De keuze voor vandaag is gemaakt: de KEF Reference 5 beluisteren in de luisterruimte of in de winkel. In de winkel is onrustiger, heeft wel tot voordeel dat de lengte van de winkel de lagere frequenties de ruimte geeft. Met enige moeite vanwege het enorme gewicht van de KEF zetten we ze op hun plaats, toch in de winkel, en sluiten een versterker en bron aan. De twee systemen kijken mij met vijf units per kant aan en ik slik, wat een geweld moet hier uit kunnen komen. Na enig positioneren is de beste plek snel gevonden, licht ingedraaid zodat de tweeters langs mij heen stralen en pas achter mij een snijpunt vinden.
De KEF Reference 5 is een optisch heel slanke vloerstaande drieweg-luidspreker met een strak en modern design. De luidspreker is van top tot teen gevuld met hoogwaardige technologie, die door KEF in eigen huis is ontwikkeld. De behuizing is gemaakt uit HDF en is inwendig flink verstevigd. De drivers zijn in de kast gemonteerd, waarna er een extra baffle voor wordt gezet, bestaande uit een gelamineerd composiet van aluminium met kunsthars. Deze baffle is met 8 lange bouten aan de achterzijde van de kast bevestigd en zorgt zo voor een extra versteviging van de luidsprekerbehuizing. Rond de Uni-Q-driver is de baffle enigszins uitgefreesd en vormt een waveguide voor de centraal geplaatste Uni-Q-driver. De luidspreker staat op een stalen plint, die vier uitlopers heeft voor de van bovenaf verstelbare spikes. Het hart van de luidspreker is de Uni-Q-driver. De Uni-Q bestaat uit een 12,5cm middentoner met een 25mm tweeter in het hart. Deze opstelling benadert het ideaal van een “puntbron”. KEF is één van de weinige pioniers die zelf nieuwe (en gepatenteerde) technologieën op dit gebied ontwikkelen. Onder en boven de Uni-Q-driver zijn vier basdrivers gegroepeerd: twee eronder en twee erboven. KEF doet dit om tot een zo gelijkmatige mogelijke verdeling van het weergegeven geluid te komen, waardoor ook de natuurlijkheid van de weergave en de spreiding in de luisterruimte beter is. De basdrivers zijn vrij vlakke “schotels” uit een aluminiumlegering, met een diameter van 16,5cm. Een grote, geventileerde magneetsamenstelling en een met aluminium bedrade spreekspoel drijven de stijve en sterke, maar tevens bijzonder lichte en vlakke aluminiumconussen aan. Deze basdrivers combineren een hoge belastbaarheid met een voorbeeldige dynamiek. Nog twee zaken zijn heel opvallend aan deze luidspreker: de terminals zijn geschikt voor bi-wiring, maar kunnen ook enkelvoudig worden bedraad. Het bijzondere is, dat KEF geen gebruik maakt van de bekende plaatjes of brugjes, maar dat er twee draaiknoppen tussen de terminals zitten. Aangedraaid is enkelvoudige bedrading, losgedraaid is bi-wiring. Het tweede opvallende aspect zijn de verwisselbare basreflexpoorten. Elke luidspreker heeft twee basreflex-openingen en voor elke opening worden twee poorten meegeleverd. Een korte en een lange. Zo kunt u experimenteren met de poorten: twee korte, twee lange of een korte en een lange in verschillende configuraties. KEF doet dit omdat geen twee kamers hetzelfde zijn en hiermee de mogelijkheid wordt geschapen om de weergave aan uw eigen kamer en/of eigen smaak aan te passen. Een paar technische gegevens mogen niet ontbreken, zo specificeert KEF het frequentiebereik als 40Hz–35kHz (+/-3dB), opvallend dat KEF maar 40Hz als -3dB punt aangeeft met 4 woofers in de kast. Veel geloofwaardiger dan specs van fabrikanten die veel lagere waardes opgeven en dat willen bereiken met een kleinere kast en enkelvoudige, kleine woofer. Het aanbevolen versterkervermogen is 50–400W en ik zou al snel ver boven de 100Watt gaan zitten. Met een gevoeligheid van 90 dB (2,83 V/1 m) lijkt de KEF gemakkelijk aan te sturen, u moet wel rekening houden met een nominale impedantie van slechts 4 Ohm. De afmetingen (BxHxD) zijn 20,5x135x47cm of 34,9×139,7x47cm met plint. Het gewicht is schrik niet 60 kilo! U krijgt 5 jaar garantie op de KEF Reference 5. De normale winkelprijs is € 6.400,- per stuk, als u kiest voor de demo modellen dan betaalt u maar € 4.950,- per stuk. Dat scheelt een slok op een borrel.
De KEF Reference 5 is aangesloten op een Naim NAC-N272 streamer/DAC/lijnversterker van € 4.570,- met daarbij als extra optie een Naim XPS-2DR voeding van € 5.150,-. De bijbehorende eindversterker is de NAP 300DR van € 10.500,-, de NAP 300PS voeding daarvan is inclusief. Muziek haal ik van een USB stick en dat begint met Stacey Kent en haar “This happy madness”. De KEF geeft al meteen een lekker groot beeld met een levensechte afbeelding, piano is vooral in het intro opvallend aanwezig in positieve zin door de grote van het instrument, gekenmerkt door het lang doorlopen en doorklinken van de grondtonen. Saxofoon is maar klein daarbij vergeleken. Blij dat de luidsprekers niet langer te ver ingedraaid zijn, maar de ruimte hebben om naar buiten te stralen, dat speelt veel prettiger. Er zit een zekere vrolijkheid in de weergave, aan de andere kant heb ik niet het idee dat uit de Reference 5 alles even gemakkelijk vrijkomt. Dus nog eens even van Stacey een track als “The summer we crossed Europe in the rain”. Ik begin daarmee inderdaad te wennen aan de sound van de Reference 5, waarop Kent anders klinkt dan wat ik op veel andere speakers beluister. Hier weer de piano die in positieve zin opvalt. Bekkens die heel fraai opkomen en lang door ruisen op de achtergrond, muziek laat op die manier een ongedwongen spel horen. Gepaard met diep laag dat in de grote ruimte geen last heeft van staande golven. De KEF is een speaker voor een flinke kamer waar hij kan stralen op dat gebied. Hoe mooi detailrijk het ook is, hoe strak en met een welk een fraai verloop van de frequenties van laag tot hoog, ik zou wat meer enthousiasme willen horen, meer passie, KEF gooi je haren los. Dat kan hoor, luister maar eens naar het duo Infected Mushroom met “Avrantz”, elektronisch opgewekte geluiden galmen heel lang na, daar heb ik normaal supertweeters voor nodig. Lage tonen zijn een feest, diep en met detail, vier woofers is ook wel genoeg daarvoor. De KEF geeft een heel groot beeld, dit is de muziek waar de luidspreker mee wakker te maken is. Bas droog en stuwend, met dank voor de meters achter mij waar het laag weg kan. Tot aan oorsuizen niveau gaat het volume omhoog zonder enig probleem. Mijn oren zullen het veel eerder opgeven dan dit systeem dus zak ik snel naar een meer aanvaardbaar decibel niveau. Ik kan mij nu al voorstellen wat dit systeem doet in een home cinema opzet.
Ik ga voor een rondje Dire Straits, te beginnen met “Planet of the New Orleans”. Dit nummer is heel groot en wijd neergezet, vrij van de systemen zelf in een diep, hoog en breed beeld. De zanger staat aanvankelijk ver weg in de mix, drums meer naar voren, bas ertussen. Ruimte is er voor orgel, uiteraard voor gitaar op de scheurende Knopfler wijze bespeelt. Sax komt niet helemaal uit de verf. die is wat slapjes, weliswaar volkomen compleet en zuiver, maar waar blijft de ware drive? Het klinkt zo netjes en afgemeten dat de stiff upper lip van de Britten in gedachten schiet. Ga eens uit je bol beste Reference 5. Want dat kan wel zoals ik beluister met “The bug”, dat stampt lekkerder door de winkel, met een goed ritme en als het weer wat harder gaat is de impact voelbaar. Laat die woofers maar zweten met een droge bas, snel slagwerk en het gitaarwerk. Zo herken ik de pappenheimers weer. Een gouden ouwe blijft Dave Brubeck Quartet met het onvergetelijke “Take five”. Het is ouderwetse knuppel stereo, slagwerk uiterst links, piano rechts, bas ergens in de ruimte. Tot de sax invalt, die gaat heel erg goed met veel dynamiek en alle geluiden als extra van het blazen in het mondstuk. Die sax steelt echt de show, de bas blijft ook magnifiek in de oude opname. Drums laten het een beetje liggen, dat wil zeggen niet de grote trom, maar op de kleine trommels zou ik best meer vuurwerk willen. Raar dat het ene instrument zo excelleert en het andere meer “gewoon” speelt. De eerlijkheid van de Reference 5? Zodra de sax opkomt na de drumsolo is dat wederom de winnaar van de show, daar zit de kracht van de KEF en spit de opname garen.
