Melco muziekservers in vergelijk
Wat zijn de verschillen tussen de Melco servers: N1AH60/2, N1ZH60/2, N1ZS20/2
Na recent één Melco muziekserver aan de tand te hebben gevoeld en een show te hebben bijgewoond, kan het haast niet uitblijven, ik wil de verschillen wel eens horen tussen de N1AH60/2 met een enkele voeding en een enkele condensatorbank achter de voeding, ten opzichte van de N1Z/2 modellen die het mogen doen met twee interne voedingen, twee condensatorbanken, verbeterde bekabeling en een steviger behuizing. In de N1Z/2 serie onderscheiden we de N1ZH60/2 met twee 3TB harde schijven en de N1ZS20/2 met twee 1TB SSD drives intern. In overleg met het team van Lexicom Multimedia is gekozen voor de meest zinnige opstelling die ook het meest gebruikelijk is, de Melco als muziekserver aangesloten via de speciale LAN poort, rechtstreeks op de ingang van de digitale muziekspeler. Heel plat uitgedrukt heeft de Melco daarmee de functie van een NAS. Alleen is het geen NAS, want een Melco is niet ontworpen als NAS in een netwerkomgeving met computers, het is een dedicated muziekserver die alleen daarvoor geschikt en geoptimaliseerd is. Lees daarvoor ons showverslag nog eens na als u dieper in de materie wilt duiken.
Als eerste is de goedkoopste Melco, de N1AH60/2 met zijn 2x3TB opslagcapaciteit aan de beurt. Ik draai de muziek voor mijzelf tweemaal, een eerste keer om te wennen aan de opstelling, de tweede keer voor de juiste indruk. De aftrap met Brubeck bevalt uitstekend, de weergave kenmerkt zich in de eerste plaats door een zeer schoon en rustig beeld. Daarin zijn de vier van het kwartet los van elkaar neergezet in een ruimtelijke stage. Links speelt links het slagwerk, rechts de piano, midden de bas en links van het midden de sax van Paul Desmond. Als alleen slagwerk en piano overblijven, laten de Spendor’s dat met een behoorlijke dosis realisme neerzetten. Volume staat niet overdreven hoog, gewoon lekker luisterniveau waar iedereen zich prettig bij zal voelen. Vanwege de rust is de mate van detaillering erg hoog zonder dat de muziek op enige manier te technisch, laat staan mechanisch kan worden.
Kent start met stem en gitaar, dat zuiver weerklinkt. Haar geschoolde stem heeft de licht heesheid die er in beperkte mate in hoort. Vingers op de snaar van de gitaar komen naar voren, bas is strak en verre van overheersend, terwijl de piano een heldere toon heeft. Ik kan niet genoeg benadrukken hoe schoon de weergave is. Het totaal ontbreken van een digitaal stempel, waar een NAS die muziek gaat streamen over een LAN een puntje aan kan zuigen. Laat staan muziekdiensten als Tidal en Qobuz. Een LAN hoeft niet eens druk te zijn om al een heleboel ruis (=onrust) te introduceren en last te hebben van opgepikte RFI. Dat is deels te onderdrukken met iFi iPower voedingen op de switches, kostbare Ethernetkabels, maar weg krijg je het nooit.
Jansen speelt haar eerste viool vanaf de N1AH60/2, op de voorgrond gezet ten opzichte van de andere musici, waaronder het orgel dat zo goed waarneembaar is. Cello komt prachtig los aan de rechterzijde. Geen enkel randje, wel de natuurlijke scherpte van viool die erin thuis hoort. Het tweede deel dat heel zachtjes begint laat de snaren rollen vanuit het orkest. Alle gevoel en passie die Jansen in haar instrument kan leggen geeft de Melco door aan de Naim en Spendor combinatie. Als het intense en zachte spel omslaat in vuur een vlam staat de muziek nog steeds als een huis, om pas aan het eind weg te zinken alsof het in de verte verdwijnt.
Overstappen naar de N1ZH60/2 gaat eenvoudig, kabel omsteken, even wachten en dan is de muziek alweer zichtbaar. Brubeck laat nu wat meer detail horen aan de linkerkant met deze betere server. Het zijn de bekkens die extra weerkaatsen in de spotlight en als Desmond blaast is de dynamiek gewoon een stapje groter geworden. Bas heeft een streepje meer hoorbare snaren, piano kan ik weinig verschil in ontdekken. Het zijn de drums en de sax die de meeste indruk maken. Komt het door de extra informatie dat muziek iets meer rommelig klinkt? Dat weet ik nu nog niet. Er gebeurt wel wat meer dus ik ga met spanning over op de andere tracks.
Kent klinkt met meer body en minder heesheid. Staat nog losser van de gitaar. Piano spreidt zich net wat meer uit achter de twee solisten. Bas vormt een natuurlijke aanvulling die individueel goed te volgen is zonder zich op te dringen. Bescheidenheid van de band komt verder tot uiting. Pas als Kent even zwijgt, springen snaren naar voren en zet iedereen er de vaart in. Het is zo super zuiver op deze Melco. Toch anders dan op de N1AH60/2 het geval was. Het lijken kleine stapjes, tot je opmerkt dat de bekkens meer suizen, langer naklinken, piano meer body krijgt, de gitaar simpelweg extra dynamiek biedt. Ik vraag mij af wat een SSD daar in kan betekenen. De neiging een Melco voor thuis aan te schaffen komt angstig dichterbij.
King levert een licht overdreven puntigheid in, een haast te transparante hoeveelheid energie, de N1ZH60/2 geeft een ronder beeld, waarin elk detail nog steeds aanwezig is. Zelfs nog meer als ik mij overgeef aan luisteren. De gitaar van Clapton, tijdelijk ondergeschikt aan die van King, hoor ik nu op de achtergrond meespelen, dat was eerder niet het geval kan ik u verzekeren. Dynamiek te over en hoe wonderlijk dat ik nu kan horen hoe de instrumenten elkaars klank beïnvloeden vanwege het geluidsniveau dat de heren produceren. Sterker nog, ik raak er van overtuigd dat een derde gitarist meespeelt die ik nooit eerder heb waargenomen. Dat is niet King, het is niet Clapton, of het is later in de mix gezet of een derde doet mee. Hoe fijn als een Melco dat gewoon laat horen. Precies omdat de data perfect kan worden aangeleverd aan de streamer, zonder tijdversmering en opnieuw zenden van pakketten, zonder invloeden van ruis die altijd op alle netwerken aanwezig is.
Nu is de tijd gekomen om van bewegende harde schijven over te stappen op Melco SSD technologie. Anders dan een normale SSD comprimeert een Melco SSD geen data bij het wegschrijven, gebruikt geen accelerator software bij het lezen en heeft geen dataverschuiving nodig om de SSD gezond te houden. Dat laatste is vooral een bron van jitter aldus Melco. SSD heeft op papier zowel voor- als nadelen, het belangrijkste nadeel is de prijs, dus laten we eens kijken of die extra uitgave wel rechtvaardig is in een systeem zoals opgesteld. En of mijn oren in staat zijn de verschillen waar te nemen. Bij Brubeck hoor ik meer de lucht in het mondstuk en het daadwerkelijke blazen. Dat er aan het uiteinde van de sax iets anders gebeurt merk ik niet. Het stereobeeld is niet verschoven, bekkens hebben nu wel de ultieme metaalklank die net nog ontbrak of niet opviel. Daar kan ik eigenlijk geen vaststaand oordeel over geven. Trommels hebben dat ook, het roffelen is meer gedefinieerd. Heeft deze SSD versie een meerwaarde op Brubeck? Ja, als uw systeem in staat is de verschillen door te geven en u de extra uitgave over heeft voor net nog iets meer “echtheid” om zo een stap nader tot de musici komen. Alle andere voordelen van de eenvoudigste Melco blijven overeind, steeds een stap hoger gaan in de weergave kwaliteit is onmiskenbaar duidelijk te maken.
Kent komt een stapje dichterbij met de N1ZS20/2, is intiemer met de luisteraar, gaat nog een streep meer relaxed om met haar stem, terwijl de kwaliteit van de instrumenten ook toegenomen is. Ik zoek een vergelijk om e.e.a. duidelijker te omschrijven maar kon niet veel verder dan wat beter licht op een kunstwerk, waardoor het bijna tot leven komt en er diepte in de schildering ontstaat. Gitaarspel is een versnelling hoger gekomen als het gaat om puntigheid en afbeelding. Minder vrijblijvend aan het zwerven tussen de speakers (overdreven gesteld), beter op een vast plek vastgepind. Tenslotte heeft de microfoon tijdens de opname zelf ook niet bewogen.
Jansen krijgt een stukje extra vrolijkheid mee in haar spel, wordt net nog wat levendiger, alsof de dame die het stuk vandaag voor de vierde keer moet spelen anabolen heeft genomen en het orkest in de oppepper mee laat delen. Het lijkt alsof het volume toegenomen is bij uithalen, onmogelijk want daar let ik continue op. Het heeft alles te maken met spelvreugde, levendigheid, het nog dieper onderdrukken van ruis en mechanische trillingen (in een SSD beweegt niets). Het stereobeeld raakt dichter aan de werkelijkheid, waar Jansen helemaal niet zo ver voor de rest van de orkestleden uit staat. Ze harmonieert net wat beter, past zich als een kameleon aan zonder de eigen identiteit te verliezen. Heel mooi en zeldzaam ontdaan van artefacten die niet thuishoren in een topweergave systeem als dit.
Ik kan stellig zijn in de conclusie dat elke bovenstaande Melco bijdraagt aan het beleven van plezier aan muziek. Niet alleen de interne opslag heeft voordelen, de extra Ethernetpoort die zorgt voor een schoon signaal tussen de Melco en de streamer doet heel veel goeds, meer dan logischerwijze verwacht kan worden op een Ethernet verbinding. De liefhebber kan elke Melco koppelen met een USB DAC voor PCM en andere formaten files. Met behoud van alle mogelijkheden, alleen bestuurt u dan de Melco met een UPnP App en niet met de App van uw streamer (Naim, MF, Bluesound, NAD, etc.). Wie het onderste uit de kan wil hebben kiest voor een Melco met SSD opslag, met een heel grote collectie aan muziek kunt u de belangrijkste bestanden opslaan op de interne SSD en de rest bijvoorbeeld op een USB schijf direct gekoppeld aan de N1ZS20/2 of op opslaan op een NAS. Een Melco is ontworpen en gebouwd voor het weergeven van muziek, het is geen computer, dat maakt een essentieel verschil.
Prijzen:
N1AH60/2 € 2.499,-
N1ZH60/2 € 4.999,-
N1ZH60/1 Tijdelijke aanbieding € 3.995,-
N1ZS20/2 € 9.000,-
Iedere Melco is leverbaar in zwart of zilver.