Netfilters: overbodige luxe of noodzaak?
Weinig producten in audioland hebben voor zó veel discussie gezorgd als netfilters. En dat is begrijpelijk, want de eerste generaties van deze netstroom-verbeteraars hadden de nodige nadelen. Ook ik heb in de 80er jaren van de vorige eeuw kennisgemaakt met netfilters die weliswaar de stroom filterden, maar die tevens de weergave op een negatieve manier beïnvloedden. De dynamiek werd vakkundig om zeep geholpen en het stereobeeld werd een maatje kleiner gemaakt. Dat was dus geen succes. Maar de techniek schrijdt voort en dus kunnen we de huidige generatie netstroom-producten niet wegzetten op basis van argumenten uit de 80er jaren.
Elektriciteit is het begin van elk audiosysteem. Zonder stroom geen muziekweergave. Goed beschouwd is alles, waar wij naar luisteren, gemoduleerde stroom. Dat betekent, dat een gelijkmatige en schone stroomvoorziening van groot belang is voor het optimaal functioneren van onze kostbare audio-apparatuur. Maar in de loop der jaren zijn er steeds meer storingsbronnen in ons leven gekomen, die voor vervuiling van deze stroomvoorziening zorgen. En het aantal storingsbronnen zal in de toekomst alleen maar toenemen. Deze vervuiling heeft een negatief effect op de prestaties van audiosystemen en dus is het een logische stap om te proberen, de vervuiling uit de stroomvoorziening te filteren.
Het Britse bedrijf IsoTek Systems (opgericht in 2001) houdt zich uitsluitend bezig met het bouwen van producten, die zijn gericht op het optimaliseren van de stroomvoorziening voor audio- en videosystemen. Voor IsoTek is dit dus niet een kwestie van “dit doen we er ook nog even bij”, zoals dat het geval is bij diverse andere fabrikanten.
Het unieke van de IsoTek netfilters is, dat zowel “Differential Mode Noise” als “Common Mode Noise” worden aangepakt. Differential Mode Noise wordt veroorzaakt door alle apparaten die een voeding hebben, waarbij vooral schakelende voedingen voor veel narigheid zorgen. En omdat de hoeveelheid apparaten met schakelende voedingen steeds groter wordt, groeit ook de mate van stroomvervuiling die hierdoor wordt veroorzaakt. Common Mode Noise wordt ook wel RFI (RadioFrequente Interferentie) genoemd en is een explosief toenemende bron van interferenties, die wordt veroorzaakt door alles wat draadloos zendt en communiceert. En dat is nogal wat.
Tel alles bij elkaar op en u kunt alleen maar tot de conclusie komen, dat de woonomgeving tegenwoordig vol zit met storingsbronnen en interferentie-veroorzakers. Dus is het de hoogste tijd voor een goed netfilter!
Beschrijving
De IsoTek EVO3 Aquarius is een betaalbaar netfilter, dat is voorzien van zes contactdozen. Twee contactdozen zijn rood gemarkeerd en zijn bedoeld voor de zwaardere stroomverbruikers: (eind)versterker, subwoofer etc. Deze twee zijn beveiligd met een 16 Ampère zekering (automaat). De overige vier contactdozen zijn beveiligd met een 5 Ampère glasbuis-zekering en zijn bedoeld voor voorversterkers en bronnen (netwerkspeler/streamer, phono-voorversterker, CD-speler). De Aquarius wordt op het lichtnet aangesloten door middel van een snoer met een IEC C19-stekker (20 Ampère). IsoTek heeft de Aquarius in een fraaie behuizing van stevig plaatstaal ondergebracht, met een bewerkt aluminium front omdat het oog ook wat wil. In dat front zijn twee blauwe LEDs aanwezig, één per stroomkring, die gelukkig op een bescheiden sterkte branden. De algehele afwerking is uitstekend.
Voor de techneuten onder u heb ik ook wat informatie over het inwendige opgezocht (met dank aan een tekst van Dick van de Merwe).
De twee 16A-contactdozen zijn gekoppeld aan een gezamenlijke common mode smoorspoel met EI-kern trafo-ijzer; daar omheen is met een aantal condensatoren het filter opgebouwd.
De overige vier contactdozen zijn individueel gefilterd met common mode ferrietspoelen. De stroom passeert eerst een enkelvoudig ingangsfilter dat bestaat uit een centrale (ferriet) smoorspoel, omringd door condensatoren en twee Thermistors. Het mooie van een Thermistor is, dat hij in eerste instantie een weerstand heeft van enkele tientallen Ohm en dat deze weerstand geleidelijk inzakt tot enkele tienden Ohm als er stroom doorheen loopt. Op die manier worden piekstromen, die kunnen ontstaan bij het inschakelen van een apparaat, effectief onderdrukt. Behalve dit ingangsfilter zijn alle vier contactdozen individueel voorzien van nogmaals dezelfde schakeling, in combinatie met verschillende types grotere en kleinere condensatoren. IsoTek gebruikt hoogwaardige foliecondenstoren.
Om de aangesloten apparaten te beveiligen tegen grote spanningspieken in het lichtnet, zijn 16 Varistors ingebouwd.
De Aquarius kan veel meer stroom leveren dan u in de praktijk nodig zult hebben. Daar is een reden voