The voice of Audiovector and B&W: The battle begins

Vandaag staan er twee paar luidsprekers voor mij om met elkaar te vergelijken, de Audiovector SR3 Super en de B&W 702 S2. Beiden vloerstaande modellen die qua formaat niet heel veel van elkaar afwijken als je er recht voor gaat zitten. De technische aspecten zijn wel anders en vooral het gewicht is opvallend verschillend. Om naar de systemen te luisteren is een Naim Uniti Nova opgesteld (€ 4.995,-) en is een paar Chord Company Signature Reference kabels (€ 1.799,- stereo set) van drie meter uit de kast gehaald. Muziek kan ik geript spelen van een USB stick en ik kies voor tracks die ik heel goed ken. De opstelling van twee paar luidsprekers naast elkaar is niet optimaal, in een ruimte waar bovendien nog meer modellen staan, maar Audiovector en B&W hebben hetzelfde probleem en dus is het vergelijk wel eerlijk. Bovendien, de meeste huiskamers zijn evenmin ideaal en ook daar moet een luidspreker kunnen presteren. Snel aan de slag na u eerst de twee merken voor te stellen.

Audiovector SR3 Super

De Audiovector SR3 Super draagt een prijs van € 2.070,- per stuk in de Rosewood uitvoering en daarvoor krijgt u een slanke zuil met naar achter afgeronde zijkanten. De afmetingen zijn 103x19x31cm, daarin vinden drie units een plaatsje. Bovenin een softdome tweeter, daaronder een tweetal woofers die tot 190Hz parallel werken en in het gebied tussen de 190 en 3100Hz neemt de bovenste woofer alles voor zijn rekening. Het fijne van Audiovector is het hoge rendement van 91dB aan 8Ohm waarmee ook kleine versterkers uit de voeten kunnen. De SR3 Super, het model waaruit de gehele SR3 reeks is voortgekomen vormt een vriendelijke versterkerbelasting. Dit model is in de huidige reeks één van de weinige Audiovector’s met een zijden dome tweeter, die een wat zachter afgestemd geluid tot gevolg heeft dan de modellen met een Air Motion Transformer voor het hoog. Audiovector is geen bedrijf dat zijn technologie van de daken schreeuwt, ze laten u liever zelf luisteren, dus veel meer valt er niet te melden dan dat er twee poorten hoog aan de achterkant te vinden zijn en dat de luidsprekers tri-wire aangesloten mogen worden. Oh ja, Audiovector heeft een upgrade policy en de meeste modellen zijn later naar een hoger niveau te brengen.

B&W 702 Series 2

De B&W 702 S2 van € 1.995,- per stuk (in hoogglans zwart) is onderdeel van de nieuwe 700 Series en heeft de tweeter kenmerkt voor de duurdere B&W types in een eigen behuizing op de kast staan. Een massief blok aluminium is gefreesd om de tweeter in te zetten een en zo de grootst mogelijke spreiding te geven. De dome van de tweeter is gemaakt uit flinterdun aluminium, dat aan de achterzijde met carbon is bedekt. In de kast zelf zitten vier units, een Continuum middentoner, met een uit geweven en daarna gecoat materiaal gefabriceerde conus. Deze unit is ontkoppeld van de baffle zoals dat ook gebeurt in de 800 Series. Maar liefst drie woofers werken parallel voor de lage tonen, allen met een Aerofoil conus die verloopt in dikte. Dikker waar de krachten het grootste zijn, dunner waar subtiliteit op zijn plaats is. De woofers vinden steun aan een reflexpoort op de achterkant, waar ook de zware bi-wire aansluitingen te vinden zijn. Het rendement is vrijwel gelijk aan de Audiovector met 90dB aan 8Ohm. Deze luidspreker maakt het een versterker iets lastiger qua aansturing. Een Naim Uniti Nova kan dat gemakkelijk opvangen in de luisterruimte. De 702 S2 mag op een meegeleverde voet gezet worden, waarmee hij stabieler komt te staan als het risico aanwezig is dat hij wordt omgegooid (kinderen, grote huisdieren). Zonder voet is hij optisch fraaier naar mijn idee en meet hij 994x200x337mm met een gewicht van bijna 30 kilo.

 

Metheny & Jopek

De eerste muziek komt van Pat Metheny & Anna Maria Jopek, hun CD “Upojenie” bevat de track “Here comes the silent dusk” en die geeft op de Audiovector SR3 Super (verder genoemd AV) een mooie volle weergave die heel harmonieus overkomt. De zangeres is met een liefdevolle stem afgezet tegen de instrumenten, waaronder de gitaar van Metheny. Dat samenspel hangt losjes in de luisterruimte, goed vrij van de luidsprekers zelfs terwijl ze zoals opgemerkt niet helemaal ideaal staan opgesteld. De weergave kent soepelheid en gemak, er is geen enkele stress aanwezig, gemakkelijk glijdt muziek de luisterruimte in. Het stereobeeld blijft gevangen tussen de twee luidsprekers en kent daarin zowel diepte als hoogte. De stem staat goed op zijn plaats. Het belangrijkste is, ik geniet vooral van de harmonie in het gehele beeld.

