Met regelmaat komt de vraag: “welke luidspreker kies ik bij welke versterker”, een logische vraag voor iemand die al een versterker heeft of een bepaald type prefereert. Antwoord geven op deze vraag is niet eenvoudig omdat smaak en persoonlijke voorkeur een grote rol speelt. Aan de andere kant is het slagen van een huwelijk tussen een versterker en een paar luidsprekers soms sterk afhankelijk van bron en versterking. Daarom doe ik vandaag een poging vast te stellen welke huwelijkskandidaat voor een Rotel RA-1572 de meest optimale lijkt. Dat is geen eenvoudige opgave en ik loop al een paar dagen na te denken welke opzet de beste zou zijn. Uiteindelijk heb ik besloten geen rij van drie speakers neer te zetten en om en om aan te sluiten, maar te kiezen voor het beluisteren met een rijtje CD tracks voor ik wissel naar het volgende systeem. Daarmee voorkomend dat de luisterruimte vol staat met elkaar beïnvloedende systemen. Waar ik eveneens rekening mee moet houden is dat het niet gaat om de voor mij de beste luidspreker, ook ik heb mijn eigen voorkeuren en smaak, maar om de het welslagen van een bepaalde combinatie. Een leuke klus, tegelijk een klus waarvan de uitkomst voor mij net zo onzeker is als voor de lezer.
Kandidaten
De kandidaten zijn vastgesteld waarbij de combinatie van een Rotel RCD-1572 CD-speler en een Rotel RA-1572 versterker de bron en versterking verzorgen. Geen streamen vandaag, lekker weer eens een CD in de lade schuiven. Het is een set die in een heel populaire prijsklasse zit, € 999,- voor de speler en € 1.699,- voor de versterker. Ik gebruik daarbij een analoge Chord Epic interlink (1 meter € 525,-) en Chord Epic luidsprekerkabels (2 x 3 meter € 525,-). Als luidsprekers zijn drie in prijs vergelijkbare toekomstige partners gekozen, de Spendor A2, de B&W 704 S2 en de Audiovector QR-3.
De Rotel RA-1572 kan het moderne, centrale hart van uw audio-installatie zijn voor digitale en analoge bronnen. Zoals in elke Rotel versterker is de zware voeding met een voor Rotel ontwikkelde ringkerntransformator grotendeels verantwoordelijk voor de uiteindelijke klank van de versterker. Op elke plek in de versterker zijn spanningsregelaars actief om de circuits optimaal ingesteld te houden. De RA-1572 heeft een ingebouwde digitaal-naar-analoog converter, waarmee pure digitale bronnen toegang hebben tot uw muzieksysteem thuis. De 32bit/768kHz AKM converter chip verandert de RA-1572 van een versterker in een totaaloplossing voor elke muziekbron in huis. Er is zelfs voorzien in een USB ingang op de voorzijde waarover DSD files afgespeeld kunnen worden, maar ook Bluetooth aptX zit ingebouwd. De gebruikte versterker is een klasse AB, opgebouwd rond discrete componenten voor het beste resultaat. De eindtrap kan een robuuste 120Watt per kanaal leveren aan 8 Ohm luidsprekers. Ingangen voor een gebalanceerd toestel (XLR) en een MM platenspeler zijn niet vergeten. Daarnaast zijn en nog drie analoge ingangen, een (mono) subwoofer uitgang en een pre-out. De luidspreker aansluitingen zijn dubbel uitgevoerd met zware klemmen. Digitaal zijn er naast de genoemde USB ingang aan de voorkant nog twee USB connecties te maken op de achterzijde, plus twee digitale ingangen via RCA en twee via Toslink. Om de versterker in te passen in een domotica omgeving zijn er 12-Volt trigger busjes, een RS232 poort en een ethernet poort. Met een iOS control App bedient u de RA-1572 over uw thuisnetwerk. Via de ethernetpoort kunnen bovendien updates voor de versterker van internet worden gedownload. De display aan de voorzijde geeft u alle informatie die u nodig heeft om de RA-1572 naar uw wensen te configureren.
