PS Audio DSD DAC en PS Audio DSD DAC Junior: twee High End DACs vergeleken

Een luistertest die aantoont, dat een goede DAC essentieel is in een moderne audioketen

Bij het luisterwerk voor mijn vorige recensie (B&W 800 D3 vs. 802 D3) maakte ik dankbaar gebruik van onder meer de PS Audio PerfectWave DirectStream Junior DSD digitaal/analoog-converter (DAC). Je zult de naam van die DAC in chocoladeletters krijgen… Deze High End DAC, die inmiddels permanent zijn intrek heeft genomen bij Lexicom MultiMedia, had een bepalend aandeel in de uitermate fraaie en verfijnde weergave, waarmee mijn oren werden verwend. De PS Audio maakte mij er voor de zoveelste keer attent op, hoe belangrijk het is dat digitale bronnen een hoogwaardige digitaal/analoog-conversie ter beschikking hebben. Ook al is de digitale bron van absolute topklasse, zonder een goede DAC wordt het niets. Reden genoeg om in deze recensie meer aandacht te besteden aan twee High End DACs van PS Audio.

ps-audio-direct-stream-lexicom-multimediaVoor deze recensie zal ik de PS Audio PerfectWave DirectStream DSD en de PS Audio PerfectWave DirectStream Junior DSD beluisteren. Om niet elke keer die vreselijk lange namen te hoeven typen, zal ik deze DACs verder aanduiden met Senior en Junior. Op het moment van luisteren was de Senior niet aanwezig in de showroom van Lexicom MultiMedia, maar gelukkig heb ik een vaste klant van Lexicom MultiMedia bereid gevonden om samen met zijn DAC naar de showroom te komen voor deze recensie. Waarvoor uiteraard mijn grote dank!

Korte beschrijving
PS Audio maakt voor deze twee DACs geen gebruik van de DAC-chips van de bekende chip-bouwers (Burr-Brown/TI, Wolfson, Cirrus Logics, AKM, etc.) en is daarmee één van de zeer weinige DAC-bouwers die een 100% eigen DAC op de markt brengen. De DACs van PS Audio werken op basis van een FPGA (Field Programmable Gate Aray). Dat is in feite een soort grote chip, die niet voorgeprogrammeerd is, maar waar een fabrikant zelf zijn eigen software op kan zetten. Een bijkomend voordeel is, dat de software altijd kan worden voorzien van updates, waardoor een FPGA veel langer actueel blijft dan een “vaste” chip. PS Audio maakt dankbaar gebruik van die optie, waardoor de eigenaar van een PS Audio PerfectWave DirectStream DSD DAC (Senior en Junior) niet bang hoeft te zijn dat zijn fraaie bezit binnen enkele jaren hopeloos achterloopt.

De software van de twee PS Audio DACs is ontwikkeld door Ted Smith, computerwetenschapper en audiofiel. Zoals elke ontwikkelaar heeft ook Ted Smith een eigen filosofie over de beste manier om digitale bestanden te converteren naar analoge muzieksignalen. Smith is een groot liefhebber van het DSD-formaat (DirectStream Digital, bekend van de SACD) en heeft ontdekt, dat het veel eenvoudiger is om alle inkomende digitale signalen eerst te upsamplen naar DSD en vervolgens te converteren naar analoog. Dat scheelt een heleboel bewerkingen die de integriteit van het signaal zouden kunnen aantasten. Hoe dat precies in z’n werk gaat, is een behoorlijk technisch verhaal dat hier te veel ruimte zou kosten. Daarom verwijs ik techneuten, hobbyisten en andere geïnteresseerden naar de website www.psaudio.com, waar dit proces tot in detail wordt uitgelegd (in het Engels).

Beide DACs zijn voorzien van een volumeregeling. Dat maakt mij meestal huiverig en ik zal u vertellen waarom. De meeste DACs-met-een-volumeregeling, die volgens hun fabrikanten ook als “digitale voorversterkers” gebruikt zouden kunnen worden, maken gebruik van de volumeregeling die in de DAC-chip zit en die niet bit-perfect is, waardoor de resolutie wordt aangetast. Sterk versimpeld gezegd: er worden bits weggegooid als u de DAC zachter zet. De weergavekwaliteit wordt daar niet beter van en daarom houd ik niet van die werkwijze. Ik gebruik de DAC dan liever als gewone DAC in combinatie met een (voor)versterker.
Maar de digitale volumeregeling van deze PS Audio DACs staat los van de dataconversie en is wèl bit-perfect. De resolutie blijft dus onaangetast. En daarom kunnen de twee PS Audio DACs wèl als digitale voorversterker dienen (vooropgesteld dat u geen analoge bronnen wilt aansluiten).