De B&W 702 S2 (verder genoemd B&W) is vanaf de eerste noot helderder van toon. Heeft meer last van een hotspot dan de AV, waardoor je beter in het midden moet zitten. De stem van Jopek krijgt een zekere heesheid mee, schuurt zelfs wat tegen te helder aan. In het weergeven van details ontlopen de speakers elkaar niet zoveel. Het geluidplaatje komt net zo los te staan, de stem staat wel wat lager dan daarnet. Qua stereobeeld ontlopen de systemen elkaar evenmin. De harmonie zoals de AV laat horen is minder aanwezig, de weergave is lichter van toon, luchtiger en trekt je meer in de muziek. Je luistert minder vrijblijvend omdat de hoge tonen van de B&W sterk de aandacht vragen.

Stacey Kent

Dan volgt op de B&W Stacey Kent, CD “The changing lights”, daarvan de track “This happy madness”. Haar stem staat een stuk voor de piano die echt naar achteren is geplaatst in de mix. Haar stem is uitermate verstaanbaar, komt helaas nog steeds niet omhoog en Stacey lijkt zittend te zingen. De flinke portie aan percussie is detailrijk achter de stem en voor de piano neergezet. De 702 S2 houdt zeker de aandacht van de luisteraar vast en betrekt hem of haar in de muziek op een vrolijk makende manier. De luidspreker heeft een mate van snelheid die mij aanspreekt. Een saxofoon is (te) licht van toon en mag best meer body hebben. Wel geeft de luidspreker een realistische indruk van het instrument en de mond van de sax zie ik min of meer voor mij. Het ruisen van bekkens aan het eind van de track loopt lekker lang door en is mooi metalig van klank.

Op de AV krijgt de stem van Stacey warmte mee en het tegen de rand van scherp lopen is helemaal weg. Het Stereobeeld is gelijk, dat wil zeggen dat de stem ook nu niet omhoog gaat en de piano blijft naar achteren. De piano is beduidend rijker van klank dan op de B&W, heeft daardoor een meer overtuigend karakter. De tweeter is veel meer bescheiden, deze afstemming vind ik heel prettig in de ruimte en komt de klank ten goede. Percussie laat meer “hout” horen. Ritme vasthouden is minder aan de orde, het speelt eerder “lazy & smooth” om wat Engelse termen te misbruiken. Toch blijft de aandacht bij de muziek omdat het een plezierige weergave is. Sax staat minder op zichzelf en is meer onderdeel van de band. Dat kun je fijn vinden of jammer, in werkelijkheid is een sax ook niet ineens een overheerser. Bekkens aan het eind van de track ruisen minder na zoals ik al had verwacht. Ze zijn ook minder opvallend aanwezig juist vanwege de rustiger afstemming van de tweeter.

Allan Taylor

Met de AV neemt Allan Taylor op “Hotels & dreamers” ons mee naar “The beat hotel”.

Redelijk diep laag is mijn deel, een tikje aangezet, dat kan de ruimte zijn dat zien we straks met de B&W wel of niet terug. Zijn stem is donker en valt niet heel erg op tegen de achtergrond. De stem staat nu wel mooi hoog. Is gewoon verstaanbaar en heeft de natuurlijke klank van iemand die iets vertelt. Als spreken overgaat in zingen blijft dat natuurlijke element aanwezig. Percussie zweeft in de ruimte, zonder de absolute losheid die op andere systemen wel wordt gehaald. Dit is niet de meest boeiende weergave op de AV, het schuurt zelfs tegen saai aan, met te weinig leven in het geheel. De al donkere muziek krijgt een zetje teveel richting schaduw, een versterker met een open karakter en lichtvoetig van klank zou op zijn plaats zijn. De Naim is haast te neutraal van klank en echt leven zit niet in deze muziek.

De B&W zet gelijk in met een dieper doorlopende bas, maar ook dit systeem heeft last van de ruimte en zoemt teveel, gaat beslist verder in de frequentieband naar onder. Percussie is veel opvallender geworden en de stem van Taylor is eenvoudiger te verstaan en de woorden laten zich gemakkelijker volgen. Warmte in de stem is zeker behouden. Gek genoeg is het onderscheid tussen spreken en zingen minder opvallend. Zijn stem staat wederom te laag en mag best omhoog, dat is toch een puntje bij B&W. Ik ben meer betrokken bij de muziek en de meer heldere afstemming is nu fijn. Houten percussie instrumenten verliezen helaas de warme houtklank en neigen naar metaal. Kleuring die zijn sporen achterlaat. De Naim met B&W vormt een prima combi op deze muziek, helderheid gecombineerd met rust, samen zorgen ze voor het behouden van ritme en puntigheid. Op punten is de B&W winnaar met Allan Taylor, want ik geniet zeker van de extra zet in de richting van beleving en betrokkenheid.