In de RCD-1572 CD-speler zit een loopwerk dat dedicated voor CD is gemaakt en geen universeel “van de plank” DVD of ander loopwerk. De converter die Rotel toepast om het digitale signaal naar de analoge uitgang te brengen is een Wolfson WN8740, met daar omheen de Wolfson filter circuits. Deze DAC kan elk signaal converteren van 16 tot 24bits met een sampling rate van 8 tot 192kHz, terwijl voor CD alleen 16/44.1 noodzakelijk is. Om te onderschrijven dat de RCD-1572 echt is geoptimaliseerd voor CD heeft hij geen digitale ingangen voor externe bronnen. De uitgangen zijn zowel als RCA als in XLR uitgevoerd. Uiteraard is er wel een digitale uitgang en via de beschikbare RS232 poort is systeem integratie met andere Rotel producten eenvoudig mogelijk, zelfs bediening via de iOS control App gaat op die manier werken. Zowel het digitale gedeelte als het analoge deel wordt zoals gebruikelijk bij Rotel gevoed vanuit een zware voeding met een ringkern transformator die geschikt is voor audio weergave. Componenten in het analoge deel zijn geselecteerd op weergave kwaliteit, werken binnen nauwe toleranties met een veelvoud aan spanningsregelaars voor het juiste voltage op elk punt in de schakeling.
De kandidaat luidsprekers
De Spendor A2 luidspreker is de kleinste van de drie met zijn hoogte van nog geen 80cm op spikes. Het is een tweeweg systeem. Aan de voorkant vindt u bovenaan een 22mm tweeter en daaronder een 150mm woofer. De luidspreker oogt slank en staat op een zwarte plint waar spikes in passen. De tweeter is verzonken in het front, de woofer is er op geschroefd. Spendor levert geen frontdoekjes voor de A2, dat zorgt voor een “technische” uitstraling. De tweeter is beschermd tegen aanraken met een rooster. Aan de achterzijde zit een single-wire aansluiting met fraaie terminals en daarboven een reflexpoort. De Spendor A2 kost € 1.998,- p.p.
De B&W 704 S2 is het slanke vloerstaande model uit de nieuwe 700 serie: dankzij zijn smalle profiel past deze luidspreker comfortabel in de meeste woonkamers. De kast is slechts 165 mm breed, waardoor de 704 S2 ook optisch weinig plaats inneemt. De onzichtbare bevestigingen, de beschermende aluminium tweetergrille en de magnetisch bevestigde stoffen grille geven de 704 een stijlvol en modern uiterlijk, dat subtiel integreert in de omgeving. In de 704 S2 is de tweeter in de kast gebouwd, samen met de middentoon en basweergevers. De B&W 704S2 maakt gebruik van de koolstof gecoate dome tweeter en de Continuum midden/laag unit, met een conus van geweven en gecoat zilverkleurig materiaal. Deze middentoon unit is mechanisch ontkoppeld van de baffle. In de 704 S2 zijn dubbele woofers toegepast met een Aerofoil Profile conus. De laagweergave wordt ondersteund met een Flowport, de basreflex oplossing van B&W die poortruis voorkomt en de luchtbewegingen reguleert. De B&W 704 S2 kost € 2.398,- p.p.
Het meest bijzondere onderdeel van de Audiovector QR 3 is zonder twijfel de AMT (Air Motion Transformer) tweeter. Vereenvoudigd gezegd, komt het principe hier op neer: een AMT is opgebouwd uit een extreem licht membraan, dat is gevouwen (als een accordeon). Aan elke vouw is een strip zeer dunne aluminiumfolie bevestigd. Dit membraan wordt in een sterk magnetisch veld geplaatst. Wanneer aan de aluminium strips een stroom (het muzieksignaal) wordt toegevoerd, zorgt dit voor beweging van het membraan (uitzetten en samentrekken). Hierdoor wordt de lucht in beweging gebracht en die beweging wordt door ons gehoor geregistreerd als geluid. De voordelen van AMT’s ten opzichte van de gebruikelijke dome-tweeters zijn een hogere gevoeligheid, een grotere dynamiek, een lage vervorming, een vlak impedantiegedrag en een hoge belastbaarheid. Een verdieping lager vinden we twee identiek ogende conventionele drivers; de bovenste levert het middengebied plus een deel van het laag en de onderste zorgt voor de lagere bassen (onder 400Hz). De basreflexpoort, die het laagste laag ondersteunt, is in de bodem van de luidspreker aangebracht. Door deze bouwwijze is de QR 3 makkelijker te plaatsen dan een luidspreker met de basreflexpoort in de achterzijde. De Audiovector QR3 kost € 1.898,- p.p.
