Feestje met Hegel toppers: D50 d/a converter, P30A voor- en H30A eindversterker
Het wat saaie uiterlijk van Hegel apparatuur is met de komst van nieuwe modellen sterk verbeterd. Niet eens zoveel, het zijn de frontjes die er tegenwoordig veel beter uitzien. Belangrijk is het misschien niet, al wil het oog ook wat. Intern zijn er (veel belangrijker) ook de nodige aanpassingen gedaan, zonder de unieke eigenschappen van Hegel elektronica uit het oog te verliezen.
Lexicom Multimedia heeft een heel fraaie set met Hegel opgesteld om vandaag naar te luisteren. Te beginnen bij de inmiddels door menig journalist (inclusief mijzelf) bejubelde d/a converter D50. Daarbij is gekozen voor een Hegel P30A lijnversterker en een H30A eindversterker. Om de set compleet te maken is aan de voorkant een Auralic Aries G2.2 netwerktransport toegevoegd en aan de achterkant hangen Atlas Arran luidsprekerkabels tussen onze eindversterker en een set Sonus faber Serafino G2 luidsprekers. Alle elektronica wordt gevoed vanuit een Audes ST3000DC power conditioner via Furutech DSS-4.1 stroomkabels. De Auralic, Sonus fabers en Audes hebben we meerdere malen voorbij zien komen, daarvan houd ik de beschrijvingen straks kort en compact, de Hegels verdienen de spotlight vandaag. Eens kijken hoever en met welke muziek ik mijn oren kan verwennen. Een paar nieuwe vondsten beloof ik u en wat goud van oud. Het werd een aangename dag in Leidschendam.
Hegel D50
Een Hegel D50 digitaal naar analoog converter met de bijnaam “The Raven” is niets meer en niets minder dan een DAC. Geen streamer aan boord, geen instellingen mogelijk apart van de bronkeuze. Geen upsampling, geen keuze aan digitale filters. Hegel kiest voor pure conversie, zoekt het in de diepte voor kwaliteit in plaats van in de breedte met toeters en bellen. De enige luxe buiten de stijlvolle, zwarte behuizing is een duidelijke display waarop de gekozen ingang wordt aangegeven en de sample rate van het aangeboden signaal. Meegeleverd wordt een afstandsbediening, maar daarmee kunt u weinig meer dan een ingang kiezen en de helderheid van de display instellen. Aan de achterzijde vinden we een AES/EBU ingang via XLR, twee coax ingangen respectievelijk via RCA en BNC, twee optische Toslink ingangen en een enkele USB. Uitgangen zijn er gebalanceerd (XLR) en single ended (RCA). De digitale ingangen accepteren via S/PDIF en AES/EBU 24/192, via Toslink 24/96, over USB tot 32/384 plus DSD256. MQA wordt ondersteund.

Het kloppende hart van de conversie vormt een ESS Sabre converter type ES9039Q2M, gemonteerd op een eigen board dat boven de centrale printplaat zit. In een D50 zitten drie onafhankelijke klokken, één voor alle ingangen m.u.v. USB en twee voor USB. Van die twee is er slechts één tegelijk aan het werk, of die voor 44.1kHz en veelvouden of voor 48kHz en veelvouden. Het gekozen digitale filter is een minimum fase type, wat door Hegel zelf via hun schakeling is getweaked ten opzichte van de standaard ESS Sabre filters in de converter chip. We vinden twee lineaire voedingen, één voor de meer ruisende digitale schakelingen en één voor alle stille, analoge circuits. De ringkern trafo’s in een D50 zijn met staal afgeschermd van de schakelingen.
Hegel P30A
Een P30A kreeg van Hegel de bijnaam “The Conductor”. Het is de referentie regelversterker van Hegel. Een regel- of lijnversterker is wellicht het belangrijkste component is een systeem, want niet alleen wordt de bron gekozen en het volume geregeld, het is tevens een klank of neutraliteit bepalend element in de keten. Een lijnversterker moet kunnen werken met zeer geringe spanningen. De versterkertrap bestaat uit een paar zorgvuldig gematchte FET transistoren. Het signaal pad in de P30A is zo kort mogelijk gehouden om vooral geen kleuring toe te voegen. Naast de twee transistoren is een volumeregelaar onmisbaar. Hegel gebruikt ook in een regelversterker de SoundEngine technologie die het bedrijf zelf heeft ontwikkeld. Een P30A is volledig gebalanceerd en als dubbel mono opgebouwd. Ingangen zijn er tweemaal gebalanceerd (XLR), driemaal ongebalanceerd (RCA). Daarnaast vinden we een Home Theatre ingang aan de achterzijde. Uitgangen zijn allemaal tegelijk actief, XLR en twee RCA. Eén RCA uitgang kan naar wens vastgezet worden op een fixed output. Verder zijn er triggerpoorten en een 3,5mm IR ingang. Een afstandsbediening is standaard. Die zult u het meeste gebruiken,
op het stijlvolle frontpaneel vinden we alleen bronkeuze en volume regeling.
Hegel H30A
Heeft een P30A de bijnaam “The conductor”, de eindversterker H30A kreeg de naam “The orchestra”. Ook dit is een referentie binnen Hegel. Als mono versterker levert een H30A maar liefst 1.100 Watt aan 8 Ohm en blijft stabiel tot een belasting van 1 Ohm. In stereo mode houdt u nog altijd ruim 300 Watt per kanaal over. Om het vermogen te behalen zijn twee transformatoren gebruikt van elk 1 kilowatt, 56 high speed, ultra low noise bipolaire transistoren en een condensatorbank met 270.000 μF aan opslag. Ook hier aan de ingang FET transistoren voor de eerste versterkertrap en SoundEngine technologie. SoundEngine monitort continue de vervorming en corrigeert die via een Feed Forward schakeling, dat alles zonder het signaal zelf op ook maar enige manier aan te tasten. De H30A is net als de P30A en de D50 volledig gebalanceerd opgebouwd, ook in stereo mode. Ingangen zijn er in RCA en in XLR. Om een H30A op te tillen is minimaal twee man nodig, hij weegt net wat meer dan 47 kilo, zonder de verpakking.
De rest
Audes maakt voor zijn serie power conditioners, dus ook voor de ST3000DC gebruik van transformatoren. De transformator ontvangt aan de primaire kant (het stopcontact) 230 Volt en geeft aan de secundaire kant (uw set) bijna 230 Volt af. Een scheidingstransformator zoals de Audes is, is geen onbekend fenomeen. Audes is van oudsher een transformator fabrikant uit Estland en daarmee voormalig Oostblok, waar radio ontvangst slecht was en materiaal schaars. Audes gebruikte en gebruikt om die reden een wikkeltechniek die storingen onderdrukt. Doet dat niet als enige, wel als één van de zeer weinigen die deze techniek nog kent en benut. De bijzonderheid zit in de afstand tussen de primaire wikkelingen en secundaire wikkelingen en de fase van de wikkelingen. Die is anders dan in medische trafo’s of goedkope scheidingstrafo’s. Het is een kostbare manier van wikkelen en vraagt om vakmanschap, verkregen uit jaren en jaren ervaring.
