Vergelijkende test van twee luidsprekers uit een populaire prijsklasse: de B&W CM8 S2 en de KEF R500

Dezelfde prijsklasse, allebei Britse vloerstaande luidsprekers, maar daarmee houden de overeenkomsten op

Wanneer mij wordt gevraagd: “Wil je de B&W CM8 S2 vergelijken met de KEF R500?” is dat zoiets als: “wil je appels met peren vergelijken?”. Toch ben ik aan de slag gegaan met deze zeer verschillend geconstrueerde luidsprekers. Het gevaar bestaat, dat er dan een recensie verschijnt, die aan geen van beide luidsprekers recht doet. Hopelijk heb ik die valkuil weten te vermijden, maar dat mag u beoordelen. Makkelijk was het niet, want er moest veel werk worden verzet voor mijn vaste tariefje…

Beschrijving
1) Bowers & Wilkins CM8 S2
De “oude” CM8 van B&W was zeer populair, omdat hij prima prestaties koppelde aan een relatief bescheiden prijs. De nieuwe CM8 S2 bouwt voort op dit succes en doet er een behoorlijke schep bovenop. Als eerste valt op, dat hij mooier is afgewerkt. Rond de drivers zijn geen bevestigingen meer zichtbaar dankzij de aluminium afdekranden, waardoor de CM8 S2 er ook zonder grille verzorgd uit ziet. De tweeter zit achter een akoestisch geoptimaliseerde aluminium grille, die bescherming biedt en een beter gespreide hoogweergave bevordert.

BowersWilkins-Rosenut-CM8_500Met die tweeter heb ik meteen één van de vernieuwingen beet. De Decoupled Double Dome tweeter bestaat uit een dun aluminium membraan, dat is versterkt met een aluminium ring. Zo ontstaat een tweelaags constructie, die een hoge mate van stijfheid combineert met een laag gewicht. De tweeter wordt door een resonantie-dempende gel-ring ontkoppeld van de kast.
Voor het middengebied wordt de nieuwste versie van de bekende gele Kevlar FST (Fixed Suspension Transducer) ingezet. Deze middentoner is zonder rolrand in het chassis gemonteerd (Fixed Suspension), wat de exactheid van de weergave moet bevorderen. Opvallend is de nieuwe anti-resonantie faseplug, die ook in de woofers te zien is en die bedoeld is om de lineariteit te verbeteren (= minder kleuring). Net als de tweeter is ook de FST in de CM8 S2 door een gel-ring van de behuizing ontkoppeld.

De twee woofers die het laag verzorgen, zijn voorzien van papieren conussen, die zijn verstevigd met Kevlar. Langere spreekspoelen en grotere magneten moeten in combinatie met de genoemde anti-resonantie fasepluggen bijdragen aan een verbeterde basweergave met een lagere vervorming en een betere lineariteit. Uiteraard is ook de “Flowport” basreflexpoort aanwezig, die voor een diep doorlopend laag zonder poort-bijgeluiden (“zuchten”) moet zorgen.
B&W spreekt over een massieve kastconstructie met inwendige Matrix verstevigingen, waardoor resonanties en weerkaatsingen tot een minimum worden beperkt. Gezien het gewicht van 19,5 kilo per stuk is het woord “massief” hier inderdaad op z’n plaats.

De scheidingsfilters zijn opnieuw ontworpen en voorzien van audiofiele lekkernijen, zoals Mundorf-componenten. Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden, maar B&W is van mening dat optimaal ontworpen drivers kunnen volstaan met zo klein mogelijke scheidingsfilters. Andere fabrikanten vinden juist, dat scheidingsfilters een grotere functie moeten hebben. Ieder z’n smaak. Uit ervaring weet ik, dat verscheidene oplossingen tot een goed resultaat kunnen leiden en dat er in het leven niet zoiets als één fundamentalistische (audio-)waarheid bestaat.

2) KEF R500
Dat er meerdere wegen naar het audio-walhalla kunnen worden gekozen, bewijst KEF. De R500 is niet zo nieuw als de CM8 S2, maar loopt alweer een paar jaartjes mee. Dat maakt hem niet minder modern, want ook de R500 zit vol met in eigen huis ontwikkelde innovatieve technologie. Hij is totaal anders van opzet dan de CM8 S2. Op het eerste gezicht zijn er drie drivers aanwezig, maar in feite zijn het er vier. De middelste driver is de unieke KEF Uni-Q driver, die bestaat uit een middentoner met een tweeter in het hart. Nee, geen dubbelconus-driver, maar echt twee aparte drivers in één chassis. Door de drivers voor het midden en het hoog op één as te zetten, moet het aloude ideaal van een akoestische puntbron worden benaderd. Daarom zijn de woofers ook onder en boven de Uni-Q gemonteerd: het hoog als centrum, het midden rondom het hoog en het laag rondom het midden. Snapt u?

