Van den Hul, Yter & Chord – Analoge XLR interlinks op de testbank

Naar aanleiding van een persoonlijke zoektocht naar de lekkerste gebalanceerde interlink met XLR stekkers, liefst nog betaalbaar, is het idee ontstaan om de van de Chord Company afkomstige Epic en Signature eens te vergelijken met twee merken die Lexicom MultiMedia niet voert, maar waar ik in mijn thuissituatie met regelmaat gebruik van maak. Een recente upgrade naar Chord Epic smaakte naar meer en ook de kabels in mijn andere opstelling zouden misschien wel beter kunnen. Reden om ook de luistertest eens thuis te doen en niet alleen in de luisterruimte aan de Leidsekade 1. Natuurlijk ken ik mijn sets door en door en bovendien kan ik in dit geval het aantal gebruikte analoge interlinks reduceren tot één stereopaar door een DAC met volumeregeling rechtstreeks te koppelen aan een eindversterker. De twee merken naast Chord zijn Van den Hul in de goedkope klasse en Yter dat qua prijs is gepositioneerd net boven de Signature.

Kandidaten

In prijs is de Van den Hul D 102 Mk III Hybrid de laagste. Voor ca. € 160,- heeft u de beschikking over een kabel met een lengte van 0,8 meter. De D 102 bestaat al sinds begin jaren ’80 en heeft nogal wat upgrades ondergaan. Mijn versie is niet de T3 uitvoering, al zijn de geleiders wel opgebouwd uit verschillende materialen waaronder koper. De kabel is heel goed afgeschermd, is soepel en laat zich goed verwerken, belangrijk als u hem “van de rol” koopt en zelf gaat solderen. Van den Hul is zeer begaan met het milieu en daarom is de isolatie van Hulliflex chloorvrij en afbreekbaar.

Kandidaat twee is de Chord Epic. Een Tuned ARAY kabel met verzilverde, samengeslagen, koperen geleiders. Het isolatiemateriaal is PTFE voor de geleiders en PVC als mantel. PTFE om verliezen te voorkomen en PVC om de mechanische eigenschappen en buigbaarheid te bevorderen. Tenslotte gaat een nylon kous om de kabel. Zoals gebruikelijk bij Chord is de kabel afgeschermd met een koperweefsel, maar is dat koperweefsel niet verbonden met de aarde, het vormt een kooi van Faraday tegen instraling van RF. De Chord Epic XLR kost voor een lengte van 1 meter € 595,-.

De Signature Tuned ARAY van Chord heeft eveneens verzilverde geleiders van zuurstofvrij koper, omgeven met PTFE isolatie, dit keer in een dubbele laag, waarbij de buitenmantel bestaat uit FEP voor iedere geleider. De drie geleiders gaan samen in een mantel van geweven nylon. De afscherming ligt wederom niet aan aarde. Chord gebruikt altijd drie geleiders in een XLR kabel, de plus, de min en aarde. De Neutrik XLR pluggen hebben verzilverde pennen. Een Signature Tuned ARAY kost € 1.300,- voor een lengte van 1 meter.

Kabel vier is de voor velen waarschijnlijk een onbekende. Yter is een kabelmerk dat is opgezet door de schoonzoon van Sonus faber oprichter Franco Serblin. Van oorsprong waren het luidsprekerkabels voor gebruik in en aan de SF luidsprekers, daarna kwamen de RCA en XLR interlinks beschikbaar. De geleiders bestaan uit een mix van zilver en palladium, in drie fases gevormd tot de legering. De isolatie is gemaakt uit een polymeer met hoge dichtheid. De XLR pluggen van Neutrik hebben verzilverde pinnen. De kabel kost ongeveer € 1.450,- voor een lengte van 1 meter en is daarmee de duurste uit de test.

Waarmee?

De door mij gebruikte set bestaat uit een Metrum Acoustics Ambre ROON endpoint, aangestuurd vanuit een Lexicom MultiMedia NUC, gekoppeld met een AudioQuest Cinnamon Ethernetkabel voor de I2S bus aan en Adagio DAC/voorversterker van hetzelfde merk. Een Metrum Forte eindversterker drijft een paar Falcon LS3/5a mini monitoren aan op Custom Design stands, ontkoppeld van de vloer met IsoAcoustic Gaia III isolatoren. Muziek staat opgeslagen op een NAD M50.2 en haal ik naar de Ambre over een netwerk opgebouwd met AudioQuest Carbon en Vodka Ethernet kabels. De stroomvoorziening gaat vanuit de wandcontactdoos naar een Atlas Eos Modular 4.0 3F3U blok. Ik filter de bronnen, ik filter niet de stroom naar de Forte eindversterker. Netsnoeren zijn NRG types van AudioQuest.

