McIntosh C2800 en MC462 met Amati G5

McIntosh C2800 en MC462 met Sonus faber Amati G5 aan hun zijde

Lexicom Multimedia heeft een soort van drie-eenheid geschapen, Krell, Naim en McIntosh. Drie merken die alle drie in de top van de audio meedraaien, toch elk een totaal andere filosofie aanhangen als het gaat om de implementatie van streaming en versterking. Vandaag is het de dag dat McIntosh zich mag gaan bewijzen aan Sonus faber Amati G5 luidsprekers, die eerder ingezet zijn aan Krell en Naim versterking.

Bij Lexicom is gezocht naar de juiste bekabeling tussen een Luxman opstelling van streamer en dac, tussen de twee McIntosh componenten en naar de luidsprekers. Terwijl de stroom nog altijd uit en Audes ST-3000DC wordt betrokken via Furutech DPS 4.1 netsnoeren. Aan de Luxman set hangt een Tellurium interlink, tussen de McI’s zit een Atlas Mavros XLR kabel en de luidsprekerkabels zijn AudioQuest Thunderbird. Een mooie mix van merken, uitgezocht op eigenschappen die de apparatuur het meeste in het zonlicht zetten. De hoofdrol spelers vandaag zijn een McIntosh C2800 voorversterker, met buizen in de signaalweg, en een MC462 eindversterker die je met minimaal twee man moet optillen. Klassieke McIntosh apparatuur voorzien van kenmerkende blauwe meters, groen verlichte opschriften, knoppen die McIntosh al jaren en jaren voert, kortom onmiskenbaar McIntosh. We beginnen met het voorstellen van de apparaten en de luidsprekers, de speakers kent u wellicht al uit de twee andere besprekingen, voor de volledigheid toch maar de tekst daarover nogmaals gekopieerd.

McIntosh C200 lijnversterker

Een McIntosh C2800 voorversterker mag je gerust compleet noemen. Het is een stereo versterker die in ruime mate is voorzien van functies, van in- en uitgangen. Aan de voorkant gezien vallen als eerste de twee blauwe ogen op, een paar Vu meters die in decibellen aangegeven hoeveel signaal wordt uitgestuurd. Slechts twee draaiknoppen, bronkeuze en volume, vijf druktoetsen en een hoofdtelefoon uitgang. Achter de façade gaan heel wat meer instellingen schuil. De achterzijde is druk bezet met zeven analoge ingangen (een mix van RCA en XLR), twee ingangen voor phono (MM en MC) en maar liefst zeven digitale ingangen (coax, toslink, USB, HDMI en MCT). Want de C2800 heeft een dac aan boord die PCM192/24 streams aan kan en tot DSD512. HDMI Arc verwerkt Dolby en DTS, wat wordt omgezet naar stereo. De MCT ingang pakt een SACD stream native op vanaf een McIntosh speler.

Qua uitgangen kun je de C2800 overal voor gebruiken. Drie paar uitgangen zijn beschikbaar (XLR en RCA). Twee paar zijn te gebruiken voor een enkele stereoversterker, of voor bi-amp of voor high pass en low pass. Dat laatste wil zeggen via een instelbaar kantelpunt bijvoorbeeld een buizen eindversterker gebruiken voor de hoge tonen en een transistor type voor de lage tonen, mits uw luidsprekers dat toelaten. Ook is er een stereo uitgang voor een subwoofer (RCA en XLR). Tot slot aan de achterzijde triggers, control poorten, een RS232 poort en ethernet voor besturing. Zelfs een monitor in- en uitgang ontbreekt niet, ideaal voor wie nog graag met tape werkt, een processor wil aansluiten of zelfs een room correctie wil opnemen in de keten.

Besturen van een C2800 doe je met een afstandsbediening of met een McIntosh Connect App die beschikbaar is voor iOS en Android. Daarvoor is de ethernet poort aanwezig, waarover ook firmware updates binnengehaald worden. Toonregeling is aan boord voor bass en treble, de phono versterkers kunnen ingesteld worden op het gebruikte element, balansregeling ontbreekt niet, evenmin de filters voor de uitgangen. De uitgebreide elektronica aan boord wordt gevoed vanuit een ruim bemeten voeding, mede nodig omdat het hart van de versterker opgebouwd is rond elektronen buizen. Vrees niet, ze zijn makkelijk bereikbaar als dat nodig is en hebben een levensduur van ca. 10.000 uur. De opstelling omvat drie ECC83 buizen (12AX7) en één ECC81 (12AU7), gangbare, ruimschoots verkrijgbare type buizen.

McIntosh MC462 einversterker

Een McIntosh MC462 eindversterker is een stereo model met een uitgangsvermogen van tweemaal 450 Watt. Door het gebruik van een gebalanceerde opstelling met uitgangstransformatoren, wat McIntosh benoemt als Autoformers, is dat vermogen ook beschikbaar aan 4 Ohm of zelfs voor 2 Ohm luidsprekers. Uiterlijk past de MC462 perfect bij een C2800. Weer een paar grote meters die ditmaal het uitgangsvermogen aangeven en twee draaiknoppen. Aan/uit en een knop om de meters uit te schakelen als het wapperen u irriteert. Mede door de Autoformers weegt een MC462 meer dan 50 kilo! Een autoformer heeft behalve voordelen, zoals het veel minder zwaar belasten van uitgangstransistoren en het kunnen leveren van een constant vermogen ongeacht de impedantie van de luidspreker ook een klein nadeel, de dempingsfactor van een MC462 ligt zo rond de 40. Het frequentiebereik wordt rechtgehouden in het hoorbare gebied tussen 20 en 20.000 Hertz. Dat alles lijkt op een buizenversterker, terwijl de MC462 geen enkele buis gebruikt.

Met zo’n groot uitgangsvermogen is een beveiliging geen overbodige luxe. Power Guard bewaakt de uitgang en zorgt dat de versterker niet overstuurt kan worden (clippen), Sentry Monitor bewaakt de uitgangen tegen kortsluiting of overbelasting. Aan de achterzijde in-en uitgangen via RCA en XLR, trigger aansluitingen en uiteraard luidsprekerterminals. Het aanbrengen van RCA en XLR uitgangen op een eindversterker lijkt misschien overdone, maar er zijn muziekliefhebbers die 2 x 450 Watt nog niet genoeg vinden en een tweede of derde MC462 inzetten voor bi-amp of tri-amp. Of een subwoofer hier aansluiten.

Een kleine opmerking over de meters op de MC462. Zij geven het gebruikte uitgangsvermogen aan, laten tegelijk de relatie zien tussen vermogen en decibel. Een vertienvoudiging van het uitgangsvermogen is maar 10 decibel harder spelen. Speelt u zachtjes, dan zit u rond 50 dB, wat harder rond 70dB, hard is 90 dB of meer. In Watts is dat 0,0045 Watt, een 0,45 Watt of 45 Watt. Voor 100 dB zit u dan aan 450 Watt. Overigens is dat helemaal afhankelijk van de toegepaste luidspreker, ik wil maar aangeven dat 450 Watt niet absurd is.

Sonus faber Amati G5 luidsprekers

Sonus faber brengt met trots de top van de Homage collectie uit onder de naam Amati G5. Naam en vorm geïnspireerd op het werk van vioolbouwer Nicolo Amati. Het is inmiddels de vijfde generatie Amati die het licht ziet in de fabriek in Vicenza. Het gaat om een vloerstaand model met van bovenaf gezien een luitvorm, uitgevoerd in luxe houtsoorten die in negen lagen over elkaar liggen. Daarna als geheel worden voorzien van negen lagen lak. Sonus faber laat twee 220 mm woofers ondersteunen door een Stealth Ultraflex reflexpoort, gevormd in een lange sleuf aan de achterzijde en voorzien van profiel voor het optimaliseren van de luchtstroom. Door de woofers elk een eigen werkgebied te geven is de Amati G5 een 3,5-weg systeem geworden. Het wisselfilter is fase correct uitgevoerd. Een 150 mm middentoon luidspreker maakt gebruik van krachtige, kostbare Neodymium magneten. Een gekozen 28 mm tweeter is een bekende met zijn APEX dome, een manier om met een kamer achter de dome, reflecties en signaal in tegenfase effectief te dempen. Uiteraard hier opnieuw een Neodymium magneet als motor. Op een Amati G5 mag je gerust wat vermogen loslaten, met een gevoeligheid van 91dB en impedantie van 4 Ohm is een versterkervermogen tussen 50 en 500 Watt gewenst en geen probleem. Zwaar en groot is een Amati G5, 61 kilo per stuk en hij meet 117.6 x 41.1 x 51.2 cm.

IsoAcoustics Gaia I dempers

Nog even een vermelding bij de luidsprekers, door Lexicom zijn spikes uit de steunen gehaald waarvan de Amati G5 zijn stabiliteit krijgt. Spikes zijn vervangen door IsoAcoustics Gaia I dempers die de luidspreker ontkoppelen van de ondergrond. Zelf ben ik een groot voorstander van ontkoppelen, dus maakt Lexicom mij gelukkig, helaas kan ik het verschil tussen spike en Gaia niet één op één beoordelen. Wat ik wel meekrijg is het gemak waarmee geluid loskomt van de Amati’s, meer dan eerder het geval was, ik denk dat de Gaia’s daar debet aan zijn. Omdat ik dat precies zo heb ervaren met andere luidsprekers welke in de loop der tijd bij mij thuis hebben gestaan.

Op het warme been gezet

Na twee eerdere sessies met Sonus faber Amati G5, eerst op Krell streaming en versterking en de tweede maal met een volledige Naim opstelling, is het nu de kans voor McIntosh om zich te bewijzen. Het is zeker de meest rustige opstelling van de drie, met een mooie, ronde klank, waaraan warmte is toegevoegd. Warmte die niet van de buizen af komt, het enige warme aan een buis de buitenkant. De schakeling waarin een buis is ingezet bepaalt de klankkleur. Als ik na andere muziek toekom aan het Tingvall Trio en de titelsong afspeel van hun album ‘Vattensaga’, dan is de rustige kant van deze opstelling al snel duidelijk. Jazz met een heftige piano, veel slagwerk en een duidelijk aanwezige bas. Om met een bassolo te beginnen, die is strak en laat elke tokkel op een snaar duidelijk anders klinken dan de voorgaande, de melodielijn is perfect te volgen. Slagwerk laat zich gelden, van basdrum tot aan de bekkens. Waarbij bekkens metaalklank bezitten, zich niet laten verleiden tot een heftige sis, wat op afstand staan en fraai langzaam uitsterven in het totaalbeeld. Piano, de troef van het Tingvall Trio is duidelijk, snel, met stevige aanslagen op het klavier. Dat alles zorgt voor pit en ritme, terwijl rust in de weergave behouden blijft. In autotermen is deze opstelling hard rijden in een luxe, grote Mercedes, terwijl Naim Audio eerder een kleine, snelle spotwagen als voorbeeld heeft genomen. Best fijn, dan is er wat te kiezen met een paar Sonus faber Amati G5 als basis.

Een ander voorbeeld vormt Heather Nova met ‘Fragile’, geschreven door Sting. Bracht een Krell dat heel teder en kwetsbaar, een McIntosh opstelling met C2800 en MC462 maakt Heather juist sterk en indringend. Zet een powervrouw neer, met in haar handen een zeer realistische gitaar. Haar stem is de leidende factor in de track, elk woord duidelijk verstaanbaar, waarbij elke verandering in zangvolume direct wordt meegenomen en daarmee de dynamiek alle ruimte geeft. Heather blijft staan tussen de luidsprekers, daar heb ik haar graag, niet te klein of naar achteren, niet te ver naar voren waardoor ze te dichtbij komt. Een heel natuurlijke opstelling met een hoge mate van intimiteit. Een huiskamerconcert komt tot leven in de winkel/luisterruimte van Lexicom Multimedia. ‘Ever fallen in love’ van hetzelfde album begint met veel geluidjes die in de categorie percussie vallen, noch McIntosh noch Sonus faber zullen dat verbergen want de weergave is transparant genoeg. Zang is niet erg aangenaam in deze track, trouwens op geen enkel systeem, niet van duizend euro, niet op een set van een ton of meer. Het wordt deze keer niet mooier of meer gepolijst en al heeft de opstelling een warme kant, het is net zo ruig als altijd. Wel met meer kracht, de MC462 is een beul van een eindtrap die ruimte laat door vermogensreserve en niet wordt beperkt.

Waardering groeit

Khatia Buniatishvili heeft weer een album uit, een EP van 25 minuten en dus veel te kort, wel met erg fijne uitvoeringen. Onder meer een ‘Nocturne’ van de hand van Fryderyk Chopin. In gedachten zie je al snel haar handen boven het klavier zweven, de toetsen soms licht aanrakend, om vervolgens dezelfde toetsen met alle kracht aan te slaan. Het is inderdaad een heerlijke gewaarwording als een systeem volkomen vrij en met kracht kan spelen. Het grote instrument vraagt om een eindeloos vermogen dat met hoge snelheid door de luidsprekers gejaagd kan worden. Om vervolgens heel klein en zacht te spelen, nog steeds niet te benoemen als teder, want zelfs van de meest zacht gespeelde noot straalt de power nog af. Indringend is misschien wel een juist woord. Muziek trekt de aandacht en weet die vast te houden. Zachter van aard, haast mystiek, een donker spel, is een gedeelte uit ‘Dido and Aeneas’ van de hand van Purcell, dat helaas al na 1 minuut 45 klaar is. Heel erg mooi en groot is de vleugel in de akoestiek van de opname ruimte. Langzaam, heel langzaam sterven tonen uit zonder zelfs in het uitsterven ook maar iets in te leveren aan intensiteit. Seconden lang zweven de tonen weg naar achteren. De waardering voor deze opstelling moest groeien geef ik toe, maar hoe meer muziek je speelt, des te beter kun je begrijpen wat McIntosh voor heeft met hun weergave soort. Niet voor niets is het merk wereldwijd toonaangevend.

De Engelse tenor saxofonist Jim Tomlinson maakt onder eigen naam maar weinig albums, ‘The lyric’ is daarvan nog het beste voorbeeld. Hij het vooral bekend geworden samenspelend met zijn vrouw Stacey Kent, zij zingt ook op dit album de nodige teksten in. ‘The lyric’ is goed opgenomen, zuiver zonder aan de grenzen te raken van maximale uitsturing, dus met een lage vervorming. Instrumenten krijgen met McIntosh en Sonus faber een eigen identiteit en eigen plek, in een opstelling waarin breedte en diepte goed zijn gebruikt. Los van elkaar kun je hun positie eenvoudig bepalen. De stem van Stacey is warm en aangenaam, vol en overtuigend zonder te gaan overdrijven. Piano knalt wederom uit de luidsprekers, maar niet op een storende manier. Het gevoel in een jazz club aanwezig te zijn is sterk met dit album. Zeker als je het afspeelt op een set die dynamisch sterk is. Immers een PA systeem met hoorns heeft ook die snelheid en directheid die live onderscheidt van weergave thuis. Hoe dichter je dat kunt benaderen, des te meer zullen onze hersenen het gevoel opwekken bij de artiest aanwezig te zijn. Tegelijk weten de twee merken, in samenwerking met Luxman als bron, de harde randen van live af te slijpen en daarmee langdurig luisteren mogelijk te maken. Ik geniet van een contrabas, een zachte saxofoon, een aangename stem, piano, muziek golft als de zee op een zacht briesje de luisterruimte in. Omarmend, verwarmend, de oren verwennend.

Lekker lastig

Ik heb wat lastigs gevonden, lastig voor een audiosysteem denk ik. ‘Vivaldi: Concerti da camera’ uitgevoerd door Il Giardino Armonico. Lastig vanwege de fluit, want een fluit kan heel irritant zijn. Uiteraard viool wat op het randje kan balanceren of kan doorschieten. Toch is de muziek aangenaam, meeslepende barok van één van mijn favoriete componisten. Ik heb mij geen zorgen gemaakt dat Sonus faber, McIntosh en Luxman dit klusje niet zouden kunnen klaren. Het wat zachte karakter van het totale systeem houdt de fluit in bedwang. De openheid maakt dat de verschillende instrumenten daaromheen aanwezig blijven en allemaal een voorgrond plekje bemachtigen. Een huiskamerconcert, nu niet van mevrouw Nova, maar van musici welke gespecialiseerd zijn in het bespelen van oude, authentieke instrumenten. Zoals vaak het geval is met zulke specialisten is ook de opname in orde. Geen randjes, geen scherpte, van laag tot hoog in balans. Levendig en dynamisch. Dit systeem smult ervan en geeft alle ruimte aan de uitvoerenden. Laat niets weg, voegt evenmin iets toe, hoogstens wat aangename warmte die in veel moderne systemen wel eens ontbreekt. Met het voortschrijden van techniek vergeet een fabrikant wel eens dat niet cijfers tellen maar beleving. Dat gaat zeker op voor nieuwkomers in de markt, de oude rotten waar ik nu naar luister begrijpen beter waar het echt om gaat. Wat dat betreft verwent Lexicom Multimedia mij altijd met hun opstellingen. Ondertussen geniet ik meer en meer van de gespeelde werken, van de zachtheid van strijkers en het kabbelen van getokkelde instrumenten. Een erg mooi album met een grote diversiteit aan composities.

