IsoTek EVO3 Genesis One power regenerator: Schonere stroom bestaat niet

Ik hoor de lezer zuchten: “Alweer een kastje erbij voor de stereo installatie, komt er ooit een eind aan?” Wellicht is de IsoTek EVO3 Genesis One inderdaad het laatste kastje dat u koopt voor uw muziek. Het is in ieder geval de laatste stap in het optimaliseren van de stoomvoorziening, want verder dan het regenereren van uw eigen schone stroom kunt u denk ik niet gaan. Dat is namelijk precies hetgeen de Genesis One doet, het opbouwen van netspanning om één of meer apparaten te voeden in uw keten. Hoe dat werkt en wat het precies voor het geluid doet vertel ik u graag.

IsoTek EVO3 Genesis One

De IsoTek EVO3 Genesis One power regenerator zoals hij voluit heet, is een lange doos met een geperforeerde metalen kap waaronder al een beetje te zien is hoe een regenerator werkt. Het doel van het apparaat is om de vanuit het lichtnet aangeboden 230Volt wisselspanning/stroom om te zetten tot gelijkspanning/stroom en vervolgens te genereren tot 230Volt wisselspanning/stroom, ontdaan van alle storingen, gelijkstroomcomponenten, RFI en harmonische vervormingen. Voor dat doel werkt de Genesis One als een versterker. Precies als in een versterker zet de voeding de aangeboden wisselspanning om tot gelijkspanning, door de spanning eerst met een transformator te verlagen van 230Volt naar bijvoorbeeld 24Volt en dan door een gelijkrichter te sturen. Wat volgt is een schakeling die eveneens als een versterker werkt, je voedt hem alleen niet met een muzieksignaal maar met een zuivere toon van 50Hz, de frequentie waarop ons lichtnet werkt. Het geringe signaal van de toongenerator zal versterkt worden tot het krachtig genoeg is om naar een tweede transformator te sturen, precies andersom werkend aan de eerste, de laagspanning wordt omhoog getransformeerd naar 230Volt. Dat doet de Genesis One op basis van een lineaire voeding en een Klasse D versterker, efficiënt, weinig verlies, zeer geringe warmte afgifte etc. Een flauwe grap onder audiofielen was lange tijd dat dit de beste toepassing was voor Klasse D, omdat de eerste generatie Klasse D versterkers zich op het gehoor nog niet konden meten met oudere bestaande technieken. Binnen de Genesis One zorgt een elektronisch circuit ervoor dat de 50Hz beschikbaar is en dat de uitgang altijd zo staat ingesteld dat de spanning constant op 230Volt blijft en niet fluctueert, wat het lichtnet wel doet tussen pakweg 225Volt en 240Volt. Met de Genesis One verlengt u de levensduur van uw apparaat door nooit een piek toe te laten.

Van buiten

De IsoTek EVO3 Genesis One power regenerator is in twee uitvoeringen leverbaar, met en zonder display aan de voorzijde waarop de ingang/uitgangsspanning af te lezen is, de vermogensafname in Watt, de lichtnetfrequentie en de vervorming. Een aanzienlijke besparing valt u ten deel als u de display weglaat, namelijk € 800,- minder aan kosten. In de kast die 470mm diep is, 75 breed en 125mm hoog, zit de gehele schakeling, een lineaire voeding en de klasse D versterker. Hij weegt vanwege de twee transformatoren 10kilo. Aan de achterzijde is de netspanning entrée te vinden, net als een bus om de Genesis One te verbinden met een tweede exemplaar of netfilter, zonder nog een outlet van een wandcontactdoos op te offeren. Een netfilter voor bijvoorbeeld een geïntegreerde of eindversterker. Boven de entrée de netspanningsuitgang voor 230Volt. Een tweede exemplaar kan nodig zijn omdat de Genesis One maar 100Watt kan leveren. Dat is genoeg voor een DAC, een digitale muziekspeler of een voorversterker, niet altijd voor alle apparaten tegelijk. Bovendien moet je dan op de Genesis One een verdeeldoos aansluiten en zo ontstaat er mogelijk een nieuwe bron van storing van het ene apparaat naar het andere, nu achter de Genesis One. Kwestie van proberen of het wel of niet het paard achter de wagen spant. Onderdeel van de levering is een IsoTek Premier power kabel, waarmee de prijs op € 1.999,- komt voor de unit zonder display en € 2.799,- voor de versie met display.

Testopstelling

We hebben niet bepaald de minste set neergezet om de Genesis One uit te proberen. Hij gaat een Naim NAC-N 272 streamer/DAC/lijnversterker voeden met netspanning. Op zijn beurt aangesloten op een Naim NAP 300DR met NAP 300PS eindversterker. De luidsprekers zijn de MartinLogan Electromotion ESL geworden. Vanaf de wandcontactdoos gaat er een AudioQuest Thunder netkabel naar een Atlas Eos Modular verdeelblok met drie gefilterde en drie ongefilterde uitgangen. Op dat blok sluit ik met de IsoTek Premier zowel de Genesis One aan als met een AudioQuest NRG1000 de Naim NAC-N 272. Die laatste plaats ik eerst in een ongefilterde outlet van het Altas blok, daarna in een gefilterde outlet en tenslotte steek ik de kabel om naar de outlet op de Genesis One. In drie stappen omhoog, omlaag of pas op de plaats, dat wil ik graag met eigen oren constateren.

