KEF Blade Two met Hegel H590

KEF Blade Two combineert met Hegel, Auralic en AudioQuest

Het thuis plaatsen van een luidspreker met een forse afmeting lukt lang niet iedereen. Soms is de woning gewoon niet groot genoeg, een andere keer past het niet in het woonconcept, of heeft u zelf met uw partner heel andere gedachten over het realiseren van muziekweergave. De gelukkigen die wel de ruimte hebben voor een vloerstaand model waar tegen op te kijken valt, kunnen bij Lexicom MultiMedia hun hart ophalen met Bowers & Wilkins, Dynaudio, Audiovector, Focal en sinds kort de Blade van KEF. Grote modellen hebben als voordeel dat de laagweergave een fundament vormt onder de hogere tonen waardoor de werkelijkheid een stap dichter te benaderen is. Net als met een gebouw geldt dat als een fundament niet in orde is de constructie gaat wankelen. Nadeel van een groot model is dat er voldoende ruimte dient te zijn om de luidspreker op te stellen en de energie in de lage tonen moet weg kunnen. Voor een model als de KEF Blade Two is een luister- c.q. leefruimte van 40 tot 50m2 haast een vereiste om optimaal van de weergave te kunnen genieten. Vandaar dat de Blade Two die vandaag de kern van het verhaal vormt niet staat opgesteld in de luisterruimte aan de Leidsekade 1 te Leidschendam maar in de winkel.

KEF Blade Two

Blade is een ontwikkeling van de van oorsprong Britse luidsprekerfabrikant KEF, waarvoor de ontwerpers de vrije hand kregen in de vormgeving en de techniek. Het ontwerpdoel van de Blade is het realiseren van een accurate luidspreker die in staat is de emotie in de muziek over te dragen op de luisteraar. Vanuit de oorspronkelijke Blade is de Blade Two ontwikkeld, iets kleiner dan het origineel en daarmee beter toepasbaar in een gemiddelde woonomgeving, al meet hij nog steeds 1461 x 338 x 475mm (HxBxD) en weegt ruim 35 kilo per stuk. Behouden is alle DNA uit de oorspronkelijke Blade waaronder het gebruik van een viertal 165mm basunits met een aluminium conus, welke twee aan twee aan weerszijden van de behuizing zijn geplaatst. Gemonteerd op een hoogte waarmee zij één kunnen worden met de akoestische eigenschappen van de 125mm Uni-Q driver die het middengebied voor zijn rekening neemt. Samenwerkend met de in het hart van de UNI-Q geplaatste tweeter van 25mm om de hoge tonen te verzorgen. Zo ontstaat volgens KEF een volkomen holografisch stereobeeld. De basunits van de Blade Two zijn als paren geplaatst in een eigen deel van de behuizing, zodat staande golven worden voorkomen en demping tot een minimum gereduceerd kon worden. Daarmee wordt dynamiek en micro informatie behouden. Het rug aan rug plaatsen van de basunits voorkomt dat de behuizing gaat werken als een klankbord en daarmee de micro informatie toch teniet zou gaan doen. Aan de achterzijde van de Blade Two zijn twee basreflexpoorten te vinden ter ondersteuning van de woofers. De scheidingsfilters werken op 320 en 2.400 Hz. Zij behoeven voor de Blade Two niet steil te zijn en dat draagt bij aan de integratie van basunits en de midden/hoog Uni-Q. Filters bestaan uit de beste componenten en zijn op het oor getuned. Elk filter is hard-wired zonder gebruik van printplaten. Het aansluiten van de Blade Two kan met bi-wire of bi-amp via de WBT terminals aan de achterzijde. Met zijn nominale impedantie van 4 Ohm heeft de Blade Two profijt van een stevige versterker die veel stroom kan leveren. Het rendement van de Blade Two is 90dB. Lexicom MultiMedia heeft de KEF Blade Two tijdelijk in een intens diepe blauwe kleur speelklaar in de winkel staan voor iedereen die kennis wil maken met dit unieke product. Binnenkort worden deze verwisseld voor hoogglans zwarte modellen met een zilverkleurige UNI-Q conus.