Madness

Ik kom tot een wonderlijke ontdekking waaruit ik heel voorzichtig de conclusie trek dat mijn elektronica tot een hogere resolutie in staat is en beter omgaat met microdetails dan veel kabels. Namelijk, in de intro van “This happy madness” gezongen door Stacey Kent, ontdek ik kleine stiltes tussen uitstervende pianonoten en het telkens inzetten van Kent met haar stem. Hoe beter de kabel is, des te korter wordt de stilte. Met de VdH is de lengte relatief lang, de Epic maakt dat gaatje kleiner, de Yter nog wat korter en alleen met de Signature gaat de noot over in de stem. Zonder een pauze. Dat zou mijns inziens betekenen dat de geleiding van de interlink min of meer stopt als het signaalniveau te laag gaat worden, hetgeen uiteraard gevolgen heeft voor microdetails die daarmee verloren zullen gaan. Een tweede fenomeen vind ik verderop in het nummer als Stacey zingt “Carve your initials in the bark”, dat laatste woord “bark” is vrijwel onverstaanbaar bij Epic en VdH, wel verstaanbaar bij Yter en Signature. De Yter is lichter van toon en ritmisch heel sterk. Mist helaas body die de Signature wel mooi kan bieden. VdH is donker van klank, Epic houdt het midden tussen VdH en Signature. Signature biedt de meeste rust, kracht en ruimte, heeft naar mijn idee de meest natuurlijke klank, met Epic als goede tweede op genoemde gebieden. Yter blijft in de topklasse meedoen, maar mist de wow factor.

Tingeling

Weer een leuke test met “If the stars were mine” van Melody Gardot. Heel opvallend, aan het einde van de track roept een meisje een paar woorden en roept om haar moeder. Op de achtergrond zijn geluiden hoorbaar, gestommel en getingel, want het speelt zich af op straat. De Signature is de enige kabel van de vier die in staat is het gestommel en de tingel zo duidelijk te maken dat er volgens mij een tram in te herkennen is, langsrijdend terwijl een waarschuwingssignaal wordt afgegeven. Op de rest van de track kom ik tot de volgende bemerkingen: de Yter biedt een goed stereobeeld, een tomtom is prima waar te nemen, Gardot heeft lichte slis op de stem. Er is weinig samenhang waar te nemen tussen de instrumenten onderling en de zangeres. Verstaanbaarheid is prima, de algemene indruk is aangenaam. De VdH zorgt voor een harde slis op de stem, ook hier is de tomtom duidelijk en past beter qua samenhang. VdH zorgt voor een donkere weergave met weinig leven dat leidt tot een licht verveeld zingen zonder al te veel inspiratie. De stem is niet zo heel natuurlijk, hij kleurt in vergelijk met de andere kandidaat kabels. De Epic laat het beste horen dat er rechts eerst vervorming zit in de opname. Nog steeds een lichte slis op de stem, duidelijk minder dan bij VdH. Samenhang is aanwezig, de kabel is meer dynamisch, levendig en gooit het stereobeeld open. Gardot’s stem herkrijgt de natuurlijke klank. Omdat de weergave vooral levendig en plezierig is, maakt het dat Gardot er weer duidelijk zin in heeft. Met de Signature is de vervorming minder duidelijk, hij verdoezelt het opnamefoutje. De Signature zorgt voor een mooie stem, levendig, dynamisch, heel licht slissend. De tomtom weerklinkt duidelijk, de bas is het meest strak van allemaal. De Signature zorgt voor een heel vrolijke weergave met de beste intonatie op de stem, eigenlijk is de Signature gewoon heel erg goed en de winnaar op deze track.

Mozart

Het “Concerto for flute No.1 in G major”, gecomponeerd door Mozart wordt uitgevoerd door Sharon Bezaly op fluit. De Signature spreidt het stereobeeld wijd uit, daarin is de fluit onderdeel van het orkest. De muziek weerklinkt speels en komt los van de weergevers. Ik kan eenvoudig focussen op een deel van het orkest, net zo als in een zaal het geval is. Strijkers en blazers vormen met elkaar een harmonie en lijken het tegen elkaar op te willen nemen om de luisteraar optimaal te plezieren. De Epic is harder van toon, daardoor neemt de harmonie af. Het stereobeeld is eerst wat kleiner, gaande de track wordt het groter dan met de Signature haalbaar bleek. De fluitiste komt daarin naar voren, het is heel goed hoorbaar dat ze de fluit beweegt en daarmee andere delen van de zaalakoestiek aanspreekt tijdens het spel. De Epic zorgt voor een gedetailleerd spel dat goed inzicht geeft in de wijze van spelen van de orkestleden. De Epic is grover dan de Signature en vergeeft minder, dat kan hier geen kwaad. De Yter levert per direct een groot stereobeeld, speelt eveneens levendig, wel een tikje kaal in presentatie. Muziek komt heel los van de weergevers en omdat het orkest zo groot afbeeld staat komt de fluit wel nader tot de luisteraar, gelukkig zich nog steeds bevindend tussen de overige orkestleden. Akoestische reflecties staan niet langer zo separaat van elkaar als met de Epic. De Yter eindigt als totaal voor mij boven het niveau Epic, maar zit qua prestatie onder de Signature. Hekkensluiter VdH geeft een plat stereobeeld, bovendien kleiner dan bij de andere kabels het geval is. De weergave is ongepolijst, zo overheerst de fluit in de zachtere passages en valt het orkest deels weg. Speelt helaas voor mij ongeïnspireerd. Het is een prima allround en betaalbare kabel tot je beter ervaart en de verschillen kunt aanwijzen.

