Review: NAD M12 DirectDigital Preamplifier DAC & NAD M22 Stereo Power Amplifier

Uiterst modern, technologisch vooruitstrevend, zeer veelzijdig, maar het belangrijkste blijft: hoe klinkt de muziek?

Wie mij enigszins kent, weet dat ik geen groot liefhebber van “Klasse D” ben. Ik ken de theoretische voordelen van dit type versterkers: zeer efficiënt, een lager stroomverbruik, minder warmte-ontwikkeling, enzovoort. Maar bij mij krijgt de weergavekwaliteit de allerhoogste prioriteit. Hoe High Tech, High End of High Price een versterker is, maakt mij niet uit: ik wil een natuurlijke, realistische en complete muziekweergave. En juist daarom hebben “Klasse D”-versterkers mij tot nu toe bijna altijd teleurgesteld.

Onlangs heeft NAD een aantal nieuwe modellen geïntroduceerd in de Masters Series. Twee van die modellen, de M12 voorversterker en de M22 eindversterker, zijn het onderwerp van deze test. En die eindversterker is… inderdaad, een “Klasse D”-eindversterker. Heb ìk dat weer? Ja dus. Maar omdat het hier om NAD gaat, en omdat NAD altijd met verrassende oplossingen komt die meestal ook nog eens verrassend goed klinken, ga ik toch met de nodige verwachtingen aan het werk.

Beschrijving
Om maar gelijk met die M22 eindversterker te beginnen: NAD heeft er veel werk van gemaakt. De M22 is beslist geen “NAD-behuizing met standaard OEM-modules”. NAD heeft een forse schakelende voeding met de in eigen huis ontwikkelde Digital PowerDrive ingebouwd, waardoor de versterker altijd voldoende stroom krijgt en nooit “buiten adem” raakt. Sterk vereenvoudigd gezegd: wanneer de versterker zwaar wordt belast, zorgt PowerDrive voor een maximale stroomtoevoer dankzij een speciale extra schakeling. Daarom leveren NAD-versterkers met PowerDrive een hoog piekvermogen. Het resultaat is een natuurlijker weergave met een opvallend realistische dynamiek, omdat er geen compressie plaats vindt door een gebrek aan stroom.

Voor de versterking maakt NAD gebruik van de nieuwste versterkermodules van Hypex, de nCore 400. Maar ook hier heeft NAD de nodige aanpassingen uitgevoerd. Dankzij het precision clipper circuit van NAD-ontwikkelaar Bjørn Erik Edvardsen kan de module 250 in plaats van 200W leveren, waarbij het dankzij de PowerDrive niet uitmaakt of dat aan 8 of aan 4 Ohm is. Uniek! Het piekvermogen loopt zelfs van 350W (8 Ohm) tot 600W (4 Ohm).
NAD belooft een bijna onmeetbaar lage vervorming bij elke belasting, een super-hoge dempingsfactor, een rotsvaste stabiliteit aan elke luidspreker, een grote bandbreedte, een zeer geringe fase-verschuiving, een enorme signaal/ruis-afstand en een stroomvoorziening die elke situatie aankan. Dat is nogal wat. We zullen wel zien (ehhh… horen).