De opstelling

Om de Blade Two aan te sturen is gekozen voor de krachtigste geïntegreerde Hegel versterker, de H590 met een vermogen van 300 Watt aan 8 Ohm. Hegel is beroemd geworden met zijn (inmiddels tweede generatie) SoundEngine technologie waardoor zelfs de kleinste details in de muziek behouden blijven. SoundEngine2 vermindert vervorming, houdt de basweergave strak en zorgt voor meer grip op de luidsprekers met een verhoogde dempingsfactor. SoundEngine2 combineert de efficiëntie van klasse AB versterker met de geluidkwaliteit van een klasse A versterker. Cross-over vervorming behoort tot een verleden, feedback is slechts lokaal toegepast en er is geen overall feedback in de versterker nodig. Hegel audio versterkers maken intern gebruik van DualAmp technologie, het scheiden van de spanning- en de stroomversterker. De daadwerkelijke versterking vindt over de gehele linie plaats in de spanningsversterker, pas aan het eind wordt de stroomversterker aangesproken door de spanningsversterker en leveren 12 ultra snelle power transistoren het echte vermogen. Daar aan vast hangt de DualPower voeding, een voeding die zo is ingericht dat het voorversterker/DAC gedeelte van de H590 geen last heeft van de zware belasting die de eindversterker op kan leveren. De voedingstransformator heeft daarvoor gescheiden wikkelingen en de voeding zelf is dubbel uitgevoerd met eigen circuits, gelijkrichters en condensatoren voor de twee versterkerdelen. De Hegel H590 met zijn vele analoge en digitale ingangen is voor deze dag met een Eagle Eye S/PDIF interlink aangesloten op een Auralic Aries G1 wireless streaming transporter, zeg maar een streamer zonder eigen DAC. De DAC zit immers al in de Hegel H590.

De Auralic Aries G1 verbindt in ons geval via bedraad ethernet met streaming bronnen als TIDAL en Qobuz, met internetradio, USB drives, NAS systemen, kan gebruikt worden voor Spotify Connect en AirPlay, is uiteraard ook Roon ready. Alles met gebruikmaking van playlists, memory caching, gapless afspelen en bit-perfect multiroom ondersteuning. De Aries G1 is een uitstekende keuze voor de audiofiel in bezit van bestanden in DSD resolutie tot DSD512 en PCM tot 32bit/384kHz. Om de Aries G1 naar een zo hoog niveau te tillen maakt hij intern gebruik van twee Femto klokken, digitale klokken met een extreme nauwkeurigheid waarvan één altijd werkt voor de digitale techniek en de andere klok is toegewezen aan de USB poorten. Twee lineaire voedingen werken samen, de eerste voor het voeden van de processorcircuits, de LCD display en hij voedt via USB aangesloten bronnen. De tweede voeding is bestemd voor alle gevoelige audio onderdelen zoals de Femto klokken en de USB uitgang. De voedingen zijn galvanisch van elkaar gescheiden om EMI interferentie te voorkomen. De Aries G1 is voor het beluisteren van de KEF Blade Two ingezet als Roon endpoint. De Lexicom Roon NUC vindt de gebruikte muziek op een Melco N100 digital Music Library werkend als NAS.

Voor een opstelling als hierboven worden AudioQuest Thunderbird Zero luidsprekerkabels gebruikt, waarin massieve geleiders van Perfect Surface Copper+ (PSC+) met een diameter van 4,73 mm2 zijn verwerkt. De stugge geleiders zijn per kanaal afgeschermd met een Noise Dissipation System, bovendien zijn de kabels voorzien van een Carbon-level DBS module met RFI onderdrukking. De gebruikte connectoren mogen naar uw keuze banaanpluggen of spades zijn.

Menselijk

Wat ik knap vind aan de Blade Two is dat de luidsprekers de stem van Eva Cassidy op “Nightbird” klein en menselijk weten te houden, terwijl het stereobeeld heel groot is en haar gitaar daarmee realistisch van afmeting klinkt. Dat menselijke aspect viel mij al eerder op met het spelen van muziek onder het genot van een kop koffie, om de oren te laten wennen aan de installatie en de ruimte. Gezeten op een stoel met de hoogte van een eetkamerstoel, omdat de bank bij Lexicom MultiMedia niet ver genoeg weg staat van de grote luidsprekers, staat de stem van Eva op de juiste hoogte terwijl publiek al klappend lager wordt neergezet. De sfeer van intimiteit wordt duidelijk opgeroepen door de Blade Two. Juist omdat de afbeelding zo correct op maat is, de stem warmte en menselijkheid heeft en de gitaar zich liefderijk laat tokkelen. Het geluid komt niet te dichtbij, staat evenmin te ver naar achteren waardoor het contact met de artiest verloren zou gaan. Goed waar te nemen is dat het hoofd van Eva van en naar de microfoon beweegt terwijl de gitaar een vast positie houdt. Het oplossend vermogen van de Blade Two is daartoe hoog genoeg, zonder teveel de nadruk te leggen op details en zo het muzikale geheel uit het oog te verliezen. Als na een paar rustige tracks de band mee gaat spelen en volume omhoog gaat volgt de set slaafs het aangeboden signaal zonder dat onrust gaat optreden of de weergave gaat dichtlopen. De Hegel H590 heeft genoeg vermogen en grip om de woofers naar zijn hand te zetten, de Auralic Aries G1 met zijn in sommige opstellingen (te) heldere weergave past wonderwel in het geheel, de Uni-Q driver zorgt voor de plaatsing, de duidelijke stem en rotsvaste positionering.