ps-audio-direct-stream-dac-junior-blackDe Junior wordt door PS Audio zelf omschreven als een soort “light“-versie van de Senior. Hij kan alles wat de Senior ook kan, alleen heeft hij een duidelijk eenvoudiger opbouw. De voeding is eenvoudiger van opzet, de uitgangs-sectie is flink eenvoudiger, de Lundahl uitgangstrafo’s ontbreken, etc. etc. Daar staat tegenover dat het prijskaartje een stuk vriendelijker uitvalt. En voor die lagere prijs krijgt u er ook de “Bridge II” bij, een netwerkkaart die het mogelijk maakt om via een (bedraad) netwerk de muziek van uw NAS rechtstreeks af te spelen. U bedient deze functie van de Junior met een universele UPnP app. Ook zorgt de Bridge II ervoor, dat de Junior het steeds populairder wordende Roon ondersteunt. Maar: streamingdiensten zijn niet rechtstreeks via die Bridge II af te spelen.
De Bridge II is overigens ook als los accessoire leverbaar, zodat de Senior desgewenst van deze optie kan worden voorzien.

Gebruikte apparatuur
Aurender-N10-netwerkspeler-zilver-lexicom-multimedia-1200Als bron gebruik ik een Aurender N10 muziekserver, die met een AudioQuest Diamond Digital AES/EBU (XLR) beurtelings wordt aangesloten op de PS Audio PerfectWave DirectStream DSD DAC en de PS Audio PerfectWave DirectStream Junior DSD DAC. Deze twee DACs-met-volumeregeling geven op hun beurt het (inmiddels naar analoog geconverteerde) signaal via gebalanceerde AudioQuest Water interlinks (XLR) door aan de stevige Bryston 4B3 (“Cubed”) eindversterker. Deze gebalanceerde interlink (die ik bij de vorige recensie miste) maakt een behoorlijk verschil! Vanaf de 2×300 Watt Bryston eindversterker lopen twee Audiovector Zero Compression Avantgarde Arreté luidsprekerkabels naar de machtige Bowers & Wilkins 800 D3 luidsprekers. Na het “officiële” luisterwerk heb ik uit pure nieuwsgierigheid ook de iets kleinere (of beter: minder grote) Bowers & Wilkins 802 D3 aangesloten om het verschil te horen. Meer hierover volgt later.

Luisteren
Deze luistertest begint in de ruime woonkamer van de eigenaar van de Senior. Omdat zijn audioset op essentiële punten afwijkt van de bovengenoemde apparatuur, zal ik niet tot in detail bespreken hoe één en ander daar klinkt. Maar omdat hij tevens over de Bryston 4B3 en de B&W 802 D3 beschikt, kan ik toch wel een eerste indruk geven. Die indruk wordt bepaald door een uitstekend gedefinieerd stereobeeld, dat in alle richtingen groter lijkt te zijn dan de woonkamer toestaat. Verder valt op, dat de muziekweergave een gelaagdheid en diepte vertoont, die ik zelden in een woonkamersituatie heb gehoord. De detaillering is uitstekend, zonder dat de weergave verzandt in een woud van details waarin het muzikale totaalbeeld verloren gaat. Nee, de details zijn hier onderdeel van het muzikale geheel en dat maakt het luisteren erg plezierig. Zelfs veeleisende muziekstukken als Mahler’s 8e Symfonie of een enorm instrument als het orgel in de St Eustache kathedraal te Parijs (één van de grootste orgels in Frankrijk) blijven zonder problemen overeind. Geen spoor van dichtlopen, geen compressie. De muziekweergave is vloeiend, natuurlijk en opvallend niet-digitaal. Ik ben langer blijven zitten dan de bedoeling was, wat aangeeft dat ik me prima heb vermaakt!

De eigenlijke plaats delict was natuurlijk de showroom van Lexicom MultiMedia. Niet de luisterruimte, want die is te klein voor majestueuze luidsprekers als de B&W 800 D3. Daarom deed ik het luisterwerk op een maandag, want dan is de winkel gesloten en heb ik de hele ruimte voor mijzelf en de muziek.

diana-kralHet eerste stuk is van Diana Krall: I Love Being Here With You van het album Live in Paris. Diana knipt met haar vingers, telt af en de muziek begint. Ik heb niets te mopperen met deze High End audioset. Inpakken en meenemen, want veel beter zal het niet worden. Vloeiend, ontspannen, echt, heerlijk niet-digitaal, met alles erop en eraan. Bijna live. Het maakt niet uit, waar ik het over heb: of het nu de vleugel is of de elektrische gitaar, de verfijnde tikken op de bekkens van het drumstel, de brushes op de snaredrum, de melodieuze contrabas en niet te vergeten de uitmuntende stemweergave, alles komt op een perfecte manier uit de luidsprekers stromen en geeft op geen enkel moment aanleiding tot kritische opmerkingen. Plaatsing, separatie, breedte, diepte, het klopt allemaal. Wat een lekker begin!

Dan is nu de Junior aan de beurt. Stort de hele weergave nu in? Niets daarvan. Natuurlijk zijn de verschillen duidelijk hoorbaar aanwezig, maar ze zijn niet zo dramatisch dat ik de Junior onmiddellijk beetpak en in de container achter de winkel smijt. Uiteindelijk heb ik, zoals ik in de inleiding al aangaf, tijdens de vorige recensie met veel plezier naar de Junior geluisterd. Alleen… nu heb ik eerst de Senior gehoord en die is toch duidelijk de baas. In mijn vorige recensie schreef ik: “In de Duitse taal bestaat de mooie uitdrukking “Das Bessere ist des Guten Feind“, wat betekent: het betere is de vijand van het goede.” En dat is ook hier duidelijk het geval. Als de Senior niet had bestaan, zou ik zeer tevreden zijn geweest met de Junior.

De verschillen kunnen als volgt worden omschreven: de Junior geeft een iets compacter stereobeeld en bezorgt me niet de “bijna-live-ervaring” die ik bij de Senior kreeg. De weergave is een halve nuance minder vloeiend. De definitie is een fractie minder en ook de separatie is nèt even een tikkie minder duidelijk, waardoor er minder overzicht, minder rust in de weergave is. En als ik op alle slakken zout ga leggen, is ook de stemweergave een klein tikkie “harder” van karakter. De klank is ietsje slanker en heeft niet dat lekkere bourgondische van de Senior en mede hierdoor klinkt het middengebied een beetje “uitgekleed” in vergelijking met de Senior. Maar in absolute termen valt er nog steeds niets te zeuren, want ook de Junior presteert stevig bovengemiddeld en is een rasechte High End DAC die uitermate overtuigend kan aantonen hoe sterk de kwaliteit van de DAC de uiteindelijke weergavekwaliteit beïnvloedt.

Terug naar Senior. This Is The Thing van het album Fink Meets The Royal Concertgebouw Orchestra. Alleen zonder RCO in dit nummer. De weergave is los van de luidsprekers, heerlijk ruimtelijk, vrij, vloeiend, uitstekend gedefinieerd tot in de kleinste details, met een uitmuntende weergave van de stem van Fin Greenall. De basweergave is diep, afgronddiep (met dank aan de B&W 800 D3), lekker droog en melodieus. De bekkens lijken bijna te zweven, zó vrij is de weergave. De opbouw naar de climax, met de oplopend forse drumpartij, heb ik nog nooit zo mooi gehoord. Ik ken dit nummer als mijn broekzak, maar toch is het nu weer boeiend om naar te luisteren. Dat is de verdienste van deze weergaloze High End audioset die ik nu voor me heb staan. Wat een hondenbaan, dat recenseren…

Via de Junior zijn de verschillen wederom duidelijk te horen. Ik word wat minder de muziek in getrokken, omdat het niveau van echtheid nèt iets lager ligt. De drums hebben minder impact, waardoor de climax niet zo overdonderend is als bij de Senior. Ook de stemweergave mist het laatste beetje nuancering. Maar desondanks luister ik ook nu met plezier naar dit stuk muziek, want de Junior is prima in staat om mij bij de les te houden. Alleen zijn alle aspecten, die ik bij de Senior heb genoemd, in iets mindere mate aanwezig. Je zou kunnen zeggen dat het laatste beetje verfijning er niet is. Vergis u niet: we praten hier nog steeds over een weergavekwaliteit, die ver boven het gemiddelde ligt. De verschillen vallen alleen op in een directe vergelijking met de Senior, maar gezien het prijsverschil tussen de Junior en de Senior valt dat te verwachten.

