Metrum AMBRE ROON endpoint: Timing is het sleutelwoord

Je kunt er niet meer omheen, muziek wordt op alle mogelijke manieren gestreamd tegenwoordig. Vanaf een eigen opslag of vanaf internet gaat muziek over een vaste Ethernet of Wi-Fi verbinding naar een apparaat dat gekoppeld is aan uw stereo systeem of geïntegreerd is in een versterker. Natuurlijk levert Lexicom Multimedia hiervoor de nodige oplossingen, denk aan Devialet, Naim, Hegel, Bluesound, Auralic en anderen, veelal hebben ze tegenwoordig gemeen dat ze kunnen werken met ROON software waarin ze “endpoint” genoemd worden. Daartoe zijn ze gecertificeerd door ROON en is een stukje software geladen op het apparaat. Er is sinds kort ook een endpoint dat is geoptimaliseerd voor ROON, dat niets anders kan dan als ROON endpoint werken en zodoende in staat is op uitmuntende wijze zijn taak te vervullen. Een product van Nederlandse bodem, ontworpen en gemaakt in Nederland door Metrum Acoustics, een bedrijf dat van oorsprong actief is met DAC’s en versterkers. In lijn met de benamingen van de nieuwste DAC’s (Onyx en JADE) kreeg het de naam mee “AMBRE”.

Edelsteen

De Metrum Acoustics AMBRE vormt de brug tussen de ROON server, veelal een dedicated computer met de naam NUC of Nucleus, en een apparaat dat de digitale signalen kan omzetten naar analoge output. De Metrum Acoustics AMBRE heeft één enkele ingang, een RJ45 Ethernet poort, wel diverse digitale uitgangen om overal mee compatibel te zijn. AES/EBU over XLR, S/PDIF over RCA coax, Toslink optisch en een I2S uitgang. Helaas is een externe I2S configuratie niet vastgelegd in een standaard binnen de audio en werkt alleen 100% gegarandeerd met een optionele I2S ingang voor DAC’s als Pavane, Adagio, JADE en Onyx, allemaal Metrum Acoustics ontwerpen. De maximale bitrate en sample frequentie van de AMBRE is 24 bit bij 192kHz. Ingebouwd is een voeding zodat er geen gepruts is met losse voedingen en zoals eerder aangegeven, de AMBRE is er voor ROON en niet voor andere streaming protocollen. Op de voorzijde van het bescheiden kastje een aan/uit schakelaar plus indicatie LED’s voor Netspanning, aanwezigheid van LAN en Muziek. Die laatste vind ik wel een vondst, het gaat immers om muziek! In de AMBRE is veel aandacht besteed aan de voeding van de circuits en nog veel meer aandacht aan de digitale klok. Digitale muziekweergave valt of staat met de kwaliteit van de digitale klok, elke afwijking in het kloksignaal ervaren wij als storend, scherp, vertroebeld, onaangenaam, ellende samengevat in de term “jitter”. De AMBRE heeft daarom twee precisieklokken ingebouwd, één voor 44.1kHz en de veelvouden 88.2 en 176.4kHz en de tweede voor 48kHz met de veelvouden 96 en 192kHz. De timing met de klokken en de ultieme onderdrukking van jitter zoals Metrum Acoustics weet te bereiken is technisch en hoorbaar uitzonderlijk te noemen. De AMBRE kost € 1.199,- en de optionele I2S module voor een Metrum Acoustics DAC is € 109,-.

De concurrentie

Op het moment van luisteren was de I2S module nog niet in de winkel aanwezig en heb ik de AMBRE aangesloten op een Metrum Acoustics JADE DAC met AudioQuest kabels uit de Cinnamon reeks. Optisch, AES/EBU en RCA om een zo goed mogelijk vergelijk te kunnen maken van de diverse uitgangen. En om de AMBRE op alle manieren te vergelijken met een Bluesound Node 2 en een Raspberry Pi met HifiBerry Digi+ Pro board inclusief losse lineaire voeding. Later bleek met de I2S module nog een verdere verbetering mogelijk en heb ik ook de AMBRE thuis nog eens vergeleken met een NAD M50 en M50.2 digitale muziekspeler. In de winkel koppelden de Lexicom Multimedia mannen bovendien een AMBRE aan een Devialet 440 Pro. ROON server draait op een Lexicom Multimedia NUC. De set welke ik gebruikte bestond uit een Naim NAC-N 272 ingezet als lijnversterker, een NAP 300DR eindversterker met een NAP 300PS voeding en Audiovector SR3 Super luidsprekers.

