Nieuw mag je mij niet noemen in de wereld van PMC luidsprekers, veel exemplaren zijn er in het verleden door mijn handen gegaan en thuis speel ik er al jaren mee. Des te meer ben ik verheugd dat Lexicom MultiMedia dealer is geworden van The Professional Monitor Company uit Engeland. Naast de bestaande lijnen van Bowers & Wilkins, Audiovector, Focal, KEF, Dynaudio, Neat, MartinLogan, Spendor en Devialet gaan de PMC’s een plekje innemen waarbij is begonnen met de Twenty5 serie. Niet alles is al aanwezig op het moment van schrijven, wel de Lexicom Twenty5.22 en een geleende Twenty5.23. De Twenty5.24 en Twenty5.26 komen er aan en wie weet ook een PMC fact model. Voorlopig kon ik aan de Leidsekade 1 gaan luisteren naar de grootste monitor uit de Twenty5 lijn en de kleinste vloerstaander.
PMC Twenty5
PMC (The Professional Monitor Company) is opgericht in 1991 en is een Brits bedrijf dat zich heeft gespecialiseerd in het vervaardigen van luidsprekers op basis van het transmissielijn principe. De oorsprong van PMC is te herleiden naar de BBC waarvoor PMC zijn eerste systemen heeft gebouwd. Systemen die tot op de dag van vandaag werken in de Maida Vale studio van de BBC. PMC gaat er prat op dat de artiest Prince klant was en Stevie Wonder en Jay Z het zijn, dat maatschappijen als Decca en Harmonia Mundi PMC speakers gebruiken en dat heel veel top films gemastered zijn op PMC systemen waaronder: Titanic, Mission Impossible, Captain Phillips, Pearl Harbor, Game of Thrones – TV, Iron Man 1 en 2, Skyfall, Spiderman 1, 2 en 3 en Pirates of the Caribbean. Vanuit de studio- en professionele wereld heeft PMC in de loop der jaren een steeds vastere grond onder de voeten gekregen binnen de huiskamer met modellen afgewerkt in luxe houtsoorten of hoogwaardige lak, maar zonder concessies te doen aan de in de studio vereiste kwaliteit.
Het Advanced Transmission Line principe wordt gecombineerd met drivers die of door PMC met de hand worden vervaardigd of ingekocht op specificatie. Een transmissielijn is een kritisch gedempte tunnel achter de luidspreker waarin een deel van de energie aan de achterzijde van de basweergever wordt omgezet in warmte en de laagste tonen worden doorgelaten naar een poort aan de voorzijde van de luidspreker. De transmissielijn is lastig om te ontwerpen, kostbaar om te maken, maar wordt beschouwd als de beste oplossing voor het op de juiste manier omgaan met lage tonen in een luidsprekerbehuizing. De met de hand gebouwde behuizingen worden lokaal in de UK gemaakt. Vindingen als Laminair, het in de juiste richting sturen van de lucht aan het einde van de ATL, zijn rechtstreeks afgeleid van de Formule 1 waar zoon Oliver van PMC eigenaar Peter Thomas zijn sporen verdiende voor hij hoofd R&D mocht worden bij het bedrijf. PMC is bij uitstek een bedrijf waar alles dat met muziek te maken heeft samenkomt in de producten. Vanaf de kleinste DB1 Gold monitor (Dinky Box) tot aan de actief aangestuurde BB5 systemen (Big Box) voor studio toepassing zoals die te vinden zijn in de Wisseloord studio’s. De Twenty5 serie is het resultaat van 25 jaar ervaring en onderzoek, obsessief ontwerp en vakmanschap om te komen tot één van de beste luidsprekerlijnen voor de huiskamer. Elk onderdeel van de Twenty5, de drivers, het filter, de kast, de poort en de demping is op elkaar afgestemd.