Van Andrea Bocelli speel ik Io Ci Sarò van het album Vivere. De abrupte inzet van het orkest, gevolgd door het schitterende pianospel van Lang Lang en Andrea Bocelli die zacht en kwetsbaar inzet met “Amore Mio”, maken dit een bijzonder nummer. Het pianospel van Lang Lang twinkelt door het nummer heen, geeft vollere accenten waar dat nodig is en gaat “vol gas” tijdens het instrumentale deel, waardoor dit nummer niet alleen door de stem van Andrea wordt gedragen, maar ook door Lang Lang. De muziek vloeit uit de luidsprekers zonder een enkel digitaal artefact, met een vanzelfsprekendheid die heerlijk ontspannen aandoet. Opvallend is de brede, grootschalige weergave van het orkest, dat zowel een dragend fundament als een fraaie omlijsting van het nummer vormt. Ik heb dit nummer nog nooit zó perfect gehoord: de attack van de vleugel, de prachtige vloeiendheid van sustain en decay, de diepte van de bas, de compleetheid en echtheid van deze weergave, het is ongelooflijk.

ps-audio-direct-stream-review-junior-lexicom-multimediaNu hetzelfde nummer via de Junior. Zoals ik al verwacht, is alles een beetje kleinschaliger: het orkest, de vleugel, de stem. In vergelijking met de Senior is alles weliswaar aanwezig, maar iets meer terughoudend en met wat minder diepgang. Hier en daar ontbreekt de laatste nuance, die de Senior tot zo’n overweldigend mooie DAC maakt. Het blijft een bijzonder fraai nummer, waar ik graag naar luister, maar de impact is een tikkie minder. Maakt dat de weergave oninteressant? Absoluut niet. Ik zeg u nogmaals: als ik de Senior nooit had gehoord, was ik uiterst tevreden geweest met de prestaties van de Junior. Want ook de Junior is een bijzonder muzikale High End DAC, die met kop en schouders boven 90% van de concurrentie uitsteekt.

Conclusie
Nu de Senior weer bij zijn eigenaar staat, heeft de Junior het rijk alleen in de showroom van Lexicom MultiMedia. En daarmee is de Junior de beste DAC, die ooit een vaste plek in die showroom heeft gehad. Dat wil zeggen, tot het moment dat er een Senior in de showroom komt te staan… en ik hoop dat ik daar niet al te lang op hoef te wachten. Heerlijk recensie-gereedschap, die PS Audio’s!

Met deze twee DACs laat PS Audio ons horen, waartoe dit bedrijf in staat is. En dat is veel. Heel veel! Ook laat PS Audio ons horen, hoe oneindig veel beter de weergave van “digitale” muziek anno 2016 is geworden in vergelijking met de metalige, mechanische, harde en scherpe klank waar we het mee moesten doen in de eerste jaren na de introductie van de CD. Deze twee PS Audio DACs zijn niet goedkoop, maar bieden desondanks enorm veel waar voor hun geld. Meestal kosten DACs, die dit prestatieniveau halen, beduidend meer dan de PS Audio’s.

Het verschil tussen beide DACs is als volgt samen te vatten: wanneer de Junior speelt, komt de muziek mooi los van de luidsprekers, maar de muziek komt nog steeds uit twee luidsprekers. Wanneer de Senior speelt, staat de muziek vrij in de ruimte. Zó realistisch, zó echt is de weergave van de Senior. Op een andere manier geformuleerd: de Junior biedt u een uiterst hoogwaardige muziekweergave; de Senior biedt u een bijna-live-ervaring. Tja, en daar hangt nu eenmaal een prijskaartje aan.

Vergeet niet, dat de rest van de audioset natuurlijk van vergelijkbaar niveau moet zijn, want een ketting is zo sterk als de zwakste schakel. En nu we het daar toch over hebben: ik had u nog een vergelijking met de B&W 802 D3 beloofd. Dat leverde een merkwaardige conclusie op. Met de Senior in de keten was het verschil tussen de 800 D3 en de 802 D3 kleiner dan met de Junior. Kortom: de bron (in dit geval de DAC) is enorm belangrijk!
Dat leidt mij tot de volgende rangorde: de mooiste combinatie is de 800 D3 met de Senior. Dat lijkt me logisch.
Op een tweede plaats komt de 802 D3 met de Senior. Op de derde en vierde plaats komt dan de Junior. Zie dit niet als een “afvaller”, want wie voor de Junior kiest, heeft nog steeds één van de betere DACs in audioland te pakken!