NAD_M12_Masters_Front_500Dan de voorversterker. Deze heet NAD M12 DirectDigital Preamplifier DAC. Een hele mond vol. Bij NAD weet kennelijk ook niemand, hoe ze zo’n ding moeten noemen. Het is geen klassieke voorversterker, het is niet “alleen maar” een DAC, maar wat is het dan wèl? In feite is de M12 een soort digitale audio-schakelcentrale die een ongelooflijke hoeveelheid mogelijkheden biedt. En het mooiste is, dat de koper de mogelijkheden voor een deel zelf kan configureren dankzij MDC (Modular Design Construction). Standaard wordt de M12 geleverd met een module met analoge aansluitingen (1x Phono, 1 x Line RCA en 1 x Line XLR), een module met digitale aansluitingen (2x S/PDIF coaxiaal RCA, 2x optisch TosLink en 1x AES/EBU XLR) en een module met USB-aansluitingen (1x USB-B en 1x USB-A). Dan blijven nog 3 plaatsen over, waar een module kan worden geplaatst. Denk bijvoorbeeld aan een BluOS-module, waarmee u als het ware een BlueSound Node (zonder DAC) in de M12 integreert, zodat ook de netwerk-faciliteit aan boord is. Of een HDMI-module om het geluid van uw TV of BluRay-speler via uw audioset te kunnen weergeven. Mooi toch?
In de M12 blijven alle signalen digitaal. Inkomende analoge signalen worden omgezet naar het digitale domein. De NAD DirectDigital versterkings-schakeling, een Klasse A buffer en een krachtige DSP (Digitale Signaal Processor) zorgen voor grootse prestaties in het digitale domein. De signaalweg (of moet ik data-weg zeggen?) is 35bits, zodat ook na alle bewerkingen een 24bits signaal met uiterste precisie kan worden weergegeven: niets gaat verloren, niets wordt verminkt, niets wordt gecomprimeerd.
Voor de bediening wordt een mooie aluminium afstandsbediening meegeleverd, die lekker zwaar in de hand ligt. Dat vind ik een stuk aangenamer dan zo’n universeel plastic flutdingetje. Maar de M12 heeft ook een fraai touch-screen, waarmee de belangrijkste functies te bedienen zijn (maar wie zit de hele tijd vlak naast de voorversterker?).

Het is onmogelijk om alle technische finesses van deze vooruitstrevende NAD-combinatie in deze recensie tot in detail te beschrijven, want dan wordt het een onoverzichtelijke lap tekst. Wie het naadje van de kous wil weten, kan op Internet veel vinden. De website van NAD biedt veel informatie en ik kwam zelfs een YouTube-filmpje tegen, waarin NAD-ontwikkelaar Greg Stidsen vertelt over NAD PowerDrive. Voor de techneuten en andere liefhebbers…

Gebruikte apparatuur
De NAD M12 DirectDigital Preamplifier DAC en NAD M22 Stereo Power Amplifier worden gecombineerd met B&W 804 Diamond luidsprekers en een Naim NDX netwerkspeler. De bekabeling ziet er als volgt uit: AudioQuest Water DBS XLR (tussen M12 en M22), AudioQuest Water DBS RCA (om de NDX analoog aan te sluiten op de M12), Chord Signature Tuned Aray Digital (om de NDX digitaal aan te sluiten op de M12), AudioQuest Castle Rock DBS luidsprekerkabel, AudioQuest Vodka Ethernet RJ45 ethernetkabel, MusicLine PowerIgel stroomverdeler. Dit alles vormt een respectabele audioset, nietwaar?

Luisteren
Het leuke van de Naim NDX is, dat hij een eigen DAC aan boord heeft en tevens over een digitale uitgang beschikt. Dus kan ik de NDX naar keuze analoog of digitaal aansluiten. Dat lijkt een vreemde onderneming, want als ik de NDX analoog aansluit, wordt het signaal eerst in de NDX omgezet van digitaal naar analoog, waarna het in de NAD M12 weer wordt omgezet naar digitaal en uiteindelijk weer naar analoog (vlak voor de uitgangen naar de eindversterker). Knettergek… of toch niet?
Omdat in de M12 alle “werkzaamheden” in het digitale domein plaatsvinden, worden inkomende analoge signalen onmiddellijk gedigitaliseerd. Dit gebeurt op een onvoorstelbaar nauwkeurige manier, zodat het klankkarakter van de analoge bron volkomen intact blijft. Dus kan ik inderdaad het klankkarakter van de NDX vergelijken met dat van de DAC in de M12.

Daarbij blijkt, dat de twee DACs (van de NDX en van de M12) allebei op een zeer hoog kwaliteitsniveau werken. De bekende zaken als detailweergave, stereobeeld, ruimtelijkheid, klankkwaliteit en natuurlijkheid zijn bij beide DACs dik in orde. Als ik de verschillen moet benoemen, zeg ik dat de DAC in de M12 iets helderder is, nèt iets verder gaat bij het opsporen van de kleinste details, maar ook iets minder vergevingsgezind is. Een goede opname klinkt prachtig, maar de fouten in een mindere opname worden genadeloos blootgelegd. Garbage in is garbage out. De NDX is in dat opzicht iets vriendelijker en doet meer z’n best om van een mindere opname toch een prettig stuk muziek te maken. Ook is de klank iets warmer, waardoor de indruk wordt gewekt dat de NDX iets voller klinkt. Dat is niet zo, want ook de M12 presenteert een compleet muzikaal plaatje. De DAC in de M12 doet mij sterk denken aan de M51, die ik eerder heb gerecenseerd. Logisch natuurlijk, want beiden behoren tot de Masters Series van NAD.

De hieronder geschetste impressies van enkele van de beluisterde muziekstukken is een soort “gemiddelde” van beide DACs. Dat moet wel, want anders wordt de tekst twee keer zo lang. Waar opvallende verschillen aanwezig zijn, worden die apart beschreven.

Genoeg gepraat. Muziek graag! Andrea Bocelli opent de luistersessie met het album Vivere, waarvan ik het nummer Io Ci Scaro kies. Bocelli wordt niet alleen begeleid door het orkest, maar ook door concertpianist Lang Lang. Een prachtig nummer waar alles in zit. Stem, instrumenten, dynamiek, diverse melodielijnen, etc. De abrupte inzet van het nummer wordt uitstekend weergegeven, zonder een spoortje compressie. Is dit het effect van de PowerDrive? Wauw. De vleugel speelt een hoofdrol in het intro, maar wordt nooit log of zwaar. De klanken dansen door de luisterruimte en de vleugel wordt als een echte vleugel neergezet: groot, majestueus, met een solide klankkast. De strijkers vloeien mooi en soepel uit de luidsprekers en de akkoorden van de vleugel worden duidelijk vóór het orkest gepositioneerd. Wanneer Andrea Bocelli zingt, staat ook hij perfect vóór het hele orkest. De plaatsing is dik in orde; ook andere instrumenten zijn gemakkelijk te lokaliseren en het hele plaatje is compleet en muzikaal. De klank is erg mooi en natuurlijk; het geheel wordt mooi doortekend en op een realistische schaal gepresenteerd. Lang Lang toont zijn virtuositeit en maakt er op de vleugel een feestje van. De stem van Bocelli is heerlijk Italiaans: vol warmte, passie en emotie. Hij staat niet zomaar een willekeurig liedje te zingen, nee, hij vertelt een verhaal. Ook al ben ik het Italiaans niet machtig, toch boeit het me van de eerste tot en met de laatste noot. Ook wanneer hij hoog uithaalt is de weergave van zijn stem prachtig. De timing van de rijkelijk aanwezige transiënts is zeer goed, wat bijdraagt aan de impact van het nummer. Het stereobeeld is breed, diep en ook voldoende hoog. Met name dat laatste schiet er wel eens bij in, maar deze audioset doet het uitstekend. De timing van de M12-DAC is een fractie scherper gesneden dan die van de NDX en dat hoor ik vooral bij het intro en sommige transiënts. Daarentegen is de stem van Bocelli een tikkie warmer en rijker via de DAC van de NDX. Via de M12-DAC lijkt hij een nuance afstandelijker. Maar ondanks de twee eigen klankkarakters blijven de verschillen binnen de marge.

Even de bas testen. Altijd leuk. Brian Bromberg met My Bass van het album Brian Bromberg. Geen nummer dat ik ooit zal kiezen om zijn muzikale verdienste, maar wel een nummer dat, afgezien van het grappige ping-pong stereo-effect, voldoende materiaal biedt om de set eens grondig te martelen. Wat onmiddellijk opvalt is de fabelachtige controle in de bas. De M22 eindversterker houdt de woofers van de 804 Diamonds in een ijzeren greep. Margaret Thatcher is er niets bij. Ik heb uit de 804 Diamonds nog nooit zo’n snaarstrakke en gortdroge bas gehoord. En dat wil wat zeggen, want de 804 Diamond is uitgerust met woofers van bovengemiddelde kwaliteit. Het bespelen van de snaren is zeer gedetailleerd te horen, maar ook de percussieve geluiden die Bromberg met de snaren maakt, worden uitstekend weergegeven. De droge, afgronddiepe bas is indrukwekkend en boeiend, waarbij het geluid niet alleen maar de diepte in gaat, maar ook melodieus blijft. De noten zijn goed gespatieerd, er treedt geen versmering op. Al met al wordt hier een zeer realistisch beeld neergezet, waarbij de M12 nog een klein stapje verder gaat dan de NDX, die het allemaal wat vriendelijker en een fractie minder direct presenteert.

Een oudere opname nu: Charles Aznavour met She van het album The Best Of… Deze opname wordt ondanks de hoorbare leeftijd goed weergegeven. Ik heb niets te klagen over de detailweergave, de kwaliteit van de stemweergave of andere aspecten. Bij het overzetten van deze (oorspronkelijk analoge) opname naar CD is kennelijk iets mis gegaan met de equalisatie, want de CD heeft in tegenstelling tot de originele LP last van vrij agressieve s-klanken. En omdat de commercieel (in plaats van muzikaal) ingestelde technicus bij het overzetten naar CD kennelijk de dwaalleer “harder is beter” heeft gevolgd, is de dynamiek beperkt en moet ik het volume bijregelen. Zonde van zo’n goed album! Maar het biedt mij de gelegenheid om te beluisteren, wat de NDX en de M12 er van maken. De NDX doet zoals gewoonlijk ook hier z’n best om een prettige luister-ervaring te bieden, terwijl de M12 zaken als de harde s-klanken gewoon laat horen. Garbage in is garbage out. Geen compromissen.

Snel door naar Tommy Emmanuel met Train to Düsseldorf van het album Live One. Dit is genieten! Snel, exact, doortekend, gedetailleerd, geen spoortje van dichtlopen, weergaloze klanken, kortom: een verwende recensent kan niet méér verlangen. De verschillen tussen de NDX en de M12 blijven hier relatief beperkt en dwingen mij tot muggenzifterij. Als ik dat doe, zou ik kunnen zeggen dat de M12 iets helderder is en de tonen iets langer laat doorklinken, terwijl de NDX iets warmer is en meer sfeer neerzet. Ook lijkt de M12 iets sneller, iets puntiger in vergelijking met de NDX. Maar nogmaals: ik kijk nu door een vergrootglas. O, voor ik het vergeet: een compliment aan de M22, die de 804 Diamonds echt optimaal laat presteren. Wat een soepele krachtpatser!

Tenslotte een stukje klassiek, omdat ik daar eigenlijk het liefst naar luister. Het Orchestre de Montreal onder leiding van Charles Dutoit, met Peter Hurford aan het orgel. De 3e symfonie van Camille Saint Saëns, ook bekend als de Orgelsymfonie. Ik kies het deel met de titel “Maestoso”, omdat in dat deel het orgel flink meedoet. Het stuk zet in met een majestueus orgel-akkoord, dat in al zijn grootsheid en stralende pracht de luisterruimte in davert. Heerlijk! De inzet van het orkest is eveneens prachtig en ik geniet van de uitermate exacte timing van de M12/M22-combinatie en de gestoken scherpe afbeelding van de weergave. Afgezien van de klankverschillen (M12 iets helderder, NDX iets warmer) is dit voor beide opties een gelijkspel. Alle instrumenten, instrumentgroepen en melodielijnen zijn zonder enige inspanning te volgen en zo hoort het ook. Ik heb deze opmerking vaker gemaakt en dat zal ik blijven doen, want alleen als ik dit opschrijf, laat de betreffende audioset mij optimaal genieten van de muziek. Hierdoor is ook de opbouw in dit stuk muziek zeer goed te volgen. De vleugel twinkelt als een kristalhelder beekje, de pauken en het koper zijn imposant. De M22 heeft de totale controle over het gedrag van de luidsprekers en zet op een onopvallende manier de weergave naar zijn hand. Ik hoef geen moment te twijfelen, wie hier de baas is. Chapeau!