Muziekkeuze
De muziekkeuze is het enige dat persoonlijk mag zijn en ik kies als eerste voor het album “Barbara” van Alexandre Tharaud, track drie is genaamd “Septembre” en wordt gezongen door Camélia Jordana. De tweede keuze is gevallen op “Big in Japan” van Ane Brun dat op haar CD “Live at Stockholm Concert Hall” staat. Heel puur en niet bewerkt door een marketing afdeling maar regelrecht afkomstig van de mastering is Eleanor McEvoy’s “I’ve got you to see me through”, gezet op een demo CD van PMC Loudspeakers. Daarna Alan Taylor die staat op een High End Reference CD van het Duitse blad Stereoplay met zijn “Chimes at midnight”. Als laatste twee tracks van het Franse viool wonderkind “Camille Berthollet, een stuk uit de “Zomer” van Vivaldi gevolgd door “Danse Hongroise No.1” gecomponeerd door Brahms. In de hoop daarmee een repertoire te hebben gekozen dat zowel de verschillen belicht als enigszins representatief is voor veel luisteraars. In het luisterdeel zal ik de achternamen gebruiken van de genoemde personen en niet steeds de volledige titels aanduiden om e.e.a. vlot leesbaar te houden.
Spendor A2 op Rotel RA-1572
Tharaud op Spendor gaat als eerste van start. Dat geeft een grote vleugel met daarbij een vrouwenstem die extra de aandacht krijgt. Helder en verstaanbaar in een rustige weergave , zich toespitsend op luisterplezier zonder uitschieters naar uitersten. De vleugel heeft een diep bereik en staat inderdaad als een imposant instrument geheel los van de luidsprekers achter de dame. Brun laat weinig horen van de zaalakoestiek die groot zou moeten zijn in de concert hal. Weer is het de stem die show steelt, gitaar is een tikje te rustig en zou best wat meer naar voren mogen springen. De afbeelding blijft aan de kleine kant zelfs als ik het volume opschroef. Als aan het einde van de track het publiek klapt kan ik daar niet van onder de indruk raken. Te klein, te weinig individuen en de zaalakoestiek blijft nog steeds verborgen in het systeem. McEvoy laat goed horen hoe puur de opname is, geen sausjes, geen loudness war, rauw en echt. Lage tonen zijn zwaar aangezet en persen nogal wat druk in de luisterruimte. Niet altijd even strak, sterker nog het laag gaat in de richting van rommelig nu de ene kleine woofer moet presteren aan de Rotel. Meer grip zou welkom zijn. Prettiger zaken zijn het loskomen van de weergevers, het onderscheid gemaakt tussen de stem en de band in de track waar de band behoorlijk los gaat en het slagwerk dat veel aandacht opeist. Bij het uitfaden van de muziek blijft de Spendor lang aanwezig en zelfs op het laagste volume niveau altijd hoorbaar.
Taylor maakt spektakel tijdens het intro en dat gaat de combinatie niet helemaal lekker af. Volume moet omlaag om het aangenaam te houden. De stem van Taylor laat veel echo op de stem horen, onmiskenbaar aanwezig. Ik merk dat hoe drukker de muziek is, des te lastiger krijgt het systeem het. Ik vermoed dat Stereoplay de track eerder heeft gekozen om het een systeem lastig te maken dan om reden van opnamekwaliteit. Zowel de stem als de violen in het orkest maken dat ik het niet erg vind dat de track aan zijn einde raakt, zodat ik mag overstappen naar iets anders. Heel benieuwd hoe de andere systemen Taylor gaan weergeven. Berthollet is evenmin een heel fijn gebeuren, het orkest is te klein en te gehaast in het spel. De solo viool springt wel boven het geheel uit en het meisje doet haar uiterste best om de “Zomer” tot een succes te maken. De set laat haar daarbij in de steek. Ik weet dat de Spendor tot meer in staat is aan een andere versterker. Het werk van Brahms vertoont ook die “haast”, ik kan het geen andere beschrijving geven. Als het een LP zou zijn dan controleerde ik als eerste het toerental. Levendig is het zeker en nooit te scherp, toch is het meer een zigeunerorkest dan een klassiek ensemble dat uit de weergevers komt. Nee, mijn keuze is deze combinatie niet als ik eerlijk ben en dat wordt van mij verwacht.
B&W 704 S2 op Rotel RA-1572
B&W in positie en los met Tharaud. Het rendement van de B&W is fors hoger dan van Spendor en het volume moet omlaag. Mooi is het typisch Franse zuchten van de zangeres op dit systeem. De stem heeft een zekere heesheid die mij wel bevalt. Piano is minder groot, heeft minder romp dan de vleugel op de Spendor. Een heel andere weergave, wel eentje die een huwelijk niet in de weg zal staan. Subtiel, rijk aan details als intonatie, daarin is de B&W beter dan de Spendor, al maakt het langdurig luisteren misschien meer vermoeiend. Brun heeft een spitse gitaar die gelijk opvalt. Zaalakoestiek komt nu wel naar voren en de afbeelding is daardoor groter. In de bassen is de B&W minder opvallend, wat terugkomt in de gitaarklank die nu intenser focust op de snaren dan op de kast. Het visualiseren van de artiest in de concert hal is voor mijn hersenen eenvoudiger dan eerder. De combinatie Rotel met B&W werpt tot nu toe zijn vruchten af in een fijne weergave die terugkomt in het applaus aan het einde van de track, veel groter, meer akoestiek, meer individuen dan op Spendor. McEvoy valt niet tegen, haar ploppende microfoon is er nu wel, stem is heerlijk om te volgen. De lage tonen hebben meer impact en zijn beduidend strakker. Het rauwe element is behouden, terwijl de band veel minder rommelig klinkt en er een duidelijker scheiding is tussen de instrumenten onderling. De focus komt meer op McEvoy te liggen met de B&W, het slagwerk is bijvoorbeeld veel minder opvallend dan met een Spendor. Ook tegen het einde van de track is dat het geval. Weer is de B&W de winnaar als het gaat om de beste huwelijkskandidaat.
Taylor begint een stuk aangenamer, of dat aan het hogere rendement van de speaker ligt weet ik niet, mogelijk heeft de versterker het nu gemakkelijker want waar ik net de ogen dichtkneep vanwege de “onaangename” klanken kan ik nu met een gerust hart blijven kijken. De weergave komt minder los van het systeem maar dat neem ik op de koop toe. Taylor is wel heel groot afgebeeld, zijn hoofd is in verhouding tot de werkelijkheid immens. Het gevoel dat de speaker te klein is voor de drukke weergave is verdwenen, de B&W kan dat beter aan dan een Spendor. Niet erg, want dat soort verschillen zoeken we juist op in deze sessie. Berthollet blijft meer op afstand, dat merkte ik ook met de andere muziekstukken. De “haast” is grotendeels weg uit het spel. Nog steeds gaat het in rap tempo maar dat heeft alles te maken met de compositie en de uitvoering. Het te snel lopen van de draaitafel herken ik niet meer. Viool is meer ingehouden en verliest het harde randje, terwijl ik de B&W ken als een speaker die eerder te helder is dan te dof in veel combinaties. Brahms gaat zeker goed, groot orkest met duidelijk aanwezige bassen en cello, prima in de hand gehouden door zowel de versterker als de luidsprekers. Solo viool heeft een meer gedefinieerde plaats, waar hij eerder ‘een beetje rechts’ stond, staat hij nu ‘duidelijk rechts’. Diepte in het stereobeeld is minder dan met een Spendor, de weergave is platter, gelukkig blijft breedte en hoogte netjes behouden.