De grote monitor in de Twenty5 reeks is de .22. Een 170mm woofer wordt gecombineerd met de 2 meter lange transmissielijn en de Laminair poort zorgt voor een verrassend diepe basweergave gerelateerd aan de afmetingen van de .22. De Twenty5.22 is bedoeld voor plaatsing op een stand in middelgrote tot grotere kamers. De luidspreker is leverbaar in de kleuren eiken, walnoot of hoogglans zwart. De PMC Twenty5.22 heeft een prijs van € 1.595 per stuk. De bijbehorende stands kosten € 350,- per paar. Het meest elegante model van de Twenty5 serie is de Twenty5.23. Een slank, vloerstaand model dat meer energie kan leveren in de lage tonen dan een monitor en ook dieper gaat in de laagweergave. De Twenty5.23 is bedoeld voor middelgrote tot grotere kamers. Deze luidspreker is eveneens leverbaar in de kleuren eiken, walnoot of hoogglans zwart. De PMC Twenty5.23 heeft een prijs van € 1.895 per stuk.
Technische gegevens PMC Twenty5.22:
- Tweeter: PMC/SEAS 27mm met Sonolex soft dome
- Woofer: PMC 170mm lange slag met gegoten chassis
- Cross-over frequentie: 1800Hz
- ATL lengte: 200cm
- Frequentiebereik: 39Hz – 25kHz
- Impedantie: 8 Ohms
- Rendement: 89 dB 1W 1m
- Afmetingen: 410x192x373mm incl. terminals
- Gewicht: 10kg
Technische gegevens PMC Twenty5.23:
- Tweeter: PMC/SEAS 27mm met Sonolex soft dome
- Woofer: PMC 140mm lange slag met gegoten chassis
- Cross-over frequentie: 1800Hz
- ATL lengte: 240cm
- Frequentiebereik: 28Hz – 25kHz
- Impedantie: 8 Ohms
- Rendement: 86,5 dB 1W 1m
- Afmetingen: 907x162x330mm incl. plintstangen
- Gewicht: 15kg
Gas geven
Het gas geven op de twee PMC modellen blijkt meer dan uitstekend te gaan met Naim Audio apparatuur en daarom is gekozen voor een Naim Supernait 3 versterker in combinatie met een Naim NDX 2 muziekspeler (streamer en DAC). Onderling verbonden met een Naim Snaic Din-Din interlink. De luidsprekerkabel is een Chord Epic in dit geval. De muziek staat opgeslagen op een Melco N100 muziekserver en de stroomvoorziening loopt door een AudioQuest Niagara 5000 netfilter. Aan het einde van de twee luistersessies werd nog een NAD C 658 streamer/DAC/lijnversterker gekoppeld aan een geleende buizenversterker met 2×2 EL34 buizen in push-pull, goed voor ongeveer 2x35Watt. Een totaal andere kwaliteit dan de Naim set met een veel lager prijskaartje, daarmee is te bewijzen dat een PMC redelijk eenvoudig aan te sturen is. Met transistor- en met buizenversterkers. De PMC’s zijn na elkaar beluisterd en niet track na track onderling vergeleken. Dat is gedaan omdat al snel bleek dat als de Twenty5.22 en .23 pal naast elkaar staan van beiden de weergave negatief wordt beïnvloed.
Aftrap met de PMC Twenty5.22
Het album “La luna” van Sarah Brightman is opgenomen in een veel te scherpe mix en vormt daarmee gelijk een uitdaging voor elke luidspreker. Als ik de track “Scarborough fair” draai vallen een paar dingen al gelijk op. Zo komt de muziek helemaal los van de weergevers en staat de stem van Sarah op een juiste hoogte. Het stereobeeld vormt een muur van geluid tot buiten de fysieke opstelling en in de veelheid aan geluiden en instrumenten blijft onderscheid mogelijk. Zelfs een achtergrondkoor laat zich gelden tegenover het volle orkest. De ijle stem van Sarah past wondermooi in de compositie en de PMC laat het allemaal los met een gemak dat opmerkelijk is in de prijsklasse. Waarbij de geboden weergave compleet is van de laagste tot de hoogste tonen. Heel mooi is tevens “Hijo de luna” op dezelfde CD al zit daar net zo veel hoog in de mix als daarnet. Een nog niet genoemd aspect is de diepte in het stereobeeld, nu extra goed hoorbaar als er een afwisseling is tussen de stem van Sarah en de strijkers welke naar achteren staan. Nog wat meer indraaien van de luidsprekers versterkt dat effect zonder dat het stereobeeld beduidend smaller gaat worden. De weergave is vooral groot, groter dan een monitor doet vermoeden.