Jazz gaat lekker

Ik blijf nog even hangen in de dames met een live concert en vindt in de collectie “Slow boat to China” van Dee Bridgewater. Het intro bestaat uit een basdrum, lichte snaredrum en dan een flinke dynamieksprong op de drums tot bas en piano invallen. Het zet een glimlach op mijn mond omdat ik snap waar het publiek om moet lachen. De Blade Two heeft het duidelijk naar zijn zin met dynamiek aangeboden in de opname. Het kan hard gespeeld worden, zacht behoudt het de impact, achtergrond muziek is het zeker niet want Dee Dee wil constant de aandacht hebben. De dame kan met haar stem flink uithalen en menige luidspreker kun je over de kling jagen, de Blade Two is in deze een werkpaard dat zich niet van de wijs laat brengen. Een andere track op de CD “Live at Yoshi’s” leunt sterk op ritme en dan merk je dat de set niet alleen transparant is, voor jazz heel erg lekker, maar ook een puntige en strakke performance neerzet. Instrumenten blijven gescheiden van elkaar te volgen, publiek staat breed tot ver buiten de speakers, het geheel los en snel. Daar op aansluitend is het Hoff Ensemble met “Quiet winter night” een oase van rust. Met deze jazz CD staan de drums in een grote ruimte of is er kunstmatig echo toegevoegd om de drums vooral groot en overweldigend te maken. Een duistere Scandinavische sfeer is het gevolg, de muziek zou prima kunnen dienen voor een spannende TV serie waarin ze zo goed zijn in Zweden en Denemarken. Los van deze gedachten speelt de muziek heerlijk op een zweverige manier, gedragen door de twee woofers aan elke zijde van elke Blade. Die leggen het fundament waarop de instrumenten en stemmen leunen. Dat fundament zorgt voor rust en beleving, is onmisbaar voor een weergave die groots moet en mag zijn uit een Blade Two. Met als restrictie dat er ruimte om de speakers aanwezig moet zijn. Thuis is een woonkamer van minstens 40m2 denk ik een noodzaak om de Blade Two te laten presteren. Mijn luisterafstand is een meter of vier vandaag, want twee en een half tot drie meter vond ik echt te weinig.

Dansen op de notenbalk

Het Scottish Chamber Orchestra weet de oren te verwennen met “The wind concertos” van Mozart. Begonnen wordt op de download met een fluitconcert waarbij de rust van het systeem positief opvalt. Het grote orkest is achter de fluitende solist opgesteld in een halve cirkel, met duidelijk onderscheid tussen de verschillende secties van bassen, cello en viool. De fluit heeft een natuurlijke schoonheid welke de muziek van Mozart laat aanvoelen als een lichte lentebries onder een stralende zon. Teder, intens, zuiver en nooit met een vervelende uithaal die duidt op een slecht onderdrukte resonantie. Waren de drums bij het Hoff Ensemble in de echoput gezet, nu laat de Blade Two merken dat een andere opnametechniek leidt tot een droge weergave die dichter bij de werkelijkheid komt. De Blade Two weet de instrumenten op juiste grootte neer te zetten, in volume zo geproportioneerd dat geen enkel frequentiegebied een voorkeursbehandeling krijgt, heel uitgewogen zonder te zijn vlak getuned en dood gedempt. Dat resulteert is een neutrale weergever die recht doet aan de muziek en niet zelf wil opvallen. Met het klarinetconcert verderop in de download is dat niet anders, heel fraai is de gelaagdheid en de opbouw van de vioolstrijkers boven de bassen, de klarinet als een heldere entiteit dansend op de notenbalk. Het solo instrument is ver naar voren gezet in de opname waardoor hij te veel loskomt van het orkest, in de concertzaal zal dat anders overkomen. Deze opnametechnicus heeft echt de nadruk willen leggen op de hoofdrolspeler. Eén voordeel, je luistert naar de klarinet en kunt daar eenvoudig op focussen.

