Monitorluidsprekers vergeleken (2): Bowers & Wilkins CM5 en KEF LS50

Een bekende topper en een jubileum-model

Het vergelijken van drie uitstekende compacte luidsprekers heeft de conclusie opgeleverd, dat hoogwaardige muziekweergave niet alleen is voorbehouden aan “full size” vloerstaande luidsprekers. Ook hun compactere soortgenoten zijn zeer goed in staat om mijn behoefte aan optimale reproductiekwaliteit te bevredigen. Ik geef toe, de diepste baskelder is niet aanwezig, dus liefhebbers van orgelmuziek of donderend basgeweld zullen bij voorkeur een flinke vloerstaander kopen, of de compacte luidsprekers combineren met een hoogwaardige subwoofer. Ik schrijf bewust “hoogwaardig”, omdat een simpele dreundoos (boombox) niets met muziekweergave te maken heeft en alleen maar irritatie opwekt bij omwonenden. Een goede subwoofer is subtiel aanwezig en ondersteunt de weergave van een compacte luidspreker. Denk bijvoorbeeld aan de zeer muzikale subwoofers van REL.

Nu was het door mij vergeleken trio niet echt de “aanbieding van de week”. De minst dure uit de test, de Audiovector Si1 Super, kost inclusief de bijbehorende standaards € 2.348,– per set. Gezien de geboden kwaliteit is die prijs zeer redelijk te noemen, maar toch bleef ik nieuwsgierig naar compacte luidsprekers in een lagere prijsklasse. Daarom volgt hier als een soort aanvulling dit tweede deel, waarin ik twee zeer betaalbare compacte luidsprekers vergelijk.

NAP200-NAC202-HI-CAP-lexicomDe audioset
Natuurlijk maakte ik ook nu gebruik van de prachtige topklasse audioset, die Patrick in de luisterruimte van Lexicom MultiMedia voor mij had opgebouwd. Qua prijs past die set natuurlijk absoluut niet bij de luidsprekers, maar door de zeer hoge weergavekwaliteit kan ik goed beoordelen waartoe het kleine tweetal in staat is.
Ik citeer: “Namens Naim waren aanwezig: NAC282, NAP200, HiCap DR, N-DAC, XP5 XS en UnitiServe. The Chord Company werd vertegenwoordigd door de Sarum-serie: Tuned Aray PowerLead (aan de NAP200), Tuned Aray Digital, Tuned Aray analoge interlinks en luidsprekerkabels. Vertere Acoustics heeft een paar fraaie DIN-kabels in het programma, die een forse upgrade betekenen in vergelijking met de standaard Naim-kabels. Twee DIN-kabels waren in de set opgenomen: de voedings/signaalkabel tussen NAC282 en HiCap DR en de 4-pins kabel tussen HiCap DR en NAP200. De UnitiServe heeft zijn eigen voeding; een Musicline PowerIgel voorzag de overige apparaten van stroom. De UnitiServe was aan het netwerk gekoppeld middels een AudioQuest Vodka CAT7-ethernetkabel.” Wanneer ik dagelijks naar zo’n set zou “moeten” luisteren, zou ik daar geen bezwaar tegen hebben…

Het ijkpunt
Zoals ik in deel 1 heb beschreven, is de Audiovector Si3 Avantgarde Arreté voor mij een ijkpunt geworden. Daarom heb ik ook nu eerst kort naar dit ijkpunt geluisterd alvorens de twee kandidaten te beoordelen. De Si3 Avantgarde Arreté heeft uiteraard wèl de baskelder, die de kleintjes niet hebben. Ook is het stereobeeld kamervullend en zeer realistisch in breedte, hoogte en diepte. Wanneer ik mijn ogen sluit, heb ik bijna het gevoel dat ik live bij het concert aanwezig ben.
De compacte luidsprekers missen een stuk bas. Dat is logisch. Deze twee kleintjes hebben daar nog iets meer last van dan het trio uit deel 1, dat is gezegend met iets grotere behuizingen. Daar staat echter tegenover, dat het stereobeeld zeer exact gedefinieerd is (vooral bij de KEF).
Gelukkig werd ik ook bij deze vriendelijk geprijsde luidsprekers niet geconfronteerd met een opgepompte middenbas om het gebrek aan diepe bas te compenseren. Het +/- 3dB-punt ligt bij de CM5 op 52Hz en hij probeert niet te imponeren met “nep-bas”. Bij de KEF LS50 ligt dat punt zelfs bij 79Hz; daaronder is het snel afgelopen. Ook hier geldt: in combinatie met een goede subwoofer kan het “bas-gat” worden gerepareerd.

CM5_1Bowers & Wilkins CM5 – beschrijving

De CM5 is het grotere broertje van de CM1. Hij heeft een hogere gevoeligheid, een betere laagweergave en kan meer versterkervermogen aan. Ondanks die hogere gevoeligheid (88dB) is de CM5 een luidspreker, die bij voorkeur met een stevige versterker moet worden gecombineerd. De CM5 is voorzien van de kenmerkende gele B&W laag/midden-unit van geweven kevlar en een aluminium dome-tweeter die een Nautilus-buis achter zich heeft. Bij veel B&W-luidsprekers is die tweeter-met-buis bovenop de kast gemonteerd, maar bij de strak vormgegeven CM5 is hij in de behuizing opgenomen. De basreflex-opening zit in de achterzijde en heeft de B&W-typische putjes, ook wel golfbal-patroon genoemd; volgens B&W zorgt dat voor een betere luchtstroming. De CM5 heeft een mooi strak uiterlijk. Ik vind de hoogglanzend zwarte uitvoering van de testexemplaren bijzonder mooi; de fraaie afwerking doet me aan pianolak denken en daarmee krijgt de CM5 iets van een muziekinstrument. Door het strakke uiterlijk is hij niet opvallend aanwezig in het interieur en dat zal een bepaald deel van de mensheid zeker aanspreken. Heel chique is de bevestiging van de grille door middel van verborgen magneetjes. Wie bij het luisteren de grilles van de luidsprekers haalt, zit niet tegen vier gaten aan te kijken. Een mooie oplossing, die in deze prijsklasse niet vanzelfsprekend is. De standaards van de CM5 zijn eveneens strak vormgegeven; de constructie is solide. De luidspreker heeft met deze standaards een stevig fundament, dat mede bepalend is voor de weergavekwaliteit.
De CM5 is niet bepaald een nieuweling; hij loopt alweer een aantal jaren mee. Maar waarom ook niet? De CM5 is een kwalitatief hoogwaardige luidspreker, die technisch nog helemaal van deze tijd is, een prima weergavekwaliteit biedt en er gewoon erg goed uitziet. En dat voor een verrassend bescheiden prijs. Kortom: if it ain’t broke, don’t fix it! Een set CM5(S2) kost u € 1298,– en dat betekent: veel waar voor uw geld.

KEF-LS50-Frosted-Blk-2-lexicom-multimediaKEF LS50 – beschrijving

Het jubileum-model (KEF bestaat 50 jaar) is geen supergroot en onbetaalbaar vlaggenschip geworden, maar een zeer betaalbare compacte luidspreker (€ 1198,– per set, zonder standaards). KEF heeft hiervoor gekozen met in het achterhoofd de roemruchte LS3/5a studiomonitor, die een ware doorbraak voor KEF heeft betekend.
De LS50 krijgt een langere beschrijving mee, omdat hij technisch gezien afwijkt van de gangbare luidsprekerbouw. KEF maakt al jaren naam met een concentrische luidsprekeropstelling, die Uni-Q wordt genoemd. Dat spreek je uit als “unique”, het Engelse woord voor uniek. Die Uni-Q-unit bestaat in het geval van de LS50 uit een midden/laag-conus met een tweeter in het centrum. Het is geen dualconus-luidspreker, want het gaat om twee gescheiden eenheden, die op dezelfde as zijn gemonteerd, maar ieder een eigen spreekspoel en magneet hebben. Ondanks de opvallende bouwwijze is het dus “gewoon” een tweeweg basreflex. Zo uniek is het overigens niet, want ook Tannoy bouwt al sinds mensenheugenis een dergelijk luidsprekerconcept, dat bij Tannoy “Dual Concentric” heet. Het voordeel is, dat de twee drivers akoestisch gezien één bron vormen; het geluid komt niet uit meerdere drivers die over de baffle (het front) van de luidspreker zijn verdeeld. De integratie van de weergave wordt beter, waardoor het ideaal van een “puntbron” wordt benaderd (ook al is het in feite nog steeds een tweeweg-systeem).