Veel beter opgenomen muziek is van Shelby Lynne, waar een grommende bas uit de transmissielijn kan komen rollen op haar track “Just a little lovin’” . Een beetje extra gas op de volumeregelaar kan geen kwaad en maakt de PMC nog imposanter. Transparantie is haast een natuurlijk gegeven op dit systeem, waarbij de lage tonen het midden en hoog niet vertroebelen maar juist netjes aanvullen met het juiste fundament. Dat extra gas betekent niet dat het oorverdovend hard staat, een enkele piek raakt de 80dB, gemiddeld is het geluidniveau op de luisterplek 70dB. Shelby staat fraai naar voren geplaatst voor de band, hoogte wederom zoals het hoort, van fase problemen heeft de PMC kennelijk nog nooit gehoord. De weergave is daarbij heel natuurlijk in klank zonder uitschieters in een enkele richting, de weergever brengt mij de stem zoals je van een mens verwacht. De dynamiek is ruim en compressie neem ik niet waar, zeker niet op de percussie.
Nummer drie in de rij dames is Patricia Barber’s CD “Café Blue” en daarvan draai ik “A taste of honey”. Van de drie biedt Barber de beste opnamekwaliteit en de PMC doet er niets aan om dat te verhullen. Prachtig hoe de stem in de ruimte wordt geprojecteerd, zuiver, vol kracht, soms heel subtiel, natuurlijk en strak op de juiste plek. Weer is het de percussie die het meeste opvalt door de dynamische sprongen welke de PMC moeiteloos volgt. Het resultaat is simpelweg indrukwekkend te noemen en verbazingwekkend gezien de omvang van de monitor. Hoewel we best veel wisten van PMC en de oudere lijnen is het ook voor ons een verrassing welk een niveau de Twenty5.22 weet te halen. Snelheid, openheid en transparantie krijgen allemaal een hoge beoordeling mee. Dit smaakt naar veel en veel meer, dus ga ik over op de mannen.
De mannen slaan toe
Ik doe het niet expres, het kiezen van een zo dynamische track als “Eliser” van Paolo Conte met veel percussie en piano waar Conte zijn zang overheen zet. Helemaal links hoor ik belletjes, een accordeon komt erbij, ieder instrument vindt een plekje in het stereobeeld. Tot de muziek ineens is afgelopen en ik naarstig zoek naar “Come di” en het gelukkig kan vinden op hetzelfde album. De stem van Conte doet niet onder in kwaliteit voor de dames van daarnet, ook al is deze stem een stuk lager in toonhoogte. Stilzitten is lastig op deze vrolijke tonen, de instrumenten laten je mee bewegen in de maat, er staat een prachtig systeem te spelen waaraan heel veel plezier te beleven is.
Vaak gebruikt van Jim Tomlinson is “Manha de carnaval”, nu uitgevoerd door drie gitaren in handen van Paco de Lucia, Al Di Meola en John McLaughlin (The Guitar Trio) en alle drie de gitaren zijn separaat van elkaar waar te nemen zonder daar moeite voor te doen. Snaren en kasten komen naar voren, het spel is harmonieus, zonder een enkele valse noot geproduceerd door de Twenty5.22 zelf. De weergave is helder, transparant, snel en vooral prachtig van klank. Ook zijn de virtuele afmetingen van de gitaren correct, niet immens groot, zeker niet te klein, je kunt ze voor je zien als de ogen dicht zijn. Ik kan er werkelijk niets op aanmerken, muziek komt ook al niet te dichtbij, het staat net voor en/of op één lijn met de luidsprekers losgemaakt van de systemen. Spelend in vrijheid met een enorm gemak daarbij doorspekt met levendigheid. Geef de Twenty5.22 een opname die de moeite waard is en een beloning wordt uw deel. Neem een opname zoals die van Sarah Brightman en je krijgt voorgeschoteld waar het in de mix mis is gegaan, bewust of onbewust gedaan in de studio want vergeet niet dat veel commerciële muziek wordt geproduceerd om op portable audio het beste te presteren.
Liebesfreud
“Liebesfreud” en “Liebesleid” zijn twee fraaie stukken voor viool en piano van het “Kreisler Album” waarop Joshua Bell viool speelt. De viool bevalt prima, nergens te scherp, wel helder en zuiver met een neutrale klankkleur. Niet kleurloos, dat is weer heel wat anders. De piano speelt voornamelijk de bijrol, dat is duidelijk want hij staat ook wat verder van de luisteraar af. De lage noten uit de piano zijn vol en blijven niet weg al is de Twenty5.22 bescheiden van formaat. Het harmonieuze spel nodigt uit tot veel meer en veel langer luisteren terwijl ik weet dat ik verder moet met andere muziek en straks de Twenty5.23 nog aan de beurt moet laten komen. Bewegend naar voren om een slok te drinken valt op hoe stabiel het stereobeeld is en hoe goed de Twenty5.22 integreert met de luisterruimte. Geen plotselinge toe- of afname van de lage tonen, naar links en naar rechts bewegen houdt de solisten op hun plaats. Een ruime sweet spot is het resultaat met deze monitor.
Even de woofers opschudden met “Dance Macabre” van Saint-Saëns in een uitvoering van Eije Oue, waarbij het intro nog zachtjes is tot het volledige orkest invalt en de PMC moeiteloos volgt zonder een krimp te geven aan de Supernait 3. Wat een zuivere helderheid valt mij ten deel met alle instrumenten en tot wat een kracht wil deze monitor gaan. Groot orkestwerk gaat net zo gemakkelijk als de jazznoten van Barber of de popmuziek van Shelby Lynne. Als het orkest helemaal losgaat en ik de ogen sluit dan is de luisterruimte ineens veel groter en kijk ik in de diepte van het podium. Heel, heel erg goed wat de Twenty5.22 hier weet te brengen. Ik buig bescheiden het hoofd en ga de monitors verruilen voor de volgende in de lijn: de Twenty5.23 vloerstaander.
Twenty5.23 verovert zijn plek
Zoals eerder aangegeven wilde ik vermijden dat de twee systemen naast elkaar staan om te vergelijken, de beide PMC’s presteren het beste als ze vrij staan. Met in de oren “Dance Macabre” laat ik die nogmaals voorbij komen. Het grotere kastvolume maakt dat de lage tonen groeien in kwantiteit en in kwaliteit. Ze gaan dieper en laten het orkest meer fundament aanbrengen. Er staat tegenover dat de enorme vrijheid en het vermogen muziek los te laten komen van de weergevers wat is afgenomen. Het stereobeeld is kleiner en minder vrij aan het begin van de track, dat kan komen omdat de speakers vandaag stil hebben gestaan en nog “koud” zijn. De explosie van geweld in “Dance Macabre” wordt aangekondigd met pauken geroffel waar de Twenty5.23 wel weg mee weet, daarna komt de viool en ineens dendert het orkest met volle kracht de luisterruimte in. De verschillen tot de Twenty5.22 laten zich omschrijven als dieper en meer laag, de buikspieren worden door de pauken en de bassen meer aangesproken, het stereobeeld is wat minder diep, kleiner en het past nu wel weer in de luisterruimte. Er ontstaat wat meer rust met de vloerstaander en meer fundament wordt onder de solisten gelegd.
Het juist indraaien van de Twenty5.23 is noodzakelijk voor een homogeen stereobeeld op Patricia Barber’s “Taste of Honey” dat daarna netjes in het midden komt te staan. Eén van de twee speakers teveel of te weinig indraaien ten opzichte van de ander geeft een verschoven beeld. Zet ze correct neer en de sweet spot wordt soms zo groot dat rechts van de rechter luidspreker zitten nog steeds een volledig beeld kan opleveren met de zanger(es) in het virtuele midden. Gaf de Twenty5.22 geen problemen met het laag in de ruimte, de Twenty5.23 spreekt eerder de kamer aan en maakt het Barber wat lastiger in dat opzicht. Natuurlijk zit er teveel laag in de opname, maar een monitor gaat daar vaak net wat beter mee om, mits, een hele grote mits, hij goed is afgestemd met bijvoorbeeld een transmissielijn zoals PMC die creëert.
