in de luidsprekers wordt omgezet naar analoog. Volgens Linn ontstaat op die manier minder verlies. Maar u hebt er wel speciale Linn-luidsprekers voor nodig…
De Linn-set wordt afgemaakt met een Akurate 2200 stereo eindversterker. Uiteraard is deze krachtpatser ook voorzien van de Dynamik SMPS voeding; de versterkerschakeling zelf heet Chakra. Deze versterkermodule is door Linn zelf ontwikkeld en bestaat uit een chip, waarin de eigenlijke versterkerschakeling huist. Een aantal bipolaire transistors zorgt voor het vermogen, dat nodig is om een luidspreker aan te sturen. Op die manier levert de Akurate 2200 via zeer korte signaalwegen een vermogen van 2×110 Watt aan 8 Ohm.
Eventueel is de Akurate 2200 uit te breiden met de Linn Aktiv crossover-cards. Door deze extra printplaatjes ontstaat eigenlijk een versterker die in segmenten wordt opgedeeld, zodat de Linn luidspreker per driver het juiste signaal krijgt aangeleverd. Dat geeft een heel mooi resultaat, maar het nadeel is dat u meerdere luidsprekerkabels per luidspreker nodig hebt en dat u alleen Linn-luidsprekers kunt gebruiken.
B) Naim
De Naim-set is opgebouwd uit een NAC 202 voorversterker, een HiCap DR voeding, een NAP 200 eindversterker, een NDX netwerkspeler en Snaic DIN-kabels tussen NAC 202, HiCap DR en NAP 200. Een set die voor mij qua klank weinig of geen geheimen meer kent, omdat ik deze apparaten al vaak heb beluisterd.
De NAC 202 is een puur analoge lijnvoorversterker, die op de kenmerkende Naim-manier is opgebouwd. Dat betekent onder meer: resonantie-arme printplaten met ster-aarding, een anti-magnetische en resonantie-dempende behuizing, een microprocessor die alle processen in de voorversterker (inclusief de voeding) in de gaten houdt, maar tijdens de muziekweergave in slaapstand gaat om geen stoorsignalen te veroorzaken, een hoogwaardige, gemotoriseerde volumeregelaar, enzovoort. De NAC 202 heeft 6 ingangen, waarvan 2 met RCA-aansluitingen.
De puike prestaties van de NAC 202 worden naar nog grotere hoogten getild door toevoeging van de HiCap DR voeding, die naast de door Naim zelf ontwikkelde Discrete Regulators uiteraard over een dikke trafo beschikt, alsmede een uitgekiende bedrading en alle Naim-specifieke resonantie-dempende maatregelen.
De NAP 200 is een stereo eindversterker die eveneens is opgebouwd met alle kenmerkende Naim-voorzieningen. Daar hoort uiteraard ook een lekker vette voeding bij, want Naim staat op het standpunt, dat een ruim bemeten voeding de basis vormt van een goede versterker. Daarom is het feit, dat de NAP 200 “slechts” 2×70 Watt aan 8 Ohm levert, niet eens zo interessant. Want doordat de NAP 200 veel stroom kan leveren, kan hij de meest uiteenlopende luidsprekers met gemak aansturen.
En dan komen we bij de NDX. Een uitermate muzikaal klinkende netwerkspeler die door mij zeer wordt gewaardeerd en die ik in diverse recensies al lovend heb beschreven. Ook de NDX kan alle gangbare formaten en resoluties verwerken (t/m 24bit/192kHz), maar geen DSD. Een groot voordeel is, dat de NDX digitale ingangen heeft, zodat ook andere bronnen via de NDX hun muzieksignalen aan de NAC 202 kunnen doorgeven. Dat scheelt een extra DAC; een handige optie! Net als de USB-aansluiting op het front, waardoor een USB-stick met muziek makkelijk even ingeplugd kan worden. De Linn heeft dat helaas niet, zoals ik al opmerkte.
C) Bekabeling
De nieuwe Chord Signature Reference luidsprekerkabel, de Chord Signature Tuned Aray analoge interlink en de Chord Indigo Tuned Aray Ethernet-kabel vormen een mooie combinatie, die goed harmonieert met beide sets. Dat is belangrijker dan het lijkt, want het klankbeeld kan behoorlijk worden verstoord door bekabeling die een karakter heeft dat niet bij de set past. Het open, transparante, muzikale en aangename karakter van de Chord bekabelling past prima bij de apparaten van Linn, Naim en B&W.