Een Auralic G2.2 Wireless Streaming Transporter is een netwerktransport zonder eigen d/a converter aan boord. Leunt wat dat betreft op de hier gebruikte D50 van Hegel. Heeft dus alleen digitale uitgangen. Achtereenvolgens AES/EBU over XLR, S/PDIF over RCA en Toslink, tot slot USB. Het is mogelijk te streamen vanaf een externe muziekdienst, vanaf een NAS, een USB HDD of SSD en je kunt een NVMe SSD inbouwen. Ondersteunde sampling-frequenties zijn PCM: 44,1 kHz tot 384 kHz in 32 bit en DSD64 (2,8224 MHz) tot DSD512 (22,57892 MHz). Ondersteunde streaming-diensten zijn: Amazon Music Unlimited, HighResAudio, KKBOX, Qobuz Sublime+, Netease Music, TIDAL/TIDAL Connect, AirPlay, Spotify Connect, TuneIn en Internet Radio. Een Aries G2.2 is volledig RoonReady
Een Sonus faber Serafino G2 is een 3,5-weg luidspreker met twee 18 cm woofers voor de lage tonen, welke een cross-over hebben bij 200 resp. 250 Hz. Ondersteund met een Stealth Ultraflex poort aan de achterzijde. Voor het middengebied is er een 15 cm driver met een Neodymium magneet, gevat in een eigen compartiment in de kast. De tweeter is een 28 mm dome type, met een dempende ruimte achter de dome (DAD). Met zijn rendement van 90 dB en impedantie van 4 Ohm hebben moderne versterkers geen moeite met een Serafino G2, zeker een Hegel H30A niet. De Serafino is geen kleine jongen, hij meet 109 x 40 x 48 cm en weegt per stuk 52 kilo. Zoals vaak bij Sonus faber heeft de kast van bovenaf gezien de vorm van een luit. Het hoogglans gelakte fineer wordt gecombineerd met zwart leer en aluminium.
Het warme bad loopt vol
Een eerste indruk verkrijg ik met het album ‘The lyric’ van Jim Tomlinson, de echtgenoot van Stacey Kent. Niet verwonderlijk dat Stacey de vocals voor haar rekening neemt. Op een aangenaam volumeniveau zak ik in een warm bad van muziek. Wat een heerlijk relaxte sfeer maakt de combinatie van Hegel, Auralic en Sonus faber. Zich geen moment opdringend aan de luisteraar, terwijl de aandacht onmiskenbaar telkens naar de muziek gaat. Op een zo prettige wijze dat ik zonder het mij te realiseren het hele album aan het afspelen ben. De stem van Stacey is lief en uitnodigend, weet exact de klank te bewaren die haar zo eigen is. Met een enkel uptempo nummer zit het ritme er goed in. Echt een nachtclub sfeer met zachte drums, een snelle bas, pianonoten en af en toe de saxofoon van Jim Tomlinson zelf. Dat nodigt uit om het volume wat op te voeren en te gaan dansen door de winkel van Lexicom Multimedia. Muziek wordt op een nette afstand neergezet, goed loskomend al blijft het stereobeeld met deze opstelling en dit album wel gevangen tussen de twee Sonus faber weergevers. Het is ze vergeven, zo lekker speelt het geheel. Tot aan de laatste noot laat ik de muziek over mij heen stromen, absorbeer elke toon, elke noot, elk woord. Hier speelt een set die niemand tegen zal staan, niets verkeerd doet en waar je bij verlangt om meer en meer te ontdekken.
Van rust naar wild, naar dynamiek tot aan de grens van wat een CD aan dynamiek kan bevatten. Celliste Anastasia Kobekina heeft veel kunsten samengebald op het album ‘Venice’, waarvan ik begin met track drie: ‘Abendserenade’. Heel zacht opgenomen, toch blijft het compleet, een viool en haar cello. Geplukte snaren die in de lucht hangen, steeds een stukje zachter en zachter. Hoe anders is een cello concert van Vivaldi waarbij Kobekina samenspeelt met het Kammerorchester Basel. Hier gaat het veel meer los in dynamiek, komen er meer instrumenten aan bod, terwijl de soliste op cello het middelpunt blijft vormen. Vooral het derde deel, het allegro is boeiend en kenmerkt zich door het snelle cellospel. Zet dat gerust wat harder en je voelt je aanwezig in een kleine ruimte waar je de spelers dicht kunt naderen. Nu wel breed in de ruimte, tot aan een half ronde opstelling, een boog met geluid die nog altijd voor mij blijft staan. Heel natuurlijk in opstelling. De dag voorafgaande heb ik thuis het hele album gespeeld, heel veel cello spel, zoveel dat ik aan het einde toe was aan een luchtje scheppen.
Chanté, singing
Chanté, dat kon ik vinden in de zang van Marguerite, haar album ‘Grandir’ is uiteraard in het Frans gezongen. Door gebruik te maken van moderne instrumenten en popinvloeden is de muziek veel minder lief dan wat Stacey Kent bracht. Marguerite is soms indringend met haar stem, een ware chansonnière, dan weer een popartieste met een stevig gebracht slagwerk erachter. Niet geheel vrij van vervorming opgenomen, met de nodige elektronica waar tonen mee opgewekt worden. Vrolijk genoeg om van te genieten. Dat het stereobeeld daarbij groot wordt, is mooi meegenomen. Het stereobeeld kent zelfs diepte, waarbij mijn enige wens is het optillen van haar stem zodat ze niet langer zit maar gaat staan. En dan op de track ‘Les filles, les meufs’ wordt mijn geduld beloond, de stem staat ineens op een menselijke hoogte. Binnen de track gebeurt dat, wat kunnen ze in een studio toch ongelofelijk rommelen. Waarbij Hegel dat feilloos laat beluisteren en de weergevers dwingt om te volgen. Voor hoogstaande muziek moet u elders zoeken, leuk is dit album wel. Ik sleur het met Roon via Qobuz naar onze Auralic. Een zelfde netwerktransport als dat thuis ook dienst doet en zich onmisbaar heeft gemaakt. Instelbaar naar wens, filters, sampling, luidsprekerpositie en desnoods DSP kun je gebruiken. Het filter staat trouwens op “Precise”, mijn voorkeur filter voor de minste kleuring en het meest eerlijke geluid.
Mijn echtgenote heb ik onlangs heel gelukkig gemaakt met zang en gitaarspel van David Roth. Zijn album ‘Will you come home’ is pure verwennerij voor veel oren. Zeker als het gebracht gaat worden op een hoogwaardig systeem als Hegel, Sonus faber en Auralic. De stem van Roth heeft diepgang met deze componenten, is warm en geloofwaardig, terwijl hij zijn teksten op zingende wijze weet te vertellen. Accordeon, gitaar en bas, soms dobro en achtergrondzang. Zoek een plekje in zijn lokale pub en beweeg mee met je voeten als steeds een verse pint wordt getapt. Terwijl het buiten koud is, is het binnen warm en gezellig. Dat soort beelden worden bij mij opgeroepen. Ongedwongen weergave, erg toegankelijk en geen moment overdreven of iets tekort komende. Hegel heeft beslist zijn beste beentje voorgezet met de P30A en H30A. Waren de P30 en H30 al fijne versterkers, deze laatste generatie is een stap voorwaarts. Waarbij de D50 d/a converter een flinke duit in het zakje doet aan positiviteit, wat al eerder op deze site te lezen was. Toen gekoppeld aan een Hegel H600 en Olympica Nova III luidsprekers. Daar werd ik blij van, met een Hegel P30A en H30A is de verfijning van een D50 nog meer uitgediept en aanwezig in de weergave.
Oud maar niet vergeten
Lange tijd niet gespeeld, mede omdat er geen nieuwe albums van haar verschijnen, is Loreena McKennitt. Slechts live concertopnames op vinyl worden door haar uitgebracht. Jammer want ze maakte juwelen als ‘The mask and the mirror’ uit 1994. Zelf speelt ze harp, maar je moet niet gek opkijken als je een draailier hoort, doedelzak, pijporgel of balalaika. Naast viool, cello, gitaar, drums enzovoort. De dame heeft een ongelofelijk zuivere stem en dat laat ze track na track horen. Met dit album ontstaat een overweldigende stage, een keur aan instrumenten staat om haar heen. Van de diepe tonen van een grote trom, via de ratelende klank van castagnetten, tot aan de heldere snaren van haar harp, centraal en onmiskenbaar aanwezig. Boven een achtergrondkoor uit, daar staat McKennitt. Wat een ruimte wordt herschapen in alle dimensies. Draai dit op een audioshow en het publiek stroomt binnen. Voor Oosterse invloeden kunt u terecht bij de track ‘Marrakesh night market’. Het ritme vastgehouden door de percussie, die grijpt je met deze opstelling. Zelfs al laat Qobuz ten opzichte van de CD in een eigen speler wat kwaliteit vallen, het is en blijft bijzonder. Van Marrakesh ineens naar de Ierland. ‘Ce he mise le ulaing’. Hoe dichtbij wil je komen bij Loreena? Prachtig gebracht door Sonus faber, met de nadruk op haar stem, rustige en gecontroleerde bas en zijdezachte hoge tonen. Een heel evenwichtig geheel waarin geen storende factor te ontdekken is.
Goud van oud, volgens Qobuz een topalbum, remastered in 2022, wat overigens geen aanbeveling hoeft te zijn. ‘Money for nothing’ bevat een compilatie van hun beste tracks tot 1988. ‘Sultans of swing’ is de opening en dat speelt lekker helder en snel. Zang, Mark speelt beter gitaar dan hij zingt, we nemen het op de koop toe. Strak ritme, veel herkenning en plezier. De venijnige gitaarnoten spatten de ruimte in en worden in mijn richting gelanceerd. Niet te scherp, niet te hard, maar zeker niet omfloerst. Recht voor zijn raap en buitengewoon pakkend, zo hoort rock gitaar te zijn. Ook op het album de live opgenomen song ‘Telegraph road’ van maar liefst 12 minuten. Klein puntje van kritiek, pop mag best wat meer slamm hebben, vetter in het laag. Gitaar prima, drums prima, zang idem, maar een vette klap zoals tijdens een live concert aanwezig is, dat blijft uit. Op zich wel fijn, de buren leven een stuk rustiger, belangrijker: u leeft rustiger want niets is zo vervelend als bonkend laag. Dat is iets wat deze opstelling vreemd lijkt te zijn. Positief is de detaillering, een sterk punt van de D50 dac, zonder te vervallen in een analytische weergave. De klankrijkdom mag je niet vergeten, noch de klankzuiverheid. Dat maakt de muziek rauw als dat wordt verwacht, dan weer teder bij een dame, warm en zacht bij sommige singer/songwriter heren. Wat je denkt voorgeschoteld te krijgen, dat wordt aangeleverd. Zonder extra’s, zonder weglatingen. Eerlijk en puur, snel en duidelijk, transparant en levendig. Allemansvriend Hegel kan een warm bad zijn, maar als andere muziek daarom vraagt net zo gemakkelijk een venijnige hagelbui.
Als alles klopt
Je hebt sets die gewoon kloppen, omdat ze eerlijk zijn, voldoende kwaliteit in huis hebben, zelf weinig toevoegen en top presteren. Hier staat een dergelijke set. Opgebouwd rond een topklasse Auralic netwerktransport voor het aanleveren van een digitaal signaal aan een Hegel D50 d/a converter, met de bijnaam “The Raven”. Die D50 converteert digitaal naar analoog en voert dat gebalanceerd naar een Hegel P30A lijnversterker. De smaakmaker waarop je de bron kiest en het volume regelt. Daarna is een Hegel H30A eindversterker aan de beurt om met veel energie een set luidsprekers van power te voorzien. Wat zeer goed lukt, zo goed dat aanwezige Sonus faber Serafino’s ervan gaan zingen. Ik schreef het eerder, de opstelling kan aanvoelen als een warm bad, maar net zo gemakkelijk zoveel gas geven dat muziek onvervalst op je bord wordt geknald. De ware kameleon onder de systemen. Van Sheryl Crow (wat nog speelt) tot de liefste tonen uit de mond van Katie Melua, van zachte viool tot het vuur uit de snaren van Janine Jansen, Hegel snapt wat de bedoeling is en fungeert als het perfecte doorgeefluik. Als het klopt zoals nu, dan is het klaar.
Prijzen van Hegel
Hegel D50 dac € 4.895
Hegel P30A lijnversterker € 7.999
Hegel H30A eindversterker € 17.999