Ronde één

De eerste ronde, de ongefilterde outlet van het Atlas blok heeft een tweeledig doel, het selecteren van muziek en luisteren naar de set om straks mogelijke verschillen aan te wijzen. De keuze valt uiteindelijk op vier tracks, door en door bekend en als fijn testmateriaal ervaren. Het zijn geworden:

  • “Peel me a grape” van Diana Krall
  • “The bug” van Dire Straits
  • “Song of Ruth” door het Bobo Stenson Trio en
  • “De vier jaargetijden, Zomer deel 3” met als soliste Janine Jansen

Voor elke track gebruik ik het voor mij optimale volumeniveau, dat ik zorgvuldig noteer en aanhoud in elke volgende luisterproef. De algemene eerste indruk is dat het geluid een zekere hardheid meekrijgt, welke ik graag afgezwakt wil zien. De Naim combinatie is dwingend en onverbiddelijk in dit opzicht, laat geen gelegenheid onbenut om de luidspreker naar grenzen te duwen voor een maximale prestatie. De MartinLogan is zelf open en transparant, zal dus precies vertalen wat de bron meegeeft, is wel mede de oorzaak van de “hardheid” ben ik bang. Vooral violen hebben een randje bij Janine Jansen. Krall heeft er geen last van, daar is het “bijten” precies wat de track nodig heeft. In een (h)eerlijke dynamiek en met een stem waarin de echte Krall van vroeger nauwkeurig te volgen is. Bastonen komen met ingehouden energie zodat het laag niet gaat opblazen, piano en slagwerk zijn zoals ik dat verwacht, waarbij de piano met de hoge noten goed los gaat. Het is wonderlijk hoe goed de zeer betaalbare MartinLogan presteert aan de kostbare Naim, een gegeven dat we ook al merkten met Spendor en B&W, de Naim combo tilt elke luidspreker naar een hoger niveau. “The bug” komt met veel ritme, mist energie in de lage tonen waardoor de track kaalheid meekrijgt. Klappen van slagwerk zijn prima, de drums en gitaar krijgen alle aandacht.

Ronde twee

Inmiddels gewend aan en bekend met de weergave steek ik de NRG1000 om van een ongefilterde outlet op het Atlas verdeelblok naar een gefilterde outlet. Diana Krall krijgt onmiddellijk een rondere stem omdat de lage tonen krachtiger aanwezig zijn. De kaalheid is uit deze track verdwenen en maakt plaats voor warmte. Dynamiek is eerder toegenomen dan verminderd, dat in tegenstelling tot wat veel netfilters veroorzaken, een zekere mate van dynamiekverlies. Pluspunt voor Atlas! De bas op de track is echt duidelijker aanwezig. Diana zelf is dichter naar de luisterplek gekropen, staat zeker een meter dichterbij. Met een stem fraai op de juiste hoogte gezet en nog een flinke stap verstaanbaarder. Ook met Dire Straits is de harde klank verdwenen en maakt plaats voor meer warmte, terwijl de detaillering beter is geworden. Gitaren snerpen minder, drums zijn ritmischer en komen naar voren zoals ik dat gewend ben op de beste systemen. Het volume zou nu hoger mogen zijn, terwijl ik dat eerder maar voorzichtig naar boven schoof. De MartinLogan laat ineens zijn beheerste of ware aard zien. De algemene indruk is positiever en dat in hetzelfde stekkerblok met alleen een verplaatste netstekker. Toegegeven, ik ga van filterloos naar filteren.

Bobo Stenson Trio, welkom piano en welkom romp van het instrument. Groter en losser is het stereobeeld al vanaf de eerste noten. In het totaal misschien niet dramatisch, wel goed waarneembaar in de luisterruimte. In de loop der tijd ben ik onderhand gewend geraakt aan de ruimte, idem aan de klank van Naim en MartinLogan en kan ik de verschillen daardoor snel onderkennen, voor u thuis gaat dat wellicht langzamer net als iemand die voor het eerst in de luisterruimte komt, maar ik garandeer dat het luisterplezier op de lange duur eerder zal toe- dan afnemen als deze Atlas filtering actief is. Ook bij Janine Jansen is de hardheid uit de violen gehaald. Nog steeds speelt de dame vol passie en vuur, maar nu heb ik niet meer de neiging om de muziek zachter te zetten, eerder harder om de wildheid van de uitgebeelde zomerstorm intenser te ervaren. Het stereobeeld is wat groter dan eerder, niet zo heel veel, en musici blijven op afstand van de luisteraar. De strijkers met hun cello’s en bassen winnen aan energie en dragen volwaardig de muziek naar de laatste noten van de track.