Om alle apparaten dezelfde kwaliteit stroomvoorziening te bieden, gebruik ik een MusicLine PowerIgel, zodat alle apparaten tegelijkertijd aangesloten kunnen blijven. Dat scheelt opwarmen, opladen (condensatoren) en dus tijd. De PowerIgel is door MusicLine oorspronkelijk ontwikkeld als een upgrade in de stroomvoorziening van Naim-apparaten, maar in de praktijk is gebleken dat de PowerIgel volkomen neutraal is en dus ook makkelijk apparaten van andere merken van stroom kan voorzien, zonder de klank te beïnvloeden.
Luisteren
Voor het gemak zal ik de Linn Akurate-set aanduiden met “Linn” en de Naim-set met “Naim”. Ik begin met het Brandenburgse Concert nr. 1 van J.S. Bach, gespeeld door de Academy of Ancient Music. De Naim-set speelt deze fraaie muziek zoals ik het gewend ben: muzikaal en vloeiend. Elk instrument is te herkennen aan zijn karakteristieke klank; muzikale lijnen zijn moeiteloos te volgen. De detailweergave is uitstekend: niet overdreven, zodat de muziek uiteenvalt in een verzameling details, maar als onderdeel van de totale muziekweergave. In het riante, brede stereobeeld zijn alle instrumenten op de juiste plaats en in de juiste proportie aanwezig. De instrumenten hebben de juiste mate aan body (klankkast), waardoor een natuurlijk beeld van het orkest ontstaat. Kortom: lekker.
De Linn-set geeft de weergave een ander karakter. Denk nu niet meteen dat de Linn-set de muziek minder mooi weergeeft, want dat is niet zo. Anders is niet automatisch slechter. Het is een kwestie van accenten. Waar Naim iets meer naar het bourgondische neigt, houdt Linn meer van het enigszins analytische. Het stereobeeld is scherper gedefinieerd, het klavecimbel danst iets minder en de instrumenten hebben een minder duidelijk aanwezige klankkast dan bij Naim. De vioolsolo is absoluut schitterend en wint ten opzichte van Naim zelfs iets aan zeggingskracht. De plaatsing van de orkestleden is nòg duidelijker dan bij Naim en het muzikale plaatje klopt van links naar rechts en van voor naar achter. De detailweergave is een fractie sterker aangezet dan bij Naim, maar het totale klankbeeld blijft in proportie. In een directe A/B-vergelijking lijkt het alsof Linn iets lichter klinkt dan Naim, maar na vijf minuten luisteren vergeet ik dat en geniet ik van de muzikale weergave.
Na de kamermuziek volgt het laatste deel van Symfonie no. 3 (“Orgelsymfonie”) van C. Saint-Saëns, gespeeld door het Orchestre Symphonique de Montréal onder leiding van Charles Dutoit; de orgelpartij wordt gespeeld door Peter Hurford. Ik kies voor dit laatste deel, omdat er veel wisselingen in zitten tussen orkest en solo-instrumenten, veel transiënten, een rijke dynamiek en een forse orgelpartij die het nodige vraagt van de basweergave en de voeding.
Linn geeft de strijkers af en toe iets ijls, iets kwetsbaars en dat zorgt voor een heel apart accent. Het orgel is dominant waar dat moet en legt een prachtig basfundament onder de muziek. Diepe, lang aangehouden pedaaltonen klinken door de luisterruimte. De hobo- en klarinet-solopassages hebben exact het juiste timbre en klinken heerlijk subtiel. Bij voluit spelend orkest valt op, dat de violen licht de neiging hebben om als één massa te klinken in plaats van als losse instrumenten. Gelukkig komt dit niet vaak voor. De koperblazers en de pauken klinken melodieus en vol. Deze set maakt indruk op mij door de uitstekende weergave. Rijk de Gooijer zou zeggen: “Goed gedaan, jochie”.
Naim benadert het stuk op een andere manier. Vol en rijk, met een weelde aan prachtige klanken. Het orgel heeft meer impact, de vleugel krijgt een duidelijker plaats in het geheel, de violen laten meer klanknuances en meer “kast” horen. De koperblazers klinken ronduit indrukwekkend en lekker “bronzig” (is dat een woord?). Net als Linn zorgt ook Naim voor een uitstekende detailweergave, met de eerder genoemde accentverschillen. De totale balans is natuurlijk en mooi. Naim besteedt altijd extreem veel aandacht aan de voeding en mijns inziens is dat hier goed te horen. Het orgel gromt dieper; de lage tonen van orgel en orkest komen door de luisterruimte naar me toe rollen. De dynamiek is nèt even indrukwekkender, de klappen op de pauken nèt even heftiger. Niet dat het ene beter is dan het andere, maar het is een verschil in persoonlijke smaak.
Geen klassieke muziek, maar wèl een klassieker, is Hotel California van The Eagles. Ik kies voor de live-uitvoering van het album Hell Freezes Over. Naim verwent mijn oren met een gedetailleerde weergave, waarbij het applaus echt bestaat uit een zaal vol klappende mensen. Dat lijkt logisch, maar ik heb applaus vaak genoeg horen veranderen in een soort branding aan het strand. Het gitaarspel (akoestische gitaren) is echt, inclusief de tokkelgeluiden. De klappen op de drums klinken diep, waarbij ik het vel hoor na-trillen. En ook de weergave van de stemmen is zó goed, dat ik al snel ontspannen zit te luisteren en bijna vergeet aantekeningen te maken. Deze weergave komt heel dicht bij het live-gevoel! Dit nummer is al jaaaaren één van mijn favorieten en Naim maakt het alleen maar erger…
Linn laat mij het nummer vanuit een ander perspectief horen en dat vind ik heel boeiend. Het akoestische gitaarspel klinkt iets lichter, maar daardoor krijgt het een soort aparte twinkeling, die heel leuk is. De grote klappen op de drums zijn goed gedefinieerd, waarbij de attack iets feller is dan bij Naim, maar het natrillen juist weer korter. De stemmen zijn een fractie lichter, maar zeer melodieus, genuanceerd en verstaanbaar. Nogmaals: het zijn accentverschillen, die de verschillen in karakter weergeven. Beide sets laten mij intens genieten van deze mooie live-uitvoering van Hotel California, maar elk op hun eigen manier.
Conclusie
Welke set is de beste? Wie wint de test? Wie is nummer één? Onzin! De set die het best voldoet aan uw wensen en verwachtingen, is de beste set. En als u één van deze twee sets koopt, wint u. Want dan haalt u een audioset in huis, die u dag in, dag uit zal trakteren op hoogstaand muziekgenot. En daar gaat het uiteindelijk om. Vergis u niet, dit zijn twee volbloed High End audiosets uit een prijsklasse, die ehhh… “ietsiepietsie” boven de budget-klasse ligt. En dat is duidelijk hoorbaar. Beide sets leveren een verfijnde, complete, realistische en boeiende muziekweergave. Beide sets zijn ontworpen en gebouwd door gerenommeerde topmerken in audioland: Linn en Naim.
In deze vergelijkende luistertest gaat het er niet om, één merk jubelend op te hemelen en een ander merk “tot op z’n veters af te branden”(zoals Youp van ‘t Hek dat noemt). Het gaat er om, u een indruk te geven van de verschillen in weergavekarakter. Beide merken hebben een duidelijke eigen visie op het ontwerpen van High End audio-apparatuur. En die visie wordt weerspiegeld door de manier, waarop muziek wordt weergegeven. Op dit niveau gaat het niet meer om zwart/wit, slecht/goed, belabberd/fantastisch. Het gaat om karakter. En u mag kiezen, welk karakter het best bij u past.
Linn en Naim bieden beide een zeer gedetailleerde, genuanceerde en muzikale weergave. Linn is de meer analytisch aangelegde van de twee, die een uitermate transparant, helder en doortekend klankbeeld neerzet, met een gestoken scherp stereobeeld. In een directe vergelijking met Naim kan Linn soms wat “lichter” klinken, maar hinderlijk wordt dat nooit. Bovendien is het, zoals gezegd, een kwestie van persoonlijke smaak.
Naim is meer bourgondisch aangelegd en schildert een royaal klankbeeld met veel rijke kleuren. Instrumenten hebben een klankkast die duidelijker aanwezig is, de dynamiek lijkt groter en er zit meer kracht achter de diepste bassen. In vergelijking met Linn is het stereobeeld soms iets minder scherp afgebakend, zonder dat alles nu meteen door elkaar loopt. Wanneer ik de Linn “meer analytisch aangelegd” noem, zou ik Naim “meer geneigd naar de warme kant” kunnen noemen.
Een Naim-fan zal meestal geen Linn kopen en een Linn-fan zal niet snel naar Naim grijpen. Beide merken hebben hun eigen schare fans en dat is niet alleen begrijpelijk, maar ook terecht. Toch zou ik beide groepen willen aanraden om ook eens naar “dat andere merk” te luisteren, want alleen een directe vergelijking geeft een basis waarop een goed geïnformeerde keuze kan worden gemaakt. En dat was het doel van deze luistertest.