Natalie Cole & Ray Charles bezingen hun “Fever”. Let op het vingerknippen want dat is goed, stemmen zijn uitstekend, vooral Cole is heerlijk op dreef. Ze zingt lekker spits, licht agressief, zelfs dwingend, terwijl Charles zich inhoudt en zich in de rol van mindere schaart. Slagwerk komt nu heel goed uit de verf, samen met de blazers de dynamische capaciteiten demonstrerend. “Fever” speelt als een demo opname op de KEF, een sterk verkoop argument vormend voor de liefhebber van dit genre. Door naar een nachtje in “The Beat Hotel” van Allan Taylor. Ook dat staat heel groot in de ruimte en is inderdaad heel imposant op alle fronten, met een gitaar rechts, het rondom drijvende laag, de diepe stem van Taylor en de door de ruimte zwevende percussie. Taylor’s stem is heel indringend, blijft door de gehele track uitermate verstaanbaar. Het zware en hevige laag in de opname kan prachtig weg en maakt echt indruk. Wederom schiet in gedachten om deze luidspreker te plaatsen in een gecombineerde omgeving van muziek en film, waarbij een subwoofer niet meer nodig is. Wat gas geven met de volumeregelaar helpt ook om de sound indrukwekkend te maken. Wat eerder ontbrak aan beleving komt nu vol naar voren.
Max Richter’s versie van “De lente” uit de “Vier jaargetijden” geeft het verwachte beeld van sterk naar voren geplaatste violen waarbij het orkest diep naar achter is weggezet. Violen die wel helder zijn, niet te scherp. Het blijft een speciaal soort muziek deze herschreven compositie die ooit de Vier Jaargetijden is geweest. Deel 2 begint rustiger en laat eerst een cello in alle glorie horen aan de linkerkant. Solo viool heeft een tragische klank als hij opkomt voor het orkest. Ik kan mij de viool haast voor ogen halen terwijl de bassen en de cello’s hun werk blijven doen op de achtergrond. Viool klinkt tegen die achtergrond heel mooi ijl en haast onaards. De sfeer wordt beklemmend, donker alsof het onweer in de verte nadert, dieren slaan op de vlucht, mensen zoeken een schuilplaats. Deel 3 begint weer luchtig en vrolijk, een groot orkest gaat prima op de KEF, want muziek danst door de winkel die ik nog steeds voor mijzelf kan hebben. Heel anders dan het zoete gedreven spel van Janine Jansen is dit minstens zou boeiend om te beluisteren. Singer/songwriter Lori Liebermann maakt met “Last thing on my mind” bijna de afsluiter voor vandaag. Haar stem komt aardig overeen met de herinnering aan haar stem op een intiem concert. Gitaar heeft een body waarop de snaren getokkeld worden. De KEF schept ondanks/dankzij de afmeting van de kast een sfeer die Liebermann normaal om zich heen weet te creëren. Nu is het niet erg dat de stem op de hoogte van de Uni-Q driver staat, ik weet dat ze graag zittend speelt en zingt. Het contrast tussen de omvang van de gitaar en de stem is juist. Gitaar heeft een halo om zich heen, de stem is menselijk van afmeting en daarmee correct.
Afsluiten blijkt moeilijk en dus mag Eva Cassidy het podium bestijgen met haar “Time after time”, ooit geschreven door Cyndi Lauper. Net als Liebermann brengt Eva alleen een gitaar en een stem mee naar dit deel van het live opgenomen concert. Hoe mooi is die stem, hoe indringend door emotie en loepzuiver. Terwijl gitaar weer zo correct is in afmeting en klank. Een nog waardiger afsluiting want op de KEF kan ik dit ‘time after time’ blijven beluisteren en van blijven genieten. Geen geweld dit keer, geen stampen, geen daverend laag, gelukkig blijkt dat de KEF Reference 5 kan presteren zonder die elementen en dat maakt hem tot een muzikale luidspreker met een fijn karakter. Het was even wennen tussen ons, het is uiteindelijk helemaal goed gekomen. Met een glimlach sluit in de versterker af en keer met dezelfde glimlach nog steeds om de mond huiswaarts.