Ik ben nooit blij met geremasterde versies van albums, ze worden er zelden beter van. Met Tangerine Dream ontkom ik er wederom niet aan . Het album ‘Phaedra’ van de Duitse avant-garde groep onder leiding van Edgar Froese, maakte met ‘Mysterious sembalance at the strand of nightmares’ in mijn jeugdige jaren diepe indruk. Klankschilderijen die een verhaal vertellen. Waarom mag dat niet blijven zoals het 1973 werd opgenomen voor het Virgin label. Met een flink opgeschroefd volume dalen de klanken neer in de ruimte, mysterieus, buitenaards, aangeboden in een breed en diep stereobeeld. Een vrachtauto aan synthesizer apparatuur werd meegesleept naar Engeland waar de opnamestudio van Virgin zich bevond. Het resultaat is na 52 jaar nog steeds indrukwekkend op apparatuur van vandaag. Van net daarvoor stamt ‘Tubular bells’ geschreven en uitgevoerd door Mike Oldfield. Met bijna 26 minuten beperk ik mij tot deel één, het meest interessante stuk. Wat een muziek werd er destijds toch gemaakt! Dit album is mede zo interessant vanwege de veelheid aan instrumenten die voorbij komt, eindigend in de befaamde buisklokken. Heel gaaf om te horen wat sommige instrumenten doen op een set als deze. Sommige instrumenten zijn ingehouden, haast bescheiden, dan weer schiet een instrument de tonen op je af als pijlen, naar voren, naar achteren, hoger, lager, elke dimensie weten de Sonus fabers te gebruiken. Heel kleine belletjes op de achtergrond, veel elektronisch geweld dat met gemak wordt gereproduceerd. Dit is een systeem dat werkelijk alle muzieksoorten weet te omarmen. Zowel vocaal als instrumentaal, akoestisch of elektronisch. Is een universeel systeem soms wat tam en beperkt, niet Sonus faber met McIntosh, dat staat vooraan voor alles wat aangeboden wordt. Gooit het er desnoods acht meter breed uit, zoals Oldfield doet tussen 14 en 15 minuten speeltijd. Nog 10 minuten te gaan. Een wall of sound kun je wel van spreken. Het is echt heerlijk als een versterker zo gemakkelijk vermogen afgeeft, zoveel reserve heeft, zoveel brute, in de hand gehouden kracht.

Helemaal overtuigd

Onder de zoete tonen van ‘Vox Feminae’, een album van Les Kapsber’girls sluit ik de dag af. Een dag voor verrassingen die heel gewoon begon. Een beetje saai en sloom leek de muziek te spelen, om te eindigen met Mike Oldfield die herrezen is uit de oude doos. Van de luidsprekers weet te spatten. Een dag waarin een krachtige eindtrap de show steelt. Buisklokken galmen door de ruimte van Lexicom Multimedia, ik leef mij uit en geniet van elke soort muziek die ik kan verzinnen. Toen Oldfield eindelijk stopte, ben ik leeg en moet even rondlopen. Om gedachten te laten bezinken. Om vervolgens met twee sopranen, een viool en getokkelde instrumenten terugkomen op aarde. Wat overigens ook op een zeldzaam mooi album staat als je van het genre kunt genieten.

Sonus faber Amati G5 luidsprekers zijn na drie luistersessies met drie verschillende aansturingen inmiddels vrienden geworden. Krell, Naim en McIntosh. Verschillende wegen worden bewandeld en toch is er een gemeenschappelijke deler. Namelijk kwaliteit in de weergave. Iedereen gun ik zijn voorkeur, zijn smaak, zijn of haar eigen manier van muziek beleven. Daarom ben ik blij met een ruime keuze zoals Lexicom kan aanbieden. Een Krell brengt muziek anders dan Naim, verfijnder dan Naim, terwijl Naim uitblinkt in detaillering en transparantie. McIntosh zoekt het in oude kernwaarde van kracht en weet dat aspect uit te buiten.

Is het één beter dan het ander? Een vraag die niet beantwoord kan en mag worden. Anders, jazeker, beter, nee, het zijn drie topmerken met elk een eigen publiek. Zou u mij vragen waar ik mee naar huis ga, dan blijf ik het antwoord schuldig. Niet uit onwil, maar omdat ik het heel moeilijk vind een keuze te maken. Mijn akoestiek thuis zou waarschijnlijk het meest bepalend zijn wat het beste past. Misschien de bediening, want ook een huisgenoot wil van muziek kunnen genieten. Al maakt Roon software het allemaal erg gemakkelijk wat dat betreft. Uiterlijk? Nee, al heeft McIntosh iets magisch qua uiterlijk, het is het minst belangrijk van alles. Weet u wat, ik ga een lot kopen in de Staatsloterij om alle drie de recent besproken sets met Amati G5 aan te kunnen schaffen. Laat ik mijn humeur bepalen welke set ik op welke dag aansluit op de weergevers.

Prijzen (2025):

McIntosh C2800 voorversterker               €11.990

McIntosh MA462 eindversterker              €13.990

Sonus faber Amati G5 luidsprekers         €17.500 per stuk