Audiovector QR3 op Rotel RA-1572
Audiovector is voor Tharaud in positie gebracht en oef wat een subtiel en gevoelig begin is dit. Heel teder het pianospel en minstens zo teder de stem van de dame. Een middenweg tussen Spendor en B&W omdat de heesheid is gebleven terwijl de stem meer body heeft. Piano bewandelt datzelfde pad, niet te groot, niet te klein, alleen iets meer romp en kast zou welkom zijn. Dit is meer een “luister” luidspreker dan de B&W, welke ik eerder beschouw als een instrument om de opname te kunnen beoordelen. Aan het einde van de track denk ik: “jammer het is al afgelopen”. Een goed teken en ik kijk nu al uit hoe de rest zal weerklinken. Brun maakt het mij lastig, ga ik voor het spitse en heldere spel van de B&W of de beleving van de Audiovector, ik denk dat ik uiteindelijk voor het laatste zal kiezen. Mooie diepte in de weergave, zaalakoestiek is aanwezig en de gitaar is overtuigend. Brun heeft echt meer impact dan op de B&W en weet mij meer te raken, een gebied waar normaal een Spendor juist sterk in is. Applaus laat de zaal horen en verschillende mensen, minder goed dan een B&W dat doet, wel in een natuurlijker ruisachtige vorm. McEvoy verdoezelt het microfoonploppen tot een haast onhoorbaar iets. Als de lage tonen inzetten is dat heftig en teveel van het goede. Laag zit in de opname, dat is bekend maar dit drukt teveel. Daar is de ruimte debet aan, maar Audiovector probeert denk ik teveel laag uit een systeem te halen wat daar eigenlijk een maatje te klein voor is. Of de Rotel heeft te weinig grip en controle over de woofers. Later in de track gaat het beter als de mix neutraler is geworden. Onderscheid tussen band en soliste levert in op punten ten opzichte van B&W. Luisteren is wel plezierig en aangenaam met Audiovector en de snelle tweeter laat een paar fraaie bekkens zelfs op het laagste volumeniveau lang uitklinken.
Taylor gaat tot in het trillen van het buikvlies hard op de Audiovector, om daarna het volume te laten dalen zodat de zanger een normaal mens kan worden. De stem is lang niet zo groot als op de B&W, dat is prettig en dichter bij de waarheid. De weergave is rommeliger dan op een B&W, toch nog meer in lijn met hoe het moet zijn dan op de Spendor, kortom een compromis dat aangenaam is al zal het de technisch luisterende purist niet ver genoeg gaan in de details. Weer heb ik het gevoel dat Stereoplay de track heeft gekozen om luidsprekers te pesten want de Audiovector heeft het niet gemakkelijk. Tijdens de drukke passages, vooral aan het einde, neemt rommeligheid toe en verdwijnt de definitie. Berthollet zorgt op de Audiovector voor een weergave waarbij ik zelf ga dirigeren, snel, spits, energiek, enthousiast en levend. Goed, in de lagere regionen missen we het strakke van de B&W, ik krijg er passie in het spel voor terug. Details blijven hangen onder een sluier, maar ze zijn er wel. Het tweede stuk, dat van Brahms, is net zo levendig, de strijkstok jaagt over de snaren in de vaardige handen van Berthollet. Er weerklinkt jeugd in het spel en dat is een eigenschap die ik op de beide andere systemen niet mee kreeg. Vuur en passie, vuur zoveel als de bos rode haren van het meisje uitstraalt. Daar was ik naar op zoek en nu kan ik het vinden.
Mijn beste kandidaat
De uitkomst is voor mij duidelijk, maar eerst een kanttekening voor wie niet het gehele verhaal heeft gelezen. De keuze tussen Spendor, B&W en Audiovector heeft niets te maken met de individuele prestaties van de luidsprekers. Waar het om ging was het zoeken naar een optimale combinatie van bron, versterker en weergevers. De bron en de versterker vast staan waarvoor een juist presterende weergever wordt gezocht. Laat ik snel beginnen met de Spendor, hoe mooi ik die ook vind het is geen weergever die ik zou paren aan de Rotel RA-1572. Het werkt niet lekker en met drukkere muziek klinkt af en toe zelfs onaangenaam, heeft de weergave de neiging over te komen alsof de versterker het niet aankan. Alleen op solo instrumenten, desnoods samen met zang, gaat het lekker genoeg om aan iemand voor te mogen stellen. Overblijven de twee andere kandidaten. Het is wat u zoekt, precisie, detail en noot voor noot kunnen volgen, kies dan de B&W op de Rotel, of mag het wat losser, casual, meer beleving maar minder detaillering en minder strak in de lage tonen, dan is de Audivector een prima alternatief. Beiden durf ik te koppelen en ter demo aan te bieden.
Deze eerste aanzet, zowel voor de lezer, als voor de mensen binnen Lexicom Multimedia en voor mijzelf gaan we in volgende sessies proberen te herhalen. Met een andere versterker van een ander merk. Mogelijk wel dezelfde luidsprekers als die ingespeeld ter beschikking blijven. Om u daarmee een tweede handvat te bieden en een keuze eenvoudiger te maken. Wordt vervolgd!