Ronde drie

Het is de laatste ronde, hiervoor gaat de NRG1000 van de Naim NAC-N 272 in de IsoTek EVO3 Genesis One regenerator en ik bemerk dat waar het filteren daarnet de weergave donkerder maakte, er nu een ideale mix is ontstaan van puntigheid, dynamiek, toename van lage tonen ten opzichte van de eerste ronde zonder filter en toch meer helderheid. Zonder de scherpte waarmee dat in eerste instantie gepaard ging. De harde S-klank van Krall is niet langer storend, past juist in het agressieve karakter van de tekst. Piano heeft snelheid en de bas knort dat het een lieve lust is. Voor de Naim NAC-N 272 is de IsoTek heel geschikt, je pakt in één keer de streamer, de DAC en de lijnversterker mee op een nagenoeg ideale voeding. Zo luister ik graag, net als daarnet, maar nu weer een stap hoger op de ladder naar het nirwana. Later pakken we in een vergelijk nog even een Naim voeding voor de NAC-N 272, sluiten hem aan op de Genesis One en dat zorgt voor een volgende stap omhoog. Al valt dat buiten dit bestek ik wil het voor de volledigheid toch even melden.

Een verder toename in details valt mij ten deel met Dire Straits. Voor het eerst deze ochtend neem ik een echo waar op de stem van Knopfler, eerder verborgen in het geheel van zang en band. Drums zijn nog net zo krachtig als met of zonder filter, aan energie is er geen tekort gekomen vanwege de IsoTek. Eerder is het tegenovergestelde het geval, ritme is flitsend, impact groot en nog steeds mag de muziek luider spelen dan eerder, maar ik zorg ervoor de volumestand niet anders te maken dan in de eerste twee rondes het geval was. Daar is het display op de Naim erg handig voor. Met het Bobo Stenson Trio zweven pianonoten door de ruimte, heel transparant en zuiver, nu volkomen los van de weergevers, krachtig aangezet in de lage tonen, snel en aanvallend in de hoge tonen. Slagwerk heeft er een dimensie bij gekregen, de transparantie van de elektrostaat komt naar voren, daar waar het dunne membraam voor bedoeld is. Herkenbaar in subtiliteit, het ruisen van bekkens en/of het roffelen van een snaredrum. De kleine geluidjes en muzikale effecten maken de muziek spannend. Misschien is dit wel de track waarop het beste hoorbaar is wat de IsoTek regenerator toevoegt. Of beter gezegd weglaat aan vervuiling afkomstig van het lichtnet. Naim staat bekend dat filters vaak meer kwaad dan goed doen, dan is inderdaad een regenerator een oplossing om een stap verder te komen in beleving van muziek. Wat kan Janine Jansen toevoegen? De expressie van de muziek is groter vanwege de hogere definitie en de extra naar voren komende details. Ik kan werkelijk geen nadeel ontdekken aan de IsoTek regenerator, behalve de aanslag op uw en mijn budget. De voordelen hebben alles te maken met de zeer zuivere en constante netspanning, zonder rimpels, zonder RFI (Wi-Fi etc.) invloeden, zonder DC componenten en zonder de invloed van diverse schakelende voedingen, in ons geval nodig voor een Ethernetswitch plus twee maal de voeding van de elektrostaten. De “Zomer” is een onder de snaren vandaan gekropen feest, waarin de zon langzaam de overhand krijgt en het onweer verdrijft.

Harmonie en beleving

De IsoTek EVO3 Genesis One is niet de enige regenerator op de markt, zonder het display wel een voordelige als u hem gaat gebruiken voor één enkel apparaat of een groepje van apparaten met een gezamenlijk geringe vermogensopname. Het nut van een regenerator staat voor mij al jaren buiten kijf, het was de enig overgebleven overtreffende trap na vele experimenten met en het gebruiken van netfilters, scheidingstransformatoren en netsnoeren. Voeden met zuivere netspanning, ontdaan van alle troep op het lichtnet veroorzaakt in de centrale, in transformatorhuisjes, in eigen woning vanuit Wi-Fi, DECT en/of slechte voedingen, is de enige manier om alles uit een audio-video apparaat te halen dat door de fabrikant is meegegeven. Dat mag cru klinken, inmiddels is het bewezen materie dat een goede regenerator thuis hoort in een set van klasse. Zeker voor het voeden van DAC’s, digitale muziekspelers en lijnversterkers, maar net zo goed voor platenspelers met 230Volt motoren (b.v. Garrard 301/401, Thorens TD124, EMT). De behaalde winst is direct hoorbaar als een lagere achtergrondruis, samenhangend met de ruimere dynamiek, afname van onrust in de weergave, toegenomen detaillering, dieper fundament en afname van scherpte. Dat laatste aspect, scherpte, is in heel veel gevallen geen eigenschap van een luidspreker of van de elektronica maar van een vervuilde netspanning aan de bron. Laat u informeren wat mogelijk is op dit gebied bij Lexicom Multimedia en beluister met eigen oren wat een goede regenerator kan betekenen. Ik wilde eerst zeggen toevoegen, maar dat is juist de essentie van een regenerator: het weghalen van storende invloeden. Als er al iets wordt toegevoegd dan is dat verhoogd luisterplezier en een intensere beleving van uw geliefde muziek.