Conclusie
De NAD M12 en M22 hebben zich aan mijn laten zien (ehhh… horen) als een topklasse versterkercombinatie. Goed, het duo kost (op twee Euro’s na) 7500 Euro (vanaf 1 maart 2015), dus dan mag je wel iets verwachten.
De M12 klinkt ongelooflijk schoon, realistisch en neutraal, zonder analytisch of klinisch steriel over te komen. Het spelletje met de NDX (afwisselend luisteren via een analoge en een digitale aansluiting) heeft mij geleerd, dat de M12 zeer respectvol met de signalen en de klanksignatuur van de aangesloten bronnen omgaat. Het maakt niet uit of dat analoge of digitale bronnen zijn. De analoog/digitaal-conversie is dus net zo goed als de digitaal/analoog-conversie. Hierdoor is de M12 een uitermate transparante en neutrale schakelcentrale, die nauwelijks een eigen klanksignatuur heeft. Dat is een bijzonder knappe prestatie van NAD, waarvoor ik alleen maar respect kan hebben. En MDC maakt deze M12 bovendien ongekend flexibel, zodat hij aan vrijwel iedere situatie is aan te passen. Daarmee is de M12 een zeer vooruitstrevende machine, die het hart kan vormen van een moderne stereo audio- of AV-set. Aanbevolen!

Tja, en dan de M22. U weet wel, die Klasse D eindversterker. Is de M22 de eerste Klasse D versterker die mij heeft kunnen overtuigen? Bijna. Het scheelt een haartje. De M22 heeft mijn respect en waardering verdiend, maar toch mis ik “iets”. Maar dat “iets” laat zich slecht omschrijven. Misschien helpt het als ik u vertel dat ik thuis naar een buizen-voorversterker met twee buizen-eindversterkers (monoblokken) luister. Maar ga vooral zelf luisteren, want de kans is groot dat u de M22 fantastisch vindt. De eerlijkheid gebiedt mij om te zeggen, dat meer mensen het niet met mij eens zijn dan wèl, wanneer het om Klasse D versterkers gaat…

De M22 heeft grote indruk op mij gemaakt met de afgronddiepe, ultra-gecontroleerde bas. De ijzeren vuist, zoals ik hierboven schreef. En die ijzeren vuist geldt niet alleen in de bas, maar over het gehele frequentiebereik. Er gebeurt niets zonder toestemming van de M22. Daarbij is het verfrissend, dat de M22 geen verstikkende dictator is, geen logge, zware Watt-macht, maar een soepele, snelle en alerte control-freak, die zich rustig houdt als het kan en bliksemsnel een berg vermogen levert als de muziek daarom vraagt. In de inleiding heb ik beschreven, dat NAD geen standaard OEM-modules van de plank heeft gepakt, maar een aantal stevige modificaties heeft toegepast. Mijn vermoeden is, dat dit de reden is voor de prima klankeigenschappen van de M22. NAD heeft zijn reputatie te danken aan versterkers met onverwacht goede prestaties en ook deze M22 past in dat beeld. De M22 klinkt beduidend minder naar Klasse D dan zijn concullega’s en dat is uitstekend. Hij wordt ook warmer dan de gemiddelde Klasse D versterker, dus er gebeuren bijzondere dingen onder de motorkap. Ook al heeft de M22 mij nèt niet voor de volle 100% kunnen overtuigen, hij is wel de beste Klasse D versterker die ik tot nu toe heb gehoord. Met vlag en wimpel!