KEF-R500-Wh-2-lexicom-multimediaDe Uni-Q is een bijzondere driver, waar KEF al decennia lang aan sleutelt. Om te beginnen is er de middentoner met een conus van een magnesium/aluminium-legering en een zogeheten Z-flex ophanging, waarmee reflecties op de baffle (het front) moeten worden voorkomen. Deze middentoner heeft een spreekspoel met een extreem grote diameter en een grote magneet, die een groot gat in het midden heeft. Want: in dat midden huist de tweeter! Deze geventileerde tweeter heeft een aluminium membraan en een sterke, maar compacte neodymium magneet. Om te zorgen dat de spreiding van het hoog niet wordt beïnvloed door de conus van de middentoner, heeft de tweeter een “tangerine waveguide” (hoe verzin je zo’n naam?), die de geluidsgolven de juiste kant op stuurt.
De grote spreekspoelen en de ventilatie achter de tweeter verminderen de gevreesde compressieverschijnselen en zorgen tevens voor een grotere dynamiek en een lagere vervorming bij hogere geluidsniveaus.

De conussen van de woofers bestaan uit een opmerkelijke tweelaags constructie: een conus van papiervezels wordt aan de achterzijde “gesteund” door een geperforeerde conus van aluminium. Dit levert een stijve, lichte en dus snel reagerende conus op. Grote aluminium spreekspoelen en forse geventileerde magneten zorgen voor een adequate aandrijving; een basreflexpoort in de achterwand ondersteunt de basweergave.
Inwendig moet een combinatie van verstevigingen en dempingspanelen resonanties reduceren; uitwendig valt op, dat nergens bevestigingsmaterialen te zien zijn (net als bij de CM8 S2). Voor extra stabiliteit zijn aluminium voeten onder de kasten gemonteerd, die aan de zijkanten uitsteken. De spikes zitten in deze aluminium constructie, waardoor ze van bovenaf zijn te verstellen en dat werkt erg prettig.

Heel opmerkelijk is het aansluitpaneel. De vernikkelde biwire-connectoren worden niet met de bekende (waardeloze) blikken brugjes verbonden. Tussen de connectoren zit een draaiknop: aandraaien betekent doorverbinden en dus een “single wire”-aansluiting, losdraaien betekent ontkoppelen en dus een “biwire”-aansluiting. Heel apart.

Gebruikte apparatuur
Op het eerste gezicht een merkwaardige combinatie van apparaten, maar wie verder leest zal begrijpen waarom dat noodzakelijk was. Een opsomming: Naim NAC 202 voorversterker, NAP 200 eindversterker, HiCap DR voeding, NDX netwerkspeler, Snaic DIN-kabels tussen voorversterker, voeding en eindversterker, Rotel RA 1570 geïntegreerde versterker (met DAC), Cambridge Audio Azur Stream Magic 6 V2 netwerkspeler/DAC, Chord Sarum Tuned Aray analoge interlink, Chord Signature Tuned Aray Digital digitale interlink, Chord Signature Reference luidsprekerkabels, AudioQuest Vodka Ethernetkabel, MusicLine PowerIgel stroomverzorging. Genoeg leuk speelgoed, toch?

Luisteren
In eerste instantie begin ik met de Naim-set. Dat lijkt een voor de hand liggende keuze, want de set staat al opgesteld (dat scheelt gesjouw!) en ik weet uit ervaring dat die Naim-set uitstekend klinkt. Door een nuchtere en realistische bril gezien is het natuurlijk onzin, want qua prijsklasse liggen de Naim-set en de CM8 S2 of R500 een flink stuk uit elkaar. Maar het lijkt goed te gaan, want de B&W CM8 S2 vindt het allemaal prima. Hij laat zich van z’n beste kant horen en staat op een hoog niveau muziek te maken. Een breed stereobeeld, een gedetailleerde weergave, natuurlijke klanken en een diepe, strakke bas. Erg prettig om naar te luisteren. Hij kan kennelijk een stootje hebben en raakt niet snel in paniek door een “te zware” set. De KEF daarentegen laat duidelijk horen, dat hij het niet met mijn keuze eens is. De weergave is weliswaar zeer transparant, maar ik hoor een veel te agressieve tweeter, veel te scherpe “s”-klanken en een weergavebeeld dat volledig uit balans is. Tja, eigen schuld. Dat wordt dus toch sjouwen…