Ola Gjeilo

Solo piano blijft mijn ding met Ola Gjeilo op zijn CD “Ubi caritas”, een 192kHz demo track die ik ergens opviste. Het hardere karakter van de B&W zorgt dat de hogere en middentonen de aandacht krijgen en dat er minder van de romp van het instrument te horen valt. Een enigszins mechanische weergave van een muziekstuk dat meer romantiek verdient. In een jazz trio zou dit prima kunnen vanwege de heldere klank en de dynamische hoge noten, met klassieke muziek verwacht ik meer een warm karakter en ik ben nu ineens heel benieuwd naar wat de Audiovector gaat doen.

Ja, daar is de warmte, de deken die muziek heet en over mij heen komt. Nu is de harmonie tussen de lage, midden en vooral hoge tonen rijk aanwezig en zorgt de rustiger afstemming van de AV voor een prettiger beeld van de piano. Hoge noten spelen nog steeds dynamisch en vrij, het instrument zelf zorgt dat de afmeting van de vleugel in beeld komt, dat was met de B&W niet het geval, die laatste maakt de vleugel klein en haast overheersend, al is die woordkeuze met een solo pianowerk misschien vreemd. Heerlijk soepel dit, reden om het volume wat op te schroeven domweg omdat ik geniet. Voor pianowerk van deze man geef ik de ruimte aan de AV, zonder enig voorbehoud. Gegeven het feit dat piano weergeven erg lastig is voor een luidspreker zegt dit iets over de Audiovector eigenschappen in het algemeen.

Bobo Stenson Trio

We naderen het einde met het Bobo Stenson Trio, de CD “Cantado” en daarvan de track “Song of Ruth”. Met de AV maak ik mij over de piano geen zorgen, dat heb ik net ervaren, daarom gaat nu de aandacht voornamelijk uit naar de bas die afwisselt wordt gestreken en getokkeld, met natuurlijk het slagwerk dat op de CD een grote rol speelt. De grote trom laat diepte liggen, de rest van de percussie is mooi, actief aanwezig en puntig. Goed in verhouding tot de overige instrumenten. De contrabas laat weinig detail liggen en past eveneens in de klankbalans. De weergave is speels, lichtvoetig en vertoont zeker genoeg expressie om de aandacht helemaal vast te houden. Een Scandinavisch trio, een Scandinavische luidspreker, heeft het iets met elkaar te maken? Dat zou toeval zijn maar samenwerken doen ze. Prachtig dit, ook als het wat harder staat, boeiend van begin tot einde.

Met de B&W is de alles omhullende en hartverwarmende pianoklank van daarnet weg. Techniek komt ervoor in de plaats, een meer mechanisch geluid waarin de pianoromp veel minder een rol speelt. Toegegeven, de noten van de contrabas gaan dieper en het slagwerk heeft meer pit, is transparanter, geheel volgens verwachting. Maar luister eens naar de gestreken bas en je merkt dat ook van dat instrument een deel van de klankkast verloren is gegaan. De totaalklank is harder, feller, hamert meer richting de luisteraar. Het volume maar weer wat omlaag is vriendelijker voor mijn oor.

Dire Straits

Voor de finale kies ik van Dire Straits de CD “On every street” en speel op hoog volume “The bug”. Een B&W kan “heftig hard” zonder problemen aan. Snel en met krachtig slagwerk, hier voelt de 702 S2 zich mee thuis, klappen uitdelen en aandacht vasthouden. Details genoeg, soms op het scherp van de snede in het hoog, gelukkig nooit overtrokken of teveel. Dit heeft impact, hetgeen mij blij maakt en uit de bank doet opstaan voor een rondje luchtgitaar.

Op een AV is dit werk Inderdaad heel wat rustiger, voller van klank, minder snel en niet zo’n een groot feest. De stem van Knopfler is beter verstaanbaar, komt nu letterlijk en figuurlijk boven de band uit. Staat ineens een stuk hoger dan de gitaren zoals het behoort te zijn. Ook tweede stemmen zijn hoorbaar terwijl die daarnet nog verdwenen in het geweld. Klappen hebben minder impact, slaan wel meer door, alsof de drumkit is vervangen door een ander merk. Voorkeur? Heel lastig dit keer, ik zou met beide oplossingen goed kunnen leven, desnoods wisselen van dag tot dag afhankelijk van mijn stemming. Ik hou er wel van dat er meer gewicht in de schaal wordt gelegd en dat een klap door dreunt. Kiezen? Dan toch de Audiovector.

Geen openbaring

Het was niet echt een openbaring voor mij welke resultaten behaald zouden worden, de wat oudere Audiovector tegenover de hypermoderne B&W. Rond en rustig tegenover pittig en snel. Waar gaat de voorkeur naar toe? Dat is heel persoonlijk en zoals ik al aangaf ik zou met beide systemen kunnen leven. Voor pop zie ik de B&W al snel in het verschiet, klassiek en singer/songwriter wil ik liever op de Audiovector horen. Gelukkig hoef ik niet te kiezen, u alleen maar te helpen een tipje van de sluier te lichten om een eventuele keuze gemakkelijker te maken. En weet u, Engelsen en Denen delen een diepe vriendschap, dus zet ze gerust zelf eens tegenover elkaar als u in deze prijsklasse aan het rondkijken bent.