Songfestival

Lang geleden won volgens mijn herinnering Secret Garden met “Nocturne” het Songfestival, in de tijd dat Corona nog niet bestond. 25 jaar terug in de tijd en nog steeds is de muziek de moeite waard. Dromen op muziek gezet door een Noorse componist/pianist in samenwerking met een Ierse violiste/ zangeres. Muziek die zweeft door de ruimte en juist met een groot systeem als een Blade Two tot zijn recht komt door de muur van geluid, losgekomen van de weergevers en breed neergezet. Veel breder dan de fysieke opstelling, terwijl de Blades toch licht zijn ingedraaid om diepte in het stereobeeld te behouden. Als de titeltrack van de CD “Secret Garden” inzet begint een piano, groot in de ruimte, met lang aangehouden noten. Daaroverheen gaat de viool van Fionnuala Sherry om je mee te voeren in een sprookjeswereld waar de Efteling jaloers op is. Zeker niet de mooiste opname van een viool, met en der op het randje van scherp zoals dat mag met Ierse klanken. Innemend is het zeker en het blijft in de gedachten hangen tot lang nadat de muziek zelf is gestopt. Een andere CD brengt “You raise me up” waar samenwerking is gezocht met een gospel koor, een Iers symfonie orkest en een kamerkoor. Op de Blade Two is het een belevenis, zo groot staat het in de ruimte. Het donkere van Noorwegen is herkenbaar, de Ierse vioolmuziek, de herkomst van de muziek samengebald in geloof, instrumenten, solozang en koorwerk. Imposant en probeer dat maar eens te evenaren op een LS50 van KEF of iedere andere monitor waar de bassen noodgedwongen worden samengevoegd met het middengebied in één enkele unit.

Voor de rest

Dagen zonder Franse muziek zijn haast ondenkbaar en Veronique Sanson met “Les plus belles chansons” vult het gat vandaag. Soms klein en jazzy, dan weer met een groot orkest, de stem van Sanson zingt over liefde. Geen hoogwaardige opname, de CD is opgevist in een supermarkt, en toch weet een track als “Amoureuse” de aandacht vast te houden. De Auralic/Hegel/KEF combinatie kan er nog heel wat van te maken, verbloemt absoluut niet dat er in de studio beter gewerkt had kunnen worden. Wat dat betreft is de Blade Two een vriendelijke reus, al moet je hem toch niet op de tenen gaan staan want dan gaat hij grommen van ongemak. Het maakt het luisteren niet onaangenaam, een track als “Je suis la seule” is lekker, doet typisch Frans aan en visioenen van Parisiennes met hun elegantie dringen zich op. De Franse zon zit in de muziek tegen het einde van de track, het dorpsfeest waar uit gammele luidsprekers Sanson zo maar zou kunnen weerklinken. Denkend aan welk genre nog wat aandacht verdient komen de King Singers in beeld voor de mannenstem. Stemmen die niet door elkaar gaan lopen, stuk voor stuk verstaanbaar zijn, een aangewezen plaats hebben zonder te los van elkaar te raken, breed worden neergezet, tikje te laag geplaatst als enig negatief commentaar. Leuke muziek en heel knap uitgevoerd. Van de hak op de tak naar London Grammer en “Hey now”. Daar lust een Blade wel pap van, als in een popconcert zo groot neergezet in de winkel van Lexicom MultiMedia. Met diep grommend laag dat rolt over de vloer. De Blade Two heeft echt ruimte nodig om de energie in kwijt te raken. Meedogenloos in puurheid, kracht en het vermogen noot voor noot te onderscheiden zonder zichzelf te verliezen in geneuzel. Met de zoete en mystieke tonen van Agnes Obel neem ik afscheid van de KEF Blade Two, de Hegel H590 en de Auralic Aries G1. Haar muziek is bij uitstek geschikt voor een groot systeem om een stereobeeld te vullen dat in hoogte, breedte en diepte weet te imponeren. Het lukt met de Blade Two om dat te bereiken, waarmee de luidspreker keer op keer bewijst dat een design uiterlijk wel degelijk functioneel is en niet alleen een mooi jasje. Wel een grote jas en geef de Blade Two daarom ruimte met Obel.

Dan maar groot?

De inleiding ging voornamelijk over het formaat van luidsprekers en met name over de maten van de KEF Blade Two. Natuurwetten bepalen dat voor een diepe lage tonen weergave een forse luidspreker noodzakelijk is. Een monitor systeem kan met trucjes een heel eind komen en bevredigend zijn, het echte werk vraagt om kastinhoud en een grote woofer. Of meerdere kleine woofers voor een zelfde of nog beter resultaat. Een model als de Blade Two voldoet aan de wensen mits gecombineerd met een zware en fraaie versterker en dito bron. Zijn de randvoorwaarden ingevuld, ruimte en apparatuur aanwezig, dan kan volop van muziek worden genoten. Het ‘voelen” van de bassen zoals dat live gaat is haalbaar, een stereobeeld neerzetten dat overeenkomt met de indruk in de concertzaal kan, genieten van intieme stemmen laat de Blade Two geschieden. Kortom hij is allround en realistisch. Of de klankkleur van dit realisme u bevalt is aan niemand anders dan aan u als klant. Wilt u naar dit formaat en heeft u thuis de ruimte ter beschikking dan staat hier een serieuze kandidaat luidspreker op u te wachten. Lexicom MultiMedia demonstreert met plezier de KEF in genoemde of andere opstelling.

Meer informatie en prijs van de Blade Two vindt u hier.

Meer informatie en prijs van de Hegel H590 vindt u hier.