Als de voordelen van die concentrische bouwwijze zoveel akoestische winst opleveren, waarom werken dan niet alle luidsprekerbouwers volgens dat principe? Ten eerste omdat er een hele rits patenten rust op de Uni-Q van KEF.
Ten tweede omdat het verduveld moeilijk is om een goede concentrische luidspreker te bouwen. Ook bij KEF heeft het jaren geduurd voordat de Uni-Q echt goed klonk; de eerste generaties waren niet neutraal en hadden een nogal “aparte” klank… Maar sinds enige jaren is de Uni-Q erg goed en krijgt KEF veel lovende kritieken. Voor het topmodel Blade is er nog een schepje bovenop gedaan en het jubileum-model LS 50 mag daarvan profiteren. Het enige nadeel dat wel genoemd moet worden, is de geringe gevoeligheid van 85dB. Dat vraagt om een versterker met ballen!

De LS50 heeft een 130mm midden/laag-weergever van een aluminium/magnesiumlegering met een 25mm aluminium dome-tweeter in het centrum. Rond die tweeter is een tulpvormige rand aangebracht om te voorkomen dat de weergave van de hoge tonen zou worden gehinderd door het rondom geproduceerde midden en laag. KEF noemt dat de “tangerine waveguide”. De basreflexpoort zit in de achterzijde. Ook hier is de kast afgewerkt in hoogglans zwart. Het effect daarvan is minder groot dan bij de CM5, omdat het KEF-logo is er in verwerkt; het gebogen front is matzwart. Een grille is niet aanwezig, evenals standaards.
Dat laatste is vreemd, want een compacte luidspreker heeft een standaard nodig. Voor het beluisteren heb ik gebruik gemaakt van de Dynaudio 3X standaard (€ 245,– per set), die erg goed bij de LS50 past. Een gratis tip van mij.

Luisteren
De eerste algemene indruk van de CM5 is zeer positief. Een prettig, vol en warm geluid zonder scherpe randjes of nare vervorming. Gelijkmatig. De weergave bevat geen uitschieters. Voor zo’n kleine luidspreker valt de basweergave mij alles mee! Goed, het is geen afgrond-diepe bas, maar voor veel muziek is de basweergave toereikend. De CM5 laat duidelijk horen dat-ie een B&W is, want zoals alle B&W’s heeft hij behoefte aan een flinke versterker. Ik ben blij dat ik een 2×70 Watt Naim NAP 200 eindversterker ter beschikking heb, want aan een lichtere versterker zou het resultaat wel eens minder goed kunnen zijn.
De LS50 is andere koek, hoewel ook dit ukkie een aardige portie vermogen nodig heeft om tot leven te komen. Het is even wennen aan het andere karakter, maar dat lukt heel snel. Van alle compacte luidsprekers die ik in deze twee recensies heb beluisterd, is de LS50 de eerste die mijns inziens aanspraak mag maken op de titel “monitor”, omdat hij hoorbaar is afgeleid van een studiomonitor. Een breed, scherp gedefinieerd stereobeeld, neutraal, transparant, maar ook: weinig bas. De technische gegevens geven al aan, dat onder de 79Hz weinig gebeurt en in de praktijk merk je dat inderdaad snel. Voor studiogebruik is dat niet zo’n probleem, want daar staan de monitortjes vaak op de hoeken van de mengtafel en een grote subwoofer (of twee) ergens op de grond. Ook voor “thuisgebruik” zou ik er graag een subwoofer bij hebben. Maar er is meer te beluisteren dus: genoeg over de basweergave.

Luisterend naar de (geripte) CD Arabesque, de Berceuse Op. 57 van Chopin, constateer ik dat beide luidsprekers de vleugel weliswaar iets te compact neerzetten, maar dat de klank geloofwaardig blijft. De CM5 is mooi vol, rond en warm; de LS50 is helderder en lichter. De detailweergave is bij beide luidsprekers goed; de LS50 lijkt alleen beter, omdat hij helderder is. Beide weergaven zijn prettig om naar te luisteren, alleen het karakter verschilt.
Nog een solo-instrument: de cello van Pieter Wispelwey met een Suite voor cello solo van Bach. Nu worden de verschillen iets groter: de CM5 maakt de cello iets donkerder en warmer dan hij van nature al is. De LS50 zorgt voor meer detail en doortekening, waardoor de cello realistischer klinkt: de weergave bestaat hoorbaar uit snaren, klankkast en strijkstokbewegingen. De LS50 lijkt bovendien iets levendiger te klinken.
Een andere track die vaak door mij wordt beluisterd, is de Danse Macabre van Saint Saëns. De CM5 plaatst mij ongeveer halverwege de zaal. Het orkest klinkt grootschalig en diep. De klank van de strijkinstrumenten is fluweelzacht, zonder randjes of narigheid. De dynamiek is dik in orde; de klappen op de pauken komen met een flinke impact de luisterruimte in. De CM5 is goed in het verwerken van transiënts en levert mede daardoor een geloofwaardige weergave af, ook al is het stereobeeld iets compacter dan ik zou willen. Prima! Alweer zet de LS50 andere accenten. Nu lijkt het alsof ik ongeveer op de vijfde rij zit. Het stereobeeld is kamerbreed en zó gestoken scherp, dat elk detail exact geplaatst wordt. Dat geeft een levendige en bijna “live” luister-ervaring. Dit is bijna een studiomonitor! De klappen op de pauken hebben uiteraard iets minder gewicht dan bij de CM5, maar de xylofoon is dominanter en uiterst fraai doortekend aanwezig. Ook het twinkelen van de triangel komt duidelijk naar voren en de soloviool is zangerig en verleidelijk.
Amy_Macdonald-This_Is_The_LifeIets totaal anders nu: Amy MacDonald met haar hit This Is The Life. De LS50 doet z’n best en maakt er een feestje van. Levendig, dynamisch en (ondanks de mindere basweergave) geloofwaardig. De stem van Amy heeft net dat heel kleine beetje rauwheid, dat bij haar hoort. Ik geniet hier echt van en voordat ik het weet is het nummer voorbij. Jammer. De CM5 maakt het plaatje net even iets anders, maar toch is ook dit een prettige weergave. De stem van Amy is nu iets meer gepolijst en een tikje warmer. Het effect is absoluut niet onaangenaam! Uiteraard weet de CM5 de onderste regionen beter weer te geven, waardoor het beeld completer, maar ook wat donkerder wordt. Ook nu zit ik lekker te luisteren en is het nummer te snel voorbij.
Nog een stem: Andrea Bocelli. Ook een favoriet van mij. Het beeld blijft gelijk: de CM5 is fluweelzacht, verleidelijk, Andrea wordt ongeveer anderhalve meter vóór het orkest geplaatst. De melodieuze stem komt prachtig uit de luidsprekers en het orkest klinkt vol, rijk en warm. De licht romantische klank past wel bij de Italiaanse zanger. De LS 50 is helderder, lichter, waardoor de stem van Bocelli een ander karakter krijgt. Meer richting operazanger. Het orkest wint aan definitie en detail, maar dat mes snijdt aan twee kanten omdat ook kleine imperfecties nu ineens hoorbaar worden. Dat hoort nu eenmaal bij het studiomonitor-karakter.

KEF-LS50-Blk-2-lexicom-multimediaConclusie
Twee kwalitatief hoogwaardige luidsprekers met een bescheiden prijskaartje, waarvan de karakters behoorlijk verschillend zijn. Een cartoon zou er zo uit kunnen zien: de B&W CM5 als een stijlvolle heer van middelbare leeftijd en de KEF LS50 als jong en ongedurig gifkikkertje. Maar een cartoon vertelt zelden de hele waarheid.
Ik heb de CM5 eerder in deze tekst “gelijkmatig” genoemd en dat is hij ook. De weergave is compleet, goed in balans en zonder gekke uitschieters. Ik kan lang naar deze luidspreker luisteren zonder verveeld of vermoeid te raken. Veel mensen zullen bovendien de iets warmere klankkleur prettiger vinden dan die van de LS50.
De LS50 heeft onmiskenbaar een karakter dat tegen een studiomonitor aan ligt: helder, doortekend, zeer detailrijk en met een gestoken scherp stereobeeld. Ik ben daar gek op, al zou ik er graag een subwoofer bij willen om de basweergave aan te vullen. Maar een monitor-achtige luidspreker als de LS50 kan ook iets onrustigs hebben, iets te veel “in your face“, waardoor hij voor sommige mensen misschien vermoeiend kan zijn.
Daarom is en blijft het advies altijd: ga ZELF goed luisteren. Ik kan u in een recensie als deze een indicatie geven van mijn bevindingen, maar smaken verschillen. Gelukkig liggen de prijzen van deze twee compacte luidsprekers niet ver uit elkaar, dus dat hoeft geen argument te zijn.
Een tijdje geleden hoorde ik op een audioshow iemand zeggen, dat in de lagere prijsklassen steeds meer eenheidsworst wordt gemaakt. Na het beluisteren van deze twee luidsprekers, die qua prijs dicht bij elkaar liggen maar qua karakter flink verschillen, zou ik willen antwoorden: “Hoezo eenheidsworst?”

 Meer informatie:

KEF LS50:  klik hier
B&W CM5(S2):  klik hier