McIntosh MA352 en Sonus faber Olympica Nova III

McIntosh MA352 en Sonus faber Olympica Nova III: Oude wijsheden in moderne techniek

Ik spreek over midden jaren 70 waarin mijn liefde voor het iconische merk McIntosh is ontstaan. Het merk was toen al een gevestigde naam in de high end audio en kenmerkte zich door de zwarte frontplaten van echt glas. Achter de fronten zat groen licht, waarmee de letters op de frontplaat werden verlicht. Bovendien gebruikte McIntosh blauwe VU meters om het afgegeven vermogen van eindversterkers aan te geven. Anno 2024 is er in dat opzicht niets veranderd aan de styling van het merk. Een tikkeltje meer blingbling zo her en der is het enige. Intern is de McIntosh apparatuur meegegroeid met de techniek. Betere componenten, ruisarme weerstanden, op-amps, LED’s en d/a converters die er toen niet waren. Gebleven vaak elektronenbuizen in het lijnversterker circuit. Sonus faber is wat minder oud, al behoort het merk inmiddels ook tot de klassiekers. Voor Auralic gaat die vlieger niet op, Auralic is immers pas ontstaan in het streaming-tijdperk. Toch blijken de drie merken uitstekend met elkaar te combineren, zeker als we een vierde fabrikant toevoegen: AudioQuest voor de kabels. Bij Lexicom MultiMedia werd een fijn systeem voor mij opgebouwd en getuned waar ik naar mocht gaan luisteren. Streamen, SACD spelen, boterham eten en weer door. De winkelruimte was er voor mij en het systeem deed zijn best mij te overtuigen van zijn kwaliteiten.

McIntosh MA352 geïntegreerde versterker

Hart van de installatie van vandaag is een McIntosh MA352 hybride versterker met een fors uitgangsvermogen van 200 Watt per kanaal aan 8 Ohm, oplopend tot 320 Watt per kanaal aan 4 Ohm. De MA352 gebruikt elektronen buizen in de voorversterker en transistoren in de eindversterker. De buizen staan in een klassieke schakeling met ECC83 als versterker en ECC82 is de driver voor de transistoren. Om maar gelijk alle zorgen weg te nemen bij diegenen die nooit met buizen hebben gewerkt, deze buisjes gaan gemiddeld 10.000 uur mee, bijna 7 jaar bij 4 uur per dag spelen. Bovendien zijn deze buisjes te koop voor een paar tientjes. De MA352 heeft twee gebalanceerde XLR ingangen en drie ongebalanceerde met RCA. Daarnaast een ingang voor een draaitafel met een MM element en is er een Home Theater stand. Een lijn uitgang is beschikbaar voor actieve subwoofers of een tweede eindversterker. McIntosh houdt vaak vast aan een aantal van zijn eigenaardigheden en beveiligingen. Zo zijn er uiteraard de blauwe VU meters die continue aangeven welk vermogen wordt geleverd aan de luidsprekers, is er een toonregeling op maar liefst vijf frequenties en wordt de uitgang bewaakt op clippen van de versterker en op kortsluiting. Zelfs een hoofdtelefoon kan worden aangesloten. Het uiterlijk van de MA352 is afwijkend van de doorsnede versterker, veel chroom, groene verlichting, blauwe meters, een lage voorzijde en een hoog achterste deel. Met zijn gewicht van 30 kilo is het neerzetten en afblijven. Dat gewicht is grotendeels te danken aan de zware transformatoren die McIntosh gebruikt.

McIntosh MCD350 SACD speler

Eén van de twee vandaag gebruikte bronnen is een McIntosh MCD350 SACD speler. Een stereo speler met zowel gebalanceerde als ongebalanceerde uitgangen. Bovendien heeft de MCD350 digitale uitgangen, RCA en Toslink. Daarbij moet ik wel even vermelden dat digitale uitgangen uitsluitend actief zijn bij het afspelen van CD’s, niet bij het spelen van een SACD. Dat alles te maken heeft met licentie rechten waar zelfs een oudgediende als McIntosh niet aan kan tornen. Voor de conversie maakt de MCD350 gebruik van een 32bit/192kHz converter. Wat McIntosh niet vermeld is of het 44.1kHz/16bit signaal eerst wordt geupsampled of native door de DAC gaat. Ach, het eindresultaat telt nietwaar. De MCD350 leest een disc op dubbele snelheid, slaat de data op in een buffer en de DAC leest de data uit de buffer. Een oplossing die er voor zorgt dat jitter sterk vermindert en de invloed van de drive nihil is. Er zijn natuurlijk separate lasers voor CD en SACD. Het uiterlijk van de MCD350 is typisch McIntosh met groene letters achter een zwarte glasplaat.

Auralic Altair G2.1 netwerkspeler

Tweede bron is een Auralic Altair G2.1 netwerkspeler met een overvloed aan mogelijkheden. Muziek is af te spelen via de Auralic Lightning DS app, via Roon, UPnP/DLNA Media Server, Amazon Music Unlimited, HighResAudio, KKBOX, Qobuz Sublime+, TIDAL Connect, AirPlay, Spotify Connect en TuneIn Internet Radio. Airplay™, Bluetooth, USB-connectiviteit en optionele interne opslag zijn beschikbaar. De Altair G2.1 is (onder andere) een streamer mét een ingebouwde DA-converter, een passieve analoge volumeregeling met weerstandsnetwerk, een zeer goede MM-phonotrap én een kwalitatief hoogwaardige hoofdtelefoonuitgang. Diverse hardware upgrades ten opzichte van de Altair G2 omvatten Unity Chassis II: een koperen behuizing die interferentie minimaliseert, een anti-vibratie voet op een massieve basis, klokken uitgerust met hypernauwkeurige femto-seconde klokken, een Pure-Power-voeding en klasse A Orfeo-uitgangsmodules. Ik ga de Altair G2.1 gebruiken met Roon en met de eigen App. Het volume regel ik met de McIntosh MA352, in de Auralic zet ik het volume op maximaal. Daarmee schakelt de volumeregeling zelf uit de signaalweg.

Sonus faber Olympica Nova III luidsprekers

Net als een vorige keer gebruikte Sonus faber Olympica Nova II luidspreker is de Nova III fantastisch mooi afgewerkt. Fineer op de wanden, met aluminium accenten en leer rond de drivers. De Olympica Nova III is een drieweg system met een 28mm tweeter, 150mm middentonen en twee 180mm woofers. Drivers waarin Sonus faber speciale technieken gebruikt voor magneten en spreekspoeldraad. De woofer heeft een conus gemaakt uit twee lagen papierpulp met daartussen een foam laag. De middentoon voegt daar voor de conus natuurlijke vezels aan toe. De tweeter heeft een speciale, eigen behuizing die Sonus faber omschrijft als Damped Apex Dome. Een ruimte achter de tweeter die reflecties dempt en het fase gedrag optimaliseert. De Olympica Nova III is een basreflex luidspreker met aan de achterzijde een langwerpige Stealth Ultraflex poort, dat in de Olympica een semi a-periodische, akoestische belasting geeft aan de woofer. De Stealth vorm voorkomt poort turbulentie, verbetert de luchtdoorstroming en verlaagt vervorming. De poort draagt bovendien bij aan het rendement van 90 dB en laat het frequentiebereik doorlopen van 35 kHz tot aan 35 Hz. Scheidingsfrequenties liggen op 250 en 2500 Hz. De nominale impedantie is laag met 4 Ohm. Het is geen echt klein model luidspreker, de maten zijn 1104,5 x 376 x 459,8 mm ende Nova III heeft een gewicht van 35 kilo per stuk.

 

Kabels en de rest

Als je alle componenten klaar hebt staan, dan zijn er nog kabels nodig om alles aan te sluiten op ethernet en stroom. De mannen van Lexicom MultiMedia hebben gekozen voor AudioQuestThunderbird luidsprekerkabels, van hetzelfde merk een Pegasus XLR interlink tussen Auralic Altair G2.1 en McIntosh MA352 en een AudioQuest Black beauty XLR van MCD 350 naar de versterker. Voor ethernet zie ik een Melco S10 ethernetswitch liggen achter het audiorek, met daarin AudioQuest ethernetkabels.

Als eerste streamen

Laten we vandaag beginnen met het streamen van muziek, voor mij het meest bekend in de oren klinkend de laatste jaren. De begeerlijke SACD speler van McIntosh laat ik nog even voor wat hij is. Geheel naar mijn smaak laat ik de Auralic alle files upsamplen naar de maximale waarde 352.8/384kHz en kies als filter Dynamic in de Auralic configuratie. Wie daar een ander oordeel over heeft, heeft voor mij groot gelijk. Auralic heeft vele wegen die naar uw eigen Rome leiden. Met deze parameters laat ik de muziek uit de luidsprekers stromen en kies als eerste een aantal tracks die relatief eenvoudig van opzet zijn. Zoals muziek van Suzanne Vega (heeft niets te maken met de Vega van Auralic) met haar trieste en bekende “Luka”. Elk woord komt binnen als een hamer, juist vanwege de eenvoud van de song, maar ook omdat deze combinatie de stem volledig uitlicht en alle aandacht geeft. Heel sober wordt haar gitaar toegevoegd, meer niet. De stem staat pontificaal in het midden, is bescheiden en ontzettend natuurlijk in al haar eenvoud. De gitaar voegt slechts een ondersteuning toe om, zo lijkt het mij ditmaal, de hardheid die in de woorden zit ingesloten nog iets te verzachten. Een heel bijzondere ervaring op dit systeem waarbij de adem wordt ingehouden. De kwaliteit van zowel Auralic als McIntosh als Sonus faber was al steeds bijna tastbaar te maken met mijn ‘inspeel tracks’. Daaronder werk van Sade, Agnes Obel en Ane Brun, tot aan Trentemoller en Yello. Bij “Luka” springt de vonk in alle hevigheid over.

Ik dien nog te vermelden dat ik zojuist muziek speelde via Roon software, dat kan met Auralic ook heel gemakkelijk met de eigen Lightning DS App. Binnen de App kom ik muziek tegen onder de korte playlist van een klant waarbij ik mijn muziek introduceerde, namelijk Emmanuelle Dauvin met een Sonata I in D-flat Minor genaamd “Annociation”. Emmanuelle speelt hierbij viool en tegelijk met haar voeten de pedalen van een kerkorgel. Met de Olympica Nova III, het grootste model uit de range, opgesteld in de winkelruimte zodat de lage tonen gemakkelijker een weg vinden dan in de luisterruimte, speelt deze muziek zeer indrukwekkend. Wie heel goed luistert hoort hoe Dauvin haar voeten op de orgelpedalen zet voordat de eerste noot klinkt. Daarna hangt haar viool letterlijk in de lucht, vrijgemaakt van de weergevers, iets dat Sonus faber goed voor elkaar heeft getuige mijn eerdere luisterervaring met de Olympica Nova II. Niets leidt terug naar de weergevers. Het orgel spreidt zich uit zoals ik gewend ben, over de vloer tussen de weergevers met een duidelijke inmenging van de kerk-akoestiek. Veel meer dan op de viool die kennelijk vrij dicht op de microfoon staat. Het is allemaal gemakkelijk hoorbaar te maken op dit systeem. Niet geheel onbelangrijk is de natuurlijke en aangename klank die de luidsprekers en de versterker meenemen naar Lexicom MultiMedia. De viool heeft een zachte klank, lieflijk en teder op momenten, dan snel bespeelt met een uithaal in de hoge tonen, prachtig binnen de perken gehouden. Het orgel groot en grommend in een sublieme aanvulling. De opname is zeer aan te raden als u van klassieke muziek kunt genieten.

Veel groter klassiek werk

Vele malen groter van opzet is een volgend werk dat automatisch start vanuit de playlist. Het is violiste Lisa Batiashvili die samen met de Staatskapelle Dresden er niet voor terugdeinst om een vioolconcert van Johannes Brahms te vertolken. Van frêle tonen die als ijle luchtslierten door de ruimte bewegen tot aan de volle inzet van de Staatskapelle volgen de luidsprekers het door de McIntosh aangeboden signaal. Niet voorzien van extra warmte zoals mogelijk mensen denken als ze de voorversterkerbuizen zien gloeien, sterker nog de met hoogspanning gevoede buis brengt juist transparantie en helderheid waar een transistor het op zijn lage werkspanning vaak laat afweten. Er is daarmee iets organisch in de muziek dat ik lastig kan omschrijven. Vloeiend, zuiver, natuurlijk, verfijnd, het zijn de woorden die in mij opkomen als ik luister naar de haast fluisterzachte klanken, om die plaats te laten maken voor de inzet van het orkest. Waarbij de solo viool zich laat plaatsen als onderdeel van het orkest, vrijgemaakt in een stap naar voren. Een blik in de diepte laat de virtuele opstelling beluisteren van de diverse instrumenten. Muziek wordt daarbij rond en tussen de luidsprekers gehouden in een vrij intieme setting. Het loskomen van de muziek van de luidsprekers verbergt dat de weergave niet overmatig breed in de ruimte spreidt. Hoogte en diepte krijgen veel aandacht, iets dat mij ook al opviel met andere muziekstukken. Ere wie ere toekomt, de muziekkeuze van deze klant kan ik zeer waarderen.

Van een totaal andere orde is een playlist van Hifi.nl waarop ik “Love to love you babe” van Donna Summer terugvind. Onvervalste disco met een stampende beat. Weinig interessant ware het niet dat de disco dreunen zuiver klinken en perfect in de hand worden gehouden. Slagwerk is kort en droog, stemmen duiken op in het stereobeeld, ditmaal breed en ondiep, het kan verkeren per opname. Meerstemmige zang moet het zien te winnen van de kreunende Donna. Dan volgt een deel dat aanvangt met een centrale basgitaar, elektrische gitaar rechts, orgel, bekkens, langzaam maar zeker worden de instrumenten intenser en ik draai het volume een paar stappen op voor de extra beleving. Jammer dat er ook vervorming gaat komen in de opname, de McIntosh en Sonus faber verhullen niet wat de Auralic aan weet te leveren uit de streaming bron. Ietsje meer muziek kwaliteit en minder kreunen komt van Tina Turner en haar “What’s love got to do with it”. Uit dezelfde playlist met als grootste overeenkomst de korte, droge, impactrijke bas. Waar de stem van Turner ruim voor komt te staan in deze ruimte. Ze kan hard en agressief uit speaker komen, ditmaal is Tina flink op dreef maar weet het systeem de ruwheid en de ruige hoge tonen in haar stem natuurlijk en zuiver te houden. Tot slot van mijn disco beleving speel ik The Weekend met “Blinding Lights”. Weer die muur van geluid waarin definitie en transparantie een hoofdrol hebben. Zonder irritant te worden of te zijn. Massief doorzichtig! Snapt u het? Vullend als in een concertzaal terwijl je over het podium en achter de muzikanten een film geprojecteerd ziet op een doek. Indrukwekkend en voor de liefhebbers, het kan hard als je het hard wilt spelen.

