Hoe een prima audioset kan worden uitgebouwd naar “the next level”
Exposure timmert al bijna 40 jaar aan de weg met uitstekende apparatuur voor relatief bescheiden prijzen. Het bedrijf is opgericht door John Farlowe, die streefde naar een zo goed mogelijke muziekweergave, maar zonder exotische prijskaartjes. Op basis van de ervaring die hij had opgedaan in opnamestudio’s (met o.a. Pink Floyd en David Bowie) en de professionele gitaarversterkers die hij bouwde (o.a. voor The Who en Jethro Tull) is hij tot een concept gekomen, dat nu nog steeds de harten van prijsbewuste muziekliefhebbers voor zich weet te winnen.
De internationale audiopers is unaniem enthousiast over de uitstekende geluidskwaliteit en de solide bouwkwaliteit; beide aspecten stijgen uit boven hetgeen men verwacht in deze prijsklasse. Over de beroemde 2010 versterker en zijn opvolgers is al veel geschreven. Daarom kies ik voor de grotere 3010S2-serie, want die is minstens zo interessant.
Gebruikte apparatuur
Eerst de Exposure-kandidaten: de 3010S2 geïntegreerde stereo versterker, de 3010S2 stereo eindversterker, de 3010S2 CD-speler en de 2010S2 DAC (een 3010S2 DAC bestaat niet). De Audiovectors Si3 Avantgarde Arreté zijn zo ongeveer mijn vaste referentieluidsprekers geworden. Ze klinken zeer muzikaal en gedetailleerd en verdoezelen niets. Alle eigenschappen van de aangesloten apparatuur worden haarfijn gepresenteerd, zodat eventuele eigenaardigheden onmiddellijk duidelijk worden. De luidsprekerkabels zijn van The Chord Company, type Signature, evenals de brugjes. Ik ben heel blij dat die metalen plaatjes tussen de luidsprekeraansluitingen zijn vervangen door brugjes, want dat levert een hoorbaar beter resultaat op. Eigenlijk is het te gek voor woorden, dat zelfs topluidsprekers standaard worden geleverd met die inferieure plaatjes. Ondingen! Als digitale interlink gebruik ik de nieuwe Chord Signature Tuned Aray Digital. De analoge interlinks zijn de Vertere Acoustics Pulse B. Voor de stroomvoorziening staat een MusicLine PowerIgel klaar.
Beschrijving
De 3010S2 geïntegreerde versterker is een solide gebouwde 2×110 Watt (aan 8 Ohm) stereoversterker. De aluminium behuizing heeft tot doel, resonanties te dempen en elektromagnetische strooivelden te voorkomen. Het interieur ziet er verzorgd uit. Enkele technische lekkernijen: een voeding met een flinke ringkerntransformator en 4 grote, op maat gemaakte condensatoren; 4 paar Sanken bipolaire transistors aan een stevig koellichaam; Klasse A gebufferde uitgangen om een extra eindversterker of subwoofer(s) te kunnen aansturen; gemotoriseerde Alps regelaars voor volume en bron-selectie; korte signaalwegen op de printplaten. IC’s (chips) zijn alleen aanwezig op de printplaat voor de schakellogica en als buffer voor de line-out. Het grote koellichaam met de uitgangstransistors is tussen de voeding en de versterker-printplaat geplaatst en werkt als een schild tegen brom en andere interferenties. De 3010S2 heeft twee stel luidsprekeraansluitingen (voor bi-wiring); als extra kan een phonovoorversterker-module worden besteld. Uiteraard is afstandsbediening standaard. Toch even zeuren: de afstandsbediening is een eenvoudig lichtgewicht ding; gezien de bouwwijze van de versterker had ik een fraaier exemplaar verwacht.
De 3010S2 stereo eindversterker lijkt erg op de geïntegreerde versterker, maar dan zonder het voorversterker-deel. Het is eigenlijk een tweede eindversterkertrap. Exposure biedt deze optie om moeilijk aan te sturen luidsprekers met een extra eindversterkertrap op andere gedachten te brengen. Maar ook makkelijk aan te sturen luidsprekers, zoals de gebruikte Audiovectors, kunnen van bi-amping profiteren.
De 3010S2 CD-speler is eveneens een verzorgd opgebouwde machine, die over vergelijkbare constructiedetails beschikt als de versterker. Behuizing, flinke voeding (aparte trafo-windingen voor het audio-gedeelte), korte signaalwegen, dubbelzijdige printplaten van hoge kwaliteit, het is allemaal dik in orde. Volgens Exposure is een echt CD-loopwerk gebruikt en geen halfslachtig aangepast DVD-computerloopwerkje. Naast de analoge stereo-uitgang zijn er 2 digitale uitgangen: S/PDIF (BNC) en TOSLink (optisch). De digitaal/analoog-omzetting wordt uitgevoerd door één Texas Instruments (v/h Burr Brown) PCM1704 mono DAC-chip per kanaal. Dual mono. Dat helpt bij het realiseren van een optimale kanaalscheiding. Ook de CD-speler heeft een afstandsbediening; ik zal niet weer gaan zeuren, maar…
De 2010S2 DAC is, zoals te verwachten is van een merk dat groot is geworden met versterkers, voorzien van een ruim bemeten voeding met veel regulatie. Een flinke trafo vertaalt 230V naar een lagere spanning, een squadron condensators zorgt voor een gelijkmatige stroomvoorziening. Het inkomende digitale signaal wordt door een Wolfson 8742 DAC-chip omgezet naar analoog. Omdat deze chip een volumeregeling biedt, kan de 2010S2 DAC ook als eenvoudige voorversterker worden ingezet, maar gezien de kwaliteit van de voorversterker in de 3010S2 was dat voor mij geen optie. Er zijn 3 coaxiale (BNC) ingangen, 2 TOSLink (optisch) en 1 USB. Geen RCA, wat in mijn geval een greep in de voorraad BNC-naar-RCA-verloopjes betekende. BNC is eigenlijk beter dan RCA, maar RCA wordt algemeen gebruikt en is dus meer compatible. Typisch Brits om toch aan BNC vast te houden… De S/PDIF-ingangen accepteren tot 24bit/192kHz, de TOSLinks gaan tot 24bit/96kHz. Niets afwijkends. De USB-ingang is merkwaardig: niet asynchroon en bovendien gefixeerd op 24bit/96kHz. De aangesloten computer moet de sample-rate eerst aanpassen, hetgeen niet tot optimale resultaten leidt. Ik heb de USB-ingang dus niet gebruikt. Na de DAC-chip volgt een “chipvrije zone” voor het audiosignaal. Erg goed! Dat zie ik ook wel eens anders… Misschien ouderwets, maar ik houd van discrete schakelingen. Analoge signalen hebben geen chips nodig. Tja, en nu moet ik mezelf alweer herhalen, want de afstandsbediening is weer een simpel plastic dingetje. Jammer.
Toch heeft de afstandsbediening van de 2010S2 DAC één voordeel: hij kent de commando’s uit de RC5-familie. Dat betekent, dat hij de basisfuncties van veel netwerkspelers kan bedienen. Stel, u wilt een Exposure-set kopen inclusief netwerkspeler. Exposure levert geen netwerkspelers. Linn wel. De Sneaky DS wordt standaard zonder afstandsbediening geleverd, maar begrijpt wel alle RC5-commando’s. Dus… heeft dat plastic dingetje toch een onverwacht pluspunt weten te scoren.
Luisteren
Audio-apparatuur profiteert meestal van een goede inspeelperiode. Exposure ook. De gebruikte apparaten waren gelukkig goed ingespeeld, dus daar hoefde ik geen rekening mee te houden. Ik heb in wisselende configuraties geluisterd; het zou te ver voeren om ze hier op te sommen. Dus beperk ik me tot de belangrijkste opties. De gebruikte CD’s waren Arabesque van Crystal Cable en Vivere van Andrea Bocelli.
A) 3010S2 geïntegreerde versterker en 3010 S2 CD-speler
De eerste indruk van de weergave is positief. Een mooi vol en rijk geluid zonder lelijke uitschieters. De detailweergave is goed en het klankbeeld redelijk neutraal. Bij sommige instrumenten is wel enige kleuring hoorbaar, maar die is niet onprettig en leidt dus niet tot vermanende opmerkingen.
Arabesque in de lade. De Danse Macabre van Saint-Saëns (Track 11). De individuele instrumentgroepen en melodielijnen zijn goed te volgen, de dynamiek is prima, de xylofoon komt fel en soms zelfs een tikje agressief boven het orkest uit. Naar mijn smaak iets te fel. Het stereobeeld is mooi doortekend en diep, de basweergave loopt diep door en is goed gedefinieerd.
De Suite voor Cello solo van Bach (Track 15) komt vol en donker uit de Audiovectors. Omdat de doortekening en de detaillering goed is, klinkt het stuk behoorlijk realistisch. Ik hoor niet alleen de snaren, maar ook de klankkast en de strijkstok. Zo hoort het. Ik beluister de hele track en geniet van de muziek.
Vervolgens een martelinstrument, waar mindere goden in audioland hun tanden op stukbijten: een concertvleugel. De Berceuse Op. 57 van Chopin. De vleugel klinkt iets warm, maar dat is wel lekker. De klank is goed, wordt nooit irritant, maar leidt tot ontspannen luisteren. Door de goede detaillering wordt de totale muziekbeleving versterkt: een mooie weergave van de toetsaanslagen en de klankkast. Alleen blijft het beeld iets te compact, maar dat is niet van invloed op de intensiteit. Test geslaagd. Bijna een 8.
Het Allegro uit het Concerto Op. 4 no. 3 “La Stravaganza” van Vivaldi (Track 3) komt ritmisch, vlot, speels en vrolijk uit de luidsprekers dansen. De goede timing is erg fijn, want dat heeft dit stuk nodig. De soloviool komt mooi los van het orkest en klinkt luchtig. De strijkers zijn mooi homogeen en de bassen mooi vol en diep. De doortekening van het laag maakt het fundament tot een bijzonder fraai bouwdeel van de muzikale structuur. Het enige negatieve puntje is ook hier enige agressiviteit in het hoog, die ik niet prettig vind.
In La Voce Del Silenzio van Andrea Bocelli klinkt de vleugel weliswaar iets te gekleurd, maar dat ligt deels aan de opname. Het intro rolt lekker zwaar de luisterruimte in. De stem van Andrea is prachtig vol en Italiaans, met passie en emotie. Hij staat netjes los van het orkest, al zou de afstand iets groter kunnen zijn. Het stereobeeld is prima van afmetingen en vult de ruimte. Het iets te felle hoog blijft voor mij de enige verstorende factor in de klankbalans. Verder zou ik prima met deze set kunnen leven, want de prijs/kwaliteitsverhouding is dik in orde.
B) 3010S2 geïntegreerde versterker, 3010S2 eindversterker en 3010 S2 CD-speler
Ik koppel de extra eindversterker aan de geïntegreerde versterker en sluit de luidsprekers op de eindversterker aan. Tja, de ene eindtrap of de andere, allebei 2×110 Watt, allebei dezelfde opbouw en onderdelen, maakt dat verschil? Toch wel, gek genoeg. Ondanks gescheiden trafowikkelingen en dat soort verhalen merk ik toch, dat de eindversterker een hele voeding in z’n eentje kan gebruiken. Hij hoeft hem niet te delen met een voorversterker. Het vermogen mag dan gelijk blijven, maar de stroomleverantie neemt toe. Dat is hoorbaar.
Track 11 maakt gelijk verschillen hoorbaar: meer rust, neutraler, ruimtelijker. Details worden beter uitgewerkt, waardoor de muziek niet alleen mooi klinkt, maar ook een verhaal vertelt. Dat zit hem nu net in die kleinigheden. Net als de dynamiek, die nu niet alleen macro, maar ook micro prima is. De bas is nu niet alleen heel diep, maar ook vol en doortekend. En tot mijn vreugde is het hoog iets rustiger.
Wanneer ik doorga naar Track 15, word ik verrast met een betere balans over het gehele tonenbereik en een gedetailleerder beeld van de speelwijze van Pieter Wispelwey. De invloed van de strijkstokbewegingen is genuanceerder hoorbaar. Mooi!
In Track 10 is de vleugel meer tot rust gekomen. De klank is neutraler, completer. Net als bij de cello in Track 15 hoor ik een betere balans over het hele tonenbereik. Het stereobeeld is groter, waardoor de vleugel meer gaat lijken op de grote concertvleugel die ik eigenlijk zou moeten horen. De levensechtheid van de muziek neemt toe.
Voor Track 3 geldt eigenlijk min of meer hetzelfde: meer rust, een betere balans, minder felheid in het hoog, ruimtelijker en meer genuanceerd. Het stereobeeld vult nu echt de hele ruimte.
Tenslotte Bocelli: ook hier een hoorbare verbetering. Hij staat nu verder voor het orkest, de vleugel klinkt voller en iets neutraler. De algehele klankbalans is er op vooruitgegaan. Ik geniet…
Die extra eindtrap maakt dus toch meer verschil dan ik aanvankelijk wilde geloven. Benieuwd naar de volgende stap!
C) 3010S2 geïntegreerde versterker & 3010S2 eindversterker (bi-amping) en 3010 S2 CD-speler
Nu de volgende test: bi-amping. Ik pak een tweede set Chord Signature luidsprekerkabels. Op de luidsprekers verwijder ik één set brugjes. Het hoog wordt nu aangestuurd door de geïntegreerde versterker; het midden en laag worden samen door de extra eindversterker verzorgd.
Dit keer begin ik met Andrea Bocelli. Wat een verschil! De ruimtelijkheid neemt nogmaals toe en maakt het stereobeeld groter in alle richtingen. Door deze vergrote ruimte en de enorme rust in de weergave krijgen nu ook de meest minuscule details de kans om hun bijdrage te leveren aan een weergave die inmiddels bijna een live-gevoel oproept. Tikken op bekkens zijn duidelijker te onderscheiden, het gitaarspel is vrijer en meer open, ik hoor de snaren en de manier waarop ze worden bespeeld. Andrea’s stem staat nu echt helemaal los van het orkest en zo hoort het ook. Op de BluRay-disc van een van zijn concerten is te zien, dat hij ruim anderhalve meter vóór het orkest staat en dat is nu te horen.
Terug naar Arabesque. Op Track 11 valt vooral de verbeterde definitie op. De soloviool staat nu 100% los van het orkest. In dat orkest zijn alle individuele instrumenten uitstekend te volgen, waardoor de muziek meer diepgang krijgt. Ik luister geboeid en geniet van een breed, diep en hoog stereobeeld. De orkestleden lijken meer ruimte te hebben, waardoor de muziek breder en voller klinkt. De basweergave is diep en rijk, het hoog profiteert van de zwarte achtergrond en de toegenomen rust in het klankbeeld. Niet alleen de grote dynamieksprongen in dit stuk hebben meer impact, maar ook de kleinere verschillen worden beter uitgewerkt. Heel mooi.
Track 15 is opnieuw een mooie verrassing. Ik houd heel erg van het cellospel van Pieter Wispelwey, dus elke verbetering in de weergave is welkom. De “standaard-set” was een erg goed uitgangspunt, maar door de bi-amping maakt de weergave een flinke stap in de goede richting. De kleuring is nòg minder, de levensechtheid wordt opnieuw beter. Ik hoor meer details die mij bij het cellospel betrekken. Ik ben niet meer “zo maar” naar een CD aan het luisteren, nee, Pieter speelt speciaal voor mij. En hoe! Dit stuk draai ik twee keer en ik concludeer, dat bi-amping echt werkt.
Elke toevoeging aan deze set is onmiddellijk hoorbaar in Track 10. De vleugel reageert heel direct op elke verbetering. Ook nu weer: door de zwartere achtergrond, de rust en de verbeterde definitie hoor ik nu allerlei subtiele details in het spel. Verschillen in toetsaanslag die nuances in de muziek aanbrengen. Een mooier, langer en subtieler decay met natrillende snaren en een zingende klankbodem. De meditatieve muziek boeit mij mateloos, terwijl ik normaal gesproken niet zo’n Chopin-liefhebber ben.