Afwegen
“Philharmonics” van Agnes Obel blijft een fijn album om naar te luisteren en “Riverside” laat goed horen waar de sterke en waar de zwakke punten van een luidspreker zitten. Piano is bijvoorbeeld rijker van klank dan waar de Twenty5.22 mee aan kwam. Obel’s stem staat helaas lager met de vloerstaander en ook het koortje dat is toegevoegd (alles ingezongen door de dame zelf) is gekrompen in hoogte. Het maakt het plaatje allemaal wat kleiner en tegelijk wat vollediger. Een heel lastige keuze tussen de twee vergelijkbare systemen. Een stap van Twenty5.22 naar de Twenty5.24 is eigenlijk logischer want dan gebruik je dezelfde woofer en verandert alleen het filter en de kast.
Sarah Brightman profiteert van de meer donkere klankkleur en het overdadig scherpe slijt weg van de opname. De Twenty5.23 vergeeft een stapje meer dan zijn monitor maatje. Het bombastische in de opname krijgt een extra zetje door de dieper doorlopende lage tonen en zo ontstaat er meer rijkdom al gaat dat ten koste van dat losse en gigantische stereobeeld uit de Twenty5.22. Toch geef ik nu het voordeel aan de vloerstaander, juist omdat hij het de oren minder lastig maakt. Ook voor het Guitar Trio is het beetje extra laag welkom, de gitaren hebben meer kast in nog steeds neutrale maar wel vollere klank. De Twenty5 serie is zo op elkaar afgestemd dat onderling nuances verschillen, naarmate de systemen groter worden meer en dieper laag ter beschikking staat, maar er geen totaal andere luidspreker tevoorschijn komt. Ook niet met de Twenty5.26 is dat te verwachten, wel mag je daar profiteren van de door PMC met de hand gemaakte dome voor het middengebied. Ondertussen is de gitaarmuziek net zo gemakkelijk in mij gekropen als daarnet en mag ik op zoek gaan naar ander werk vind ik zelf om de Twenty5.23 aan de tand te voelen.
Aan subtiliteit geen gebrek
Het zijn de volle pianoklanken van Alexandre Tharaud die het hart strelen met werken van Erik Satie. In een kleiner formaat dan ik gewend ben, ik hoor niet alle ruimte terug die bijvoorbeeld een Bowers & Wilkins 804 D3 weet te geven in een gelijke opstelling. Ik beluister wel de galm van het instrument in zijn natuurlijke omgeving (een kerk). Ik kan mij bovendien een voorstelling maken van het instrument zelf, de kracht, de romp, het klavier en de snaren. Muziek wordt op een aangename manier overgebracht waar ik volop van kan genieten. Het is ook fijn om even rust te hebben met de PMC’s, ze nodigen al snel uit tot geweld terwijl subtiliteit ook een eigenschap is waar ze mee overweg kunnen. Want Alexandre samen met zangeres Carmélia Jordana in “Septembre” van Barbara kan niet zonder subtiliteit. Daar drijft de zang en de compositie juist op. Het is prachtig om het samenspel van piano en zang op deze manier te beluisteren en ook de Twenty5.23 kan ik in het hart sluiten. Anders dan de monitor, of dat te maken heeft met smaak betwijfel ik, het is meer waar je de voorkeur aan geeft. Smaak zou ik eerder benoemen als de klank verschillend zou zijn tussen de speakers. Het zijn hier andere zaken als stereobeeld, afmetingen van instrumenten en plaatsing herkenbaar. Maar geen verschillen in snelheid, punctualiteit, klankzuiverheid of dat er ineens een enorme toe/afname van de lage tonen is.
Tina Turner met “Private dancer”, mag deze oude nog langskomen? Nou zeker wel, wat een impact direct in het begin al van de bas. De sax die scheurt over het podium. Dan Turner met haar deels diepe, deels schelle stem. Prachtig wat een nuances in de stem de PMC naar voren weet te halen. Het is rauw, zo rauw als tekst zelf. Slagwerk heeft kracht op de achtergrond en waar sommige systemen de stem te schel maken laat de Twenty5.23 de illusie van een in de luisterruimte aanwezige zangeres heel. Hoe oud de opname ook is, ik zet het volume hoger en hoger. Vooral als de sax weer een prachtige solo mag spelen. Hij zweeft door de ruimte. Daarmee ben je er nog niet, de gitaarsolo snijdt nog door de ziel, een Hammond orgel vult aan en uiteindelijk barst Tina weer los. Buren worden niet blij van de volumes die je gemakkelijk haalt met deze PMC’s. Hun studio herkomst is daar niet vreemd aan, The Professional Monitor Company levert kwaliteit af en de zware behandeling van half dove mensen achter een mengtafel mag niet tot uitval leiden.
Aan de buis gekluisterd
Een uitstapje naar buizenversterking kan geen kwaad. Even is er een op EL34 gebaseerde eindtrap aanwezig en ik sluit hem aan op een NAD C 658 streamer/DAC/voorversterker. De totaalprijs van het streamer/versterker systeem dat er nu staat is circa € 3.000,-. Geen speciale stroomvoorziening, een nog koude buizenversterker en toch hoor ik al terug wat de PMC Twenty5.23 aan karakter heeft. Zaken als de zuiverheid, zelfs een nog dieper stereobeeld met Sarah Brightman, de snelheid en het diepe laag. Ik zit nu nog lang niet aan de grens van het kunnen van de PMC, maar het geeft wel aan dat ook met een systeem dat voor meer mensen haalbaar is een uitstekende prestatie neergezet kan worden. Verliezen zitten in de diepgang, het fundamentele laag, de detaillering enzovoort. Maar slecht wordt het niet, laat staan dat het niet om aan te horen zou worden. Het is ook heel oneerlijk de overgang van de Naim NDX 2 streamer/DAC van meer dan € 6.000,- naar een Bluesound module in een NAD. Minder schokkend is de overgang naar Patricia Barber en haar “Ode to Billy Joe”. Deze track speelt wel heel lekker en stelt minder hoge eisen aan een systeem. Het vingerknippen is zo duidelijk dat je mag twijfelen aan de juistheid. De bas en de stem van Barber zijn prima. Oh ja, laat elke versterker eerst even warmen voor je gaat luisteren, want gaande de track wordt het vingerknippen steeds natuurlijker als de buizen versterker op bedrijfstemperatuur komt. Het stereobeeld groeit dan nog wat meer, de basenergie neemt verder toe en langzaam aan ga ik meer en meer ook dit kleine systeem waarderen aan de Twenty5.23. Oordeel dus nooit te snel met koude spullen. Een laatste track is “Rush” van Paula Abdul uit 1991. Popmuziek zonder pretentie, zonder veel dynamiek, zonder een goede opnamekwaliteit. En dan toch leuk om weer eens te draaien en mee af te sluiten. Want het gaat altijd om de muziek en het plezier dat je aan muziek kunt beleven. Laat PMC maar schuiven om ook hier een plaatje neer te zetten waar je vanzelf op gaat meebewegen.
Mooie aanvulling
Het wordt niet onder stoelen of banken gestoken, met de komst van een nieuwe importeur voor PMC is Lexicom MultiMedia verheugd om zich dealer te mogen noemen. De paar klanten die de Twenty5.22 of .23 hebben gehoord raakten enthousiast, Benno, Nico en Lex raakten enthousiast en ik was het al. Nu veel meer met deze ook voor mij nieuwe lijn luidsprekers uit Engeland. In de loop der jaren is het naast de sterk verbeterde afwerking van de huiskamer systemen ook de techniek welke een vlucht heeft genomen. Onderzoek naar nieuwe materialen voor de conus en het bestuderen van de luchtwervelingen in en aan het einde van de transmissielijn zorgen voor een weergave die in de prijsklasse misschien wel te evenaren is maar heel lastig te overtreffen. De basis van PMC in de professionele sector (studio’s) zet door in de huiskamervriendelijke modellen en komt prachtig tot uiting in de Twenty5 serie. Het behaalde resultaat maakt nog nieuwsgieriger naar de komst van de Twenty5.24 en Twenty5.26, bruikbaar in grotere kamers vanwege het dieper doorlopende laag. Wij maken verder kennis met The Professional Monitor Company, u kunt dat ook komen doen in de winkel van Lexicom MultiMedia aan de Leidsekade 1 in Leidschendam. Elke PMC is dat bezoek waard en dat laten we graag aan u horen.