Voorkeur

De VdH blijft ook met jazz verstopt spelen, biedt geen aha erlebnis. Ik draai “Blagutten” van het Hoff Ensemble, met daarin trompet, gitaar en piano. De trompet staat weliswaar los van de rest maar blijft zo gewoontjes. De Epic zorgt voor veel meer definitie in de lage tonen. Hoorbaar o.a. aan de grote trom, gepositioneerd in een veel dieper rijkend stereobeeld, al valt de trompet minder op door een geheel te vormen met de band. Muziek houdt beter de aandacht vast, blijft met de Epic spannender want er gebeurt meer. De VdH was in vergelijking grof met weinig doortekening. Beetje jammer, de trompet drukt soms wel meer op de oren. Naar de Yter, weer de grote trom als entiteit, trompet is terug, harmonie speelt zich af op de achtergrond, de weergave is zuiver en zachter van aard dan met VdH of Epic, pianonoten vallen ineens op, het stereobeeld wordt goed uitgespreid en wat verder weg gezet. Trompet heeft een zuinige klank, is schraal en mag best rijker. Plaatsing is goed, samenhang en ritme idem. De Yter is een mooie, complete interlink. Tot slot de Signature. Direct ontstaat een heel groot stereobeeld, diep naar achter doorlopend, ook nu staat de trom los in de ruimte als entiteit, trompet heeft nagalm gekregen en langer hoorbaar blijven langzaam uitstervende tonen. De Signature bepaalt de sfeer in de muziek, klinkt heel compleet en maakt muziek. Dat de kabel iets doffer klinkt dan de Yter is met jazz een klein nadeel, daar staat de totale harmonie en de speelsheid in de weergave tegenover. Zonder twijfel zou de Signature de eerste keus zijn als budget geen beperking is. De Signature heeft mij telkens verbaasd qua weergave en laat ik voorlopig even zitten tussen de converter en de versterker.

Tunen

Vaak wordt gedacht dat met het tunen van een systeem de klankleur bepaald kan worden met de keuze van de kabels. Een verkeerd uitgangspunt in mijn ogen, een kabel behoort zo neutraal mogelijk te zijn en alle informatie één op één door te geven. Een utopie, wel benaderbaar met een goed product. Immers als u ooit iets anders in de set zet dan passen de kabels niet meer. Een harde “S” weghalen met een doffe kabel is niet goed, de harde “S” mag niet ontstaan. Waar ik met de Van den Hul, de Yter en de twee Chord kabels vooral op focus is het doorgeven van informatie, het in mindere of meerdere mate bepalen van de sfeer in de muziek, het vasthouden van ritme, het geboden stereobeeld en de mate van plezier waarmee ik luister. Heel subjectief op de informatie doorgifte na, dat geef ik grif toe.

Tegelijk leert de ervaring mij dat je al heel snel een oordeel kunt geven over een kabel, juist omdat verschillen zo goed hoorbaar zijn. Wat lastiger is om te bepalen blijft hoe een kabel zich op de lange duur presenteert. Verschillen zijn er altijd, maar wat luistert keer op keer het fijnste. Gelukkig kan ik daarvoor terugvallen op de lange luisterperiode van weken voor de Chord Signature, van maanden voor de Epic en jaren voor VdH en Yter. Daaruit de conclusie trekkend dat alle waar naar zijn geld is. De VdH D 102 Mk III Hybrid is de minste van het kwartet, de Chord Epic is direct een hele stap beter van kwaliteit. De Yter is een goede tweede, een fijne kabel maar schraal in de presentatie. Winnaar voor mij is de Chord Signature. Hij laat de meeste informatie door, is het meest neutraal, draagt bij aan luisterplezier en is van de vier niet eens de duurste. Beluister de Chord kabels gerust zelf bij Lexicom MultiMedia, vergelijk ze met merken als AudioQuest, Atlas en anderen, neem in gedachten mijn overpeinzingen mee en maak de keuze die bij u en uw systeem past.