Tenslotte toch nog even Track 3, omdat ik een groot liefhebber ben van Rachel Podger, de koningin van de barokviool. De indruk is vergelijkbaar met die van Track 11. Meer ruimtelijkheid, een duidelijkere scheiding tussen orkest en soloviool, een mooier uitgewerkte macro- en microdynamiek. De klankbalans is beter, waardoor de natuurlijkheid toeneemt. De viool van Rachel zingt en danst door de ruimte, het orkest speelt vol enthousiasme.
D) 3010S2 geïntegreerde versterker & 3010S2 eindversterker (bi-amping), 3010 S2 CD-speler en 2010S2 DAC
Dit is een gok. De DAC-sectie in de CD-speler is heel erg goed, dus een externe DAC moet serieus aan de bak om daar overheen te gaan. Ik twijfel, maar zodra de eerste noten van Track 11 klinken, blijkt die twijfel onterecht. De weergave is super-realistisch met een prachtige natuurlijke klankbalans, een diepzwarte achtergrond en een kamervullend stereobeeld. De subtiele detailweergave maakt het plaatje helemaal compleet en ook in het hoog is nu geen sprake meer van agressieve felheid of scherpte. Dit is optimaal genieten.
Snel door naar Track 15, want ik ben zeer benieuwd naar de cello. Tot mijn vreugde word ik getrakteerd op een bijna levensechte weergave. Als ik mijn ogen sluit, lijkt het wel alsof ik de cello kan aanraken. Wat moet ik hier nog meer over schrijven? Dit is mooi, héél mooi!
Ook Track 10, de concertvleugel, verrast me met een detailrijkdom, een prachtige klankbalans en een weldadige rust in het weergavebeeld. Zó kan een concertvleugel klinken wanneer een goede audioset aan het werk is. Ik hoor de aanslag, het ontstaan van de tonen, het zingen van de muziek en het decay; alles in een weldadige balans die dit majestueuze instrument optimaal tot zijn recht laat komen.
En het barok-orkest van Track 3? Ik heb het gevoel dat ik in de concertzaal zit. Rachel Podger leidt het orkest met haar wervelende spel; het orkest maakt er een feestje van en spat vol plezier uit de Audiovectors. Vivaldi zou blij verrast zijn als hij zou horen dat zijn muziek zo mooi kan klinken zonder ook maar één muziekinstrument in de luisterruimte. De balans is prachtig, de weergave zeer realistisch en muzikaal. Dit is muziek!
Tenslotte Andrea Bocelli. La Voce Del Silenzio klonk al geweldig mooi in de vorige setup, maar de DAC voegt toch voldoende toe om opnieuw verbaasd te zijn over de uiterst fraaie stem en het vloeiend spelende orkest. Het intro rolt nu echt kamerbreed over mijn schoenen; de vleugel in deze opname heb ik vandaag nog niet zo mooi gehoord. Een weldadige ontspanning, ruimtelijkheid en natuurlijkheid maken deze muziek een streling voor het oor. Zó moet het!
Conclusie
De 3010S2 geïntegreerde versterker en de 3010S2 CD-speler vormen samen een kwalitatief hoogwaardige combinatie. Daar kan iedere muziekliefhebber zonder problemen mee uit de voeten. Voor wie meer wil is de eerste upgrade een extra 3010 S2 eindversterker (en een extra set luidsprekerkabels) om een bi-amping configuratie op te zetten. Wie het neusje van de zalm wil, spaart vervolgens door voor de 2010S2 DAC, want die maakt het “High End”-plaatje compleet. Bovendien kunt u dan extra digitale bronnen op uw installatie aansluiten, die (a) een minder goede interne DAC hebben of (b) helemaal geen interne DAC hebben.
Voor welke samenstelling u ook kiest, met deze Exposure-geweldenaars legt u de basis voor jarenlang muziekplezier op een hoog kwaliteitsniveau. En het fijne is, dat de versterker(s) absoluut niet kritisch is/zijn, waardoor u niet wordt beperkt bij het kiezen van luidsprekers. Uw smaak is bepalend, niet de apparatuur. Zo hoort het volgens mij te zijn.
Tenslotte vind ik het erg fijn om te constateren dat een kwalitatief hoogwaardige audioset ook bereikbaar is voor mensen zonder Zwitserse bankrekening.