Drie kabels, twee smaken

De eerste opzet is het vergelijken van de drie digitale kabels, nodig om zeker te weten wat daarvan de invloed is. Ik draai van Patricia Barber’s CD “Café Blue” eerst de track “A taste of honey”. De voorkeur gaat al snel uit naar de AES/EBU kabel want hij is het meest neutraal. De twee andere kabels zetten lichtjes aan in de lage tonen, waarbij tussen optisch en RCA geen verschil te horen is. De XLR kabel geeft het grootste stereobeeld, bezit de snelste attack en heeft een iets aangenamer hoge tonen weergave op de Audiovector met een track als “Yellow Car III”. Als ik vervolgens “Nardis” laat spelen klinkt XLR in vergelijk net wat minder metalig dan de andere twee. XLR blijft tot nu toe de beste verbinding, maar daarmee kan ik niet uit de voeten met de Node 2 en de Pi, dus voor vergelijk pak ik coax en optisch omdat ze gelijkwaardig klinken en een zelfde stereobeeld neerzetten. Ik sluit de coax aan op de Node 2 en optisch op de AMBRE. Weer draai ik “Nardis” van Patricia Barber en ervaar de Node 2 als minder precies, rommeliger in de weergave, tikje nerveus, hij geeft een kleiner stereobeeld, terwijl de AMBRE meer impact heeft op de muziek, meer druk levert en alles groter neerzet, zeker de muziek een stuk losser van de weergevers laat komen. Met de AMBRE krijg je een dimensie extra, lastig te omschrijven wat dat precies is, denk aan een laagje extra van de trommelvellen en verbeterde definitie van de instrumenten. Ik ga door in deze opstelling met Alison Krauss & Union Station en hun “Paper aiplane”. De AMBRE geeft gemakkelijker de ambiance weer, speelt natuurlijker en een stuk vrijer van de luidsprekers. In vergelijk is de Node 2 is scheller op de stem bij een hoog volume, zelfs irritant te noemen in het directe vergelijk. De laatste track is met Sting en Branford Marsalis, live opgenomen in Berlijn, getiteld “Englishman in New York”. Zeker opvallend met deze track is het verschil tussen de Node 2 en de AMBRE. De Node 2 speelt kleiner, metaliger, eenvoudiger en kent niet dat grote stereobeeld. De AMBRE zet ten eerste een veel groter podium neer, trekt daarbij de artiesten los van elkaar. Als het publiek mee gaat klappen is het verschil dramatisch te noemen. Ik riep zo luidkeels “dramatisch” uit, dat iedereen dacht dat ik iets had laten vallen met rampzalig gevolgen. De Node 2 geeft namelijk een paar rijen publiek weer, de AMBRE een hele grote zaal. Het stereobeeld reikt met de AMBRE naar links en rechts tot ver buiten de luidsprekers, terwijl de Node 2 het tussen de speakers houdt waarbij het zelfs nog wat kleiner is dan de fysieke afstand tussen linker en rechter Audiovector.

De kracht van AMBRE

De AMBRE versus een in elkaar geknutselde Pi met extra board en losse voeding. Een slim product voor wie handig is met computers, software, downloads en liefst kennis heeft van Linux, zelf hou ik het liever bij kant-en-klare techniek zonder verrassingen. Nogmaals Sting met Branford Marsalis live in Berlijn. De AMBRE is ten opzichte van de Pi donkerder van klank, zet de baslijnen beter neer en maakt het stereobeeld aanzienlijk dieper. De AMBRE is krachtiger en heeft een analoger klank, al durf ik dat woord tegenwoordig nog nauwelijks te gebruiken. Laat ik het benoemen als overtuigingskracht. Na Sting komt Sade met van haar CD “Love deluxe” de track “No ordinary love”.

Er zit lucht om Sade heen met de AMBRE. Muziek weerklinkt net wat vloeiender, losser en minder gestrest. De Pi doet het best goed mag ik gerust opschrijven. Toch gaat de AMBRE een goed hoorbare stap verder in het weergeven van mini details, omdat stemmen en instrumenten verder uit elkaar worden getrokken. Ook hier is de AMBRE is de krachtigste weergever. Tot slot van Dire Straits, gezet op de CD “On every street”, “You and your friend”. Ik ervaar met de AMBRE t.o.v. de Pi dezelfde verschijnselen: meer impact, groter stereobeeld, losser, vloeiender, ruimer neergezet, puntig en snel. De Pi is kleiner en minder spannend. Mijn voorkeur is zo klaar als een klontje.

AES/EBU

Wat met de Pi of de Node 2 niet kan is de AES/EBU uitgang pakken, met de AMBRE wel en wat heeft dat voor gevolgen? De verschillen tussen de systemen worden uitvergroot met de AMBRE op deze ingang van de JADE DAC. Het stereobeeld groeit naar alle kanten, vooral de gitaren in de uiterste hoeken gaan tot ver buiten de fysieke opstelling. Er zit ineens een echo op de stem van Knopfler met de AMBRE op deze manier aangesloten. Zo hebben we ook de voordelen gehoord op een Devialet 440 Pro, waarbij de AMBRE de ROON en ethernetkoppeling voor zijn rekening neemt en de de AMBRE via AES/EBU direct de interne DAC van de Devialet aanspreekt. Thuis herhaalde ik het experiment met een NAD M50 en een M50.2. Eerst liet ik die spelen via het eigen BluOS en daarna als endpoint onder ROON, ik koos per direct voor ROON, vervolgens zette ik ze af tegen de AMBRE via AES/EBU. Als ik u vertel dat ik twee AMBRE’s heb gekocht, voor elke installatie in huis één, zegt dat u dan al genoeg? Er is simpel geen weg terug. Komt bij dat ik ook twee Metrum DAC’s bezit en heel rap de I2S module daarin ga monteren, want bij Lexicom kreeg ik op een later tijdstip nog even mee hoe dat speelt over een AudioQuest Cinnamon Ethernetkabel als I2S verbinding. Ik werd er heel gelukkig van. Wat een geweldige definitie viel mij ten deel, enorm precies, glashelder en geen moment scherp, dof, rommelig of op andere manier versmeert.

Geen weg terug

Heeft een endpoint als de Metrum Acoustics AMBRE alleen voordelen? Nee, want met ROON kan ik (nog niet) beschikken over internet radio, heb ik geen toegang tot Qobuz en andere muziekdiensten behalve dan TIDAL. Bovendien is er een NUC, andere computer of krachtige NAS nodig voor de ROON Core. Daarbij zie ik voor de AMBRE liefst een digitale AES/EBU ingang, telt de prijs van de AMBRE en is hij alleen te gebruiken voor ROON. Een Pi is goedkoop, maar dan moet je hem zelf bouwen, er de juiste software voor zoeken en installeren, een voeding vinden etc. Bepaald niet handig als iemand niet zelf met regelmaat sleutelt aan computers. De Bluesound Node 2 kan meer via BluOs met de Bluesound App op het gebied van muziekdiensten en internetradio. Maar wegen die punten, kosten of besparingen en mogelijkheden op tegen de klankkwaliteit van de AMBRE? Voor mij niet, niet op luidsprekers in de klasse van de Audiovector of hoger en zeker niet als de set thuis nog één of twee stappen verder gaat in kwaliteit. Voor mij is de AMBRE de openbaring die ertoe heeft geleid dat ik (volgens vrienden “eindelijk”) met ROON ga werken, waar ik eerst mijn bedenkingen had omdat BluOS thuis op drie plaatsen al draait. Na zelf ervaren te hebben hoeveel sprongen de weergave omhoog kan is de weg terug voor mij afgesloten.

Noot:
De ROON software (bijvoorbeeld draaiend op een NUC) en de Metrum Acoustics AMBRE als endpoint werken samen met een NAS, een Melco, een USB harde schijf, TIDAL en/of een geïntegreerde oplossing voor opslag in andere spelers zoals geboden door Naim, Bluesound of NAD.

Voetnoot:
Het is inmiddels gelukt om ook internetradio met Roon op de Ambre te spelen in uitstekende kwaliteit. Daarmee is dat probleem uit de wereld voor Roon gebruikers.