Dat is dus de reden voor de tweede set apparatuur. Ik pak een Rotel RA 1570 geïntegreerde versterker, die qua prijsklasse veel beter bij de twee kandidaten past. De Rotel RA 1570 is door mij al eens eerder beluisterd en dat is mij bijzonder goed bevallen. Dus ik zeul de RA 1570 naar de luisterruimte. Natuurlijk is de Naim NDX een fantastische netwerkspeler, maar als we nu toch een andere set gaan opbouwen, moet er ook een netwerkspeler uit de juiste prijsklasse bij. Dus pak ik de nieuwe Cambridge Audio Azur Stream Magic 6 V2, de vernieuwde uitvoering van de Stream Magic 6, die nu (eindelijk) ook 24bit/192kHz accepteert. Ik sluit de Stream Magic 6 V2 digitaal aan op de RA 1570, want de RA 1570 heeft een goede DAC aan boord die gebruik maakt van dezelfde Wolfson DAC-chips als de Cambridge. Nu is alleen de bekabeling naar verhouding aan de prijzige kant, maar dat laat ik zo. Het zal de weergave alleen maar ten goede komen.

De KEF bedankt mij voor het gesjouw met een vele malen betere balans. Het hoog is rustiger en beter in proportie, het klankbeeld is natuurlijker en de totale weergave is duidelijk muzikaler. De B&W zal het allemaal een zorg zijn. Hij blijft zichzelf en staat wederom geheel ontspannen en op hoog niveau muziek te maken. Het valt op, dat de combinatie Rotel/Cambridge lekker klinkt en een goed team vormt. De Stream Magic 6 V2 is in mijn beleving hoorbaar beter dan zijn voorganger; de kwaliteiten van de RA 1570 waren mij al bekend. Beide machines leveren een heleboel “waar voor uw geld”.

Van het album Sultans of Swing van Dire Straits draai ik Private Investigation. Een overwoestbare gouwe ouwe, die mij nog steeds boeit. De CM8 S2 geeft het gitaarspel in het intro zeer gedetailleerd weer en brengt onmiddellijk de sfeer van het nummer de luisterruimte in. De karakteristieke, gruizige stem van Mark Knopfler wordt levensecht weergegeven en heeft een mooie diepte. Het stereobeeld is breed en diep, de basweergave is mooi strak en de drumklappen in het laatste (instrumentale) deel van het nummer zijn vol, diep, vet en imposant. Ook de keyboards zijn goed uitgewerkt en krijgen de plaats in de weergave die ze verdienen. In het ruimtelijke beeld valt de attack van de elektrische gitaren op: snel, heftig en mooi. Ik blijf van dit nummer houden…
De KEF laat duidelijk horen dat het hier om een oudere opname gaat, want de tweeter trakteert mij op duidelijk hoorbare bandruis. Bij de CM8 S2 was dat ook wel hoorbaar, maar niet zo prominent. De R500 klinkt zeer transparant, maar heeft een minder diepe bas dan de CM8 S2, waardoor in eerste instantie de indruk bestaat dat hij iets te licht klinkt. Dat is niet het geval, want na het hele nummer te hebben beluisterd ben ik absoluut niet ontevreden met de R500. De stemweergave is bijzonder doortekend en fraai; het gitaarspel heeft een iets andere klankbalans dan bij de CM8 S2, maar ik luister er geboeid naar, want de detailweergave is uitstekend en de gitaar krijgt er een dimensie bij door de andere klankbalans. Heel mooi zijn de voetstappen; alsof het vlak voor me gebeurt.

Ook het volgende nummer is een nostalgische favoriet van mij: Charles Aznavour met She. Een bijzonder romantisch nummer, dat nog een extra romantische lading krijgt door het onmiskenbaar Franse accent van Aznavour. De CM8 S2 maakt er een meeslepend warm en lief nummer van, waar een nostalgische “oudere jongere” zoals ik lekker bij kan wegdromen. Het laag is mooi vol en rijk, het midden geeft de warmte van Aznavour’s stem uitstekend weer. Dankzij de nieuwe Decoupled Double Dome tweeter is het hoog meer open dan bij de “oude” CM8 en is de transparantie beter. Dit komt niet alleen de detailweergave ten goede, maar ook de breedte en diepte van het stereobeeld. In vergelijking met de “oude” CM8 heeft de nieuwe S2-versie ook aan neutraliteit gewonnen.
De R500 pakt de zaken heel anders aan. De weergave is helder en zeer transparant, met een uitstekende detailweergave, maar met een minder diepe baskelder dan bij de CM8 S2. De weergave is minder romantisch, maar Aznavour met zijn Franse accent is beter te verstaan en dat is prettig. De stemweergave is anders van timbre, maar niet minder aantrekkelijk. Het is nog steeds de warme stem van Charles, maar met andere accenten, andere nuances. Het stereobeeld is niet zo kamervullend breed als dat van de CM8 S2, maar het is bijzonder exact gedefinieerd. Waar de CM8 S2 Charles vlàk voor het orkest positioneerde, plaatst de R500 hem minimaal anderhalve meter vóór het orkest, wat realistischer is. De R500 doet zijn uiterste best om het aloude vooroordeel, dat alle Britse luidsprekers warm klinken, te doorbreken.

Omdat het lijkt alsof de R500 minder diep de bas-afgrond in duikt als de CM8 S2, draai ik nu een stuk orgelmuziek. Leo van Doeselaar speelt het Präludium und Fuge in E-moll (BWV 548) van J.S. Bach. De R500 klinkt inderdaad iets lichter in de bas, maar om nu te zeggen dat hij te weinig bas heeft, is overdreven. Maar de nadruk ligt toch meer op het midden en hoog. Door de eerder genoemde transparantie zijn alle melodie-lijnen zonder enige moeite te volgen en is elk register te identificeren. Ondanks de lichtere basweergave is de algehele weergavebalans zeker niet slecht, want ik mis eigenlijk niets wezenlijks van de muziek.
Toch zullen de bas-fetisjisten de CM8 S2 prefereren, want door de diepere, vollere en strakkere bas krijgt het orgel een extra dimensie. Met name de diepe tonen van de pedaalregisters komen meer tot leven. Het bredere stereobeeld vult de hele luisterruimte met orgelklanken. Vergis u niet: ook de detailweergave van de CM8 S2 is dik in orde. De algehele afstemming is iets warmer dan die van de R500, maar dat staat een uitgebalanceerde weergave niet in de weg. En als orgel-liefhebber kan ik u zeggen, dat in mijn beleving de CM8 S2 “meer orgel” biedt.

Conclusie
In de inleiding schreef ik al: het is appels met peren vergelijken. De B&W CM8S2 en de KEF R500 zijn ongelooflijk verschillende luidsprekers. Waar de KEF bijzonder helder en transparant is, heeft de B&W een afstemming die iets warmer is, waardoor hij mooi vol en rijk klinkt. De KEF legt de nadruk op het hoog en het middengebied, wat tot gevolg heeft dat het lage midden en het laag wat minder prominent aanwezig zijn. In vergelijking met de B&W klinkt de KEF wat slanker en mist hij een diepe baskelder. De B&W is met de nieuwe (en betere) D-D-D-tweeter een stuk transparanter dan zijn voorganger, maar mist dat beetje extra van de KEF. En zo kan ik nog wel even doorgaan: de één heeft dit, de ander dat.

Geen van beide luidsprekers kan worden betrapt op een strikte “uit-het-boekje”-neutraliteit. Dat is op zich geen ramp. Laten we eerlijk zijn: veruit de meeste luidsprekers zijn niet strikt neutraal. Gelukkig maar. Fabrikanten die beweren dat ze een absoluut neutrale luidspreker hebben ontwikkeld, presenteren meestal een analytisch, steriel en klinisch klinkende luidspreker die niet in staat is om de passie en emotie van de muziek over te brengen. Ik weet niet hoe u er over denkt, maar voor mij is dat laatste juist de essentie van muziek.

Elke luidspreker heeft zijn eigen karakter en dat is een goede zaak. Dan blijft er iets te kiezen. U kent dat wel: “zoveel mensen, zoveel smaken”, “voor elk wat wils” en meer van dat soort cliché’s. Dat geldt hier ook. Ieder zal zijn/haar eigen keuze moeten maken aan de hand van zijn/haar eigen luister-ervaringen. Daarbij moet worden aangetekend dat de KEF R500 nadrukkelijk vraagt om een zorgvuldig afgewogen combinatie van apparatuur en luidspreker. De B&W CM8S2 is in dat opzicht een relatief makkelijke luidspreker, die zich eigenlijk met allerlei apparatuur laat combineren. De enige belangrijke wens op het lijstje van de CM8 S2 is een krachtige versterker, die voldoende stroom kan leveren. Dan klinkt de CM8 S2 op z’n best.

In deze vergelijkende luistertest heb ik geconstateerd, dat de combinatie van Rotel RA 1570 versterker + Cambridge Audi Azur Stream Magic 6 netwerkspeler + B&W CM8 S2 of KEF R500 luidspreker + Chord bekabeling een schot in de roos bleek te zijn. Mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar de B&W CM8 S2, omdat ik vind dat die luidspreker een betere totale balans heeft en omdat de CM8 S2 in mijn oren meer naar muziek en minder naar HiFi klinkt. Maar dat is mijn persoonlijke smaak; ik nodig u uit om het van harte met mij oneens te zijn.