Hoera voor een SACD speler

Andere bron is aan de beurt. De McIntosh MCD350 SACD speler. Kwestie van een andere ingang kiezen op de MA352 en…… beweging om af en toe van CD te wisselen. Goh, dat is in mijn herinnering best lang geleden. Heeft Lex iets leuks om af te spelen in de collectie? Onder de aangename klanken van Oscar Peterson en zijn geliefde CD “We get requests” eet ik mijn bruine boterhammen met kaas. Zo zit ik thuis ook vaak, even lunchen, een boek of tijdschrift lezen, muziek als achtergrond over je heen laten komen. Dan mag het een paar dingen wel en niet doen. Wel mag het de aandacht trekken vanwege de muziek of de audio kwaliteit, niet mag het storen of op de lange duur gaan irriteren. In het eerste geval blijft de afstandsbediening waar hij is, in het tweede geval gaat het volume omlaag. Gelukkig hoef ik hem niet te zoeken, de muziek dwarrelt over mij heen en vormt een aangename achtergrond. Nu koop je een systeem als dit niet voor geluidbehang, maar om van te genieten. Dus als halverwege de CD het brood achter de kiezen is, dan gaat het volume weer omhoog en het aantekenblok op schoot. Deze opname mag dan stammen uit 1964, wat soms wel te horen is, het blijft een voorbeeld van het goed opnemen van een trio. Piano prominent in het midden voor alle aandacht op Peterson zelf. Slagwerk links neergezet en de bas rechts. Een beetje overeenkomstig het hoesje. Track zes is mijn favoriet, “You look good to me”, gelijk een controle of links en rechts goed zijn aangesloten. De McIntosh SACD speler nadert heel dicht de aangename en intense weergave kwaliteit van een top draaitafel waar de LP opgelegd zou zijn. Lekker snel, heel gecontroleerd, dynamisch, juiste plaatsing, afgebakend per instrument en een heerlijk pianospel gelardeerd met bas en slagwerk. Ik kan niet stil blijven zitten, ik moet en zal bewegen op de maat. CD heeft zijn charme echt nog niet verloren. Afgezet tegen streamen? Dat is appels met peren vergelijken. Wat was de bron bij het streamen? De DAC van een Auralic Altair G2.1 is een hele andere dan in een McIntosh CD speler, zelfs de interlinks naar de versterker komen niet overeen. Dat laatste zou uiteraard te verhelpen zijn met omsteken. Laten we gewoon onze zegeningen tellen en genieten van muziek. Mits de bron van hoge kwaliteit is hoeven we ons om het medium zelf toch niet erg druk te maken.

Hoewel in mijn ogen de Super Audio CD in verkoopcijfers nooit een succes is geworden, is de MCD350 in staat de SACD met werken van Dvorák op een manier af te spelen die het medium ooit heeft voorgestaan. Zuiverder en detailrijker van klank dan een gewone CD. Meer analoog om die verschrikkelijke uitdrukking maar weer eens uit de kast te trekken. In een groter stereobeeld, realistischer en dichter bij de musici. De MCD350 maakt het allemaal waar met een Pentatone Classics opname van het Berliner Philharmonic String Quintet. Indertijd gesponsord door Bowers & Wilkins, nu met een grijns afgespeeld op Sonus faber. Heerlijk gewoon hoe los het geluid in de ruimte staat. Dat maakt luisteren zoveel prettiger. Luidsprekers zijn er omdat ze nodig zijn, je wil ze ‘niet horen’. Muziek, dat wil je horen. Weet u nog dat ik sprak over een strak en in de hand gehouden laag, welnu met cello en een bas in dit kwintet is dat een zegen. Je kunt de instrumenten duidelijk volgen, geen overmatig laag waardoor zaken vertroebelen, eerder het omgekeerde. Dat een McIntosh toonregeling heeft is leuk, in deze setting en deze ruimte is het niet nodig die te gebruiken. Er is kracht genoeg in een zuivere vorm. Met daarboven in een hogere noot de violen. Laag, midden en hoog perfect op elkaar aansluitend in een aangenaam en licht warm frequentieverloop. Waar eerder ook stemmen hun best mochten doen in het zo belangrijke middengebied, gaan nu de instrumenten aan de haal met de eer.

En toen was er laag in overvloed

Miste u wat lage tonen met dit systeem, draai dan eens een Stockfisch Records opname zoals van een verzamel SACD van dit label met daarop onder andere “The beat hotel” van Allan Taylor. De bekende druk in het laag, teveel van het goede wat alleen leuk is op hele kleine monitors, dan lijken ze wat groter. Toch komt het goed, inmiddels een stuk verder in deze song ga ik wennen aan Stockfisch en apprecieer ik de kwaliteit van de speler meer en meer. Het gemak waar de MCD350 mee speelt is buitengewoon aangenaam, anders dan het streamen met de Auralic Altair G2.1 die nuchterder is. De MCD350 omhult, brengt muziek op een dienblad, weet op een heel andere manier te boeien. Beter? Slechter? Anders! In een heel mooi stereobeeld dat ruim rond de speakers is opgebouwd, breed en met veel diepte. Lager geplaatst in dit geval, muziek zit tussen de grond en een hoogte van één meter. Toch stoort dat niet. Stockfisch liefhebbers kennen vast “The painter” van Sara K. Dan blijkt dat het concentreren op stemmen niet is voorbehouden aan Auralic, het komt grotendeels vanuit de luidsprekers in combinatie met de versterker, want met de MCD350 is het beeld precies zo. Sara nadrukkelijk op de voorgrond met een duidelijke stemweergave. Zonder de connectie met de band te verliezen. Een compacte setting. Met Paul Stephenson en zijn “Captain of the loving kind” verlaat ik Stockfisch voor vandaag. Ha! daar is hoogte, daar is breedte, weg is grotendeels de diepte. Het is maar net wie er achter de knoppen zit in de studio. Paul zingt en speelt zeer verdienstelijk en menselijk op deze weergevers. Waarbij de McIntosh MA352 onvermoeibaar en onverstoorbaar zijn vermogen blijft leveren. Geen wanklank uit deze transparante, krachtige, dynamische versterker. 320 Watt aan 4 Ohm, let eens op de VU meters, gemiddeld gebruik ik een half Watt. Moet het echt hard, dan haal ik pieken tot 40 Watt, de rest is reserve en wordt ongemerkt aangesproken als dat nodig is. Vermogen kun je nooit teveel hebben is een oud gezegde van mijn hand.

Ik ben ook maar een mens en heb voorkeuren in muziek die niet altijd aan de beurt komen. Daarom draai ik ter afsluiting “Live in Paris” van Diana Krall. Lekkere muziek van een rasartiest die op audioshows te vaak werd gebruikt. Lekker ritmische muziek, drive en snelheid, heerlijke jazz klassiekers die je nooit teveel kunt horen. Ik mijmer na over wat ik vandaag kon beluisteren en verbaas mij voor de zoveelste keer dat audio blijft verrassen. Bij Lexicom MultiMedia wordt er aandacht besteed aan het opzetten van een audio systeem. Plaatsing van de luidsprekers, keuze van kabels, netspanning die in orde is, het netwerk dat gericht is op audioweergave, het vele werk wordt beloond. Daarmee krijg ik keer op keer een systeem te beluisteren dat voor een ieder in de basis kloppend is. Je kunt het daarna omarmen of afwijzen, wel of niet laten passen in uw budget, feit is dat er muziek mee te maken is. Dat het uiterste uit de apparatuur wordt geperst zodat ik zeer aangename uren kan doorbrengen in de luisterruimte of de winkel. Met Diana Krall of met één van de andere dames die voor mij zingen en spelen.

De koek is op

Daarmee kom ik tot het slotwoord over een Auralic Altair G2.1, een McIntosh MA352 versterker, een MCD350 SACD speler, Sonus faber Olympica Nova III luidsprekers en AudioQuest bekabeling. Een slotwoord waarin de nadruk gaat liggen op aangenaam genieten van muziek. Naast het kunnen waarnemen van de verschillen in opnames. Of met de neus op de feiten gedrukt worden dat een (SA)CD speler nog altijd de moeite meer dan waard is. Daarbij is mijn audiofiele ‘ik’ op zijn wenken bediend met details, focussering, transparantie, klankzuiverheid en alle andere zaken die je bewust of onbewust waarneemt na jaren van luisterervaring. Het fijne is met een systeem als dit, dat je audiofiele waarneming wordt overschaduwd door muziekplezier. Dat al die parameters bijzaak worden als je niet kunt stilzitten op de bank. Als je zwaait naar een denkbeeldig orkest om het te dirigeren, luchtgitaar speelt of denkt dat je Oscar Peterson’s reïncarnatie bent. Minstens twee merken die oude wijsheden weten te bewaren in hun producten en verder vinden we in alle vier de merken hedendaagse technieken om u te plezieren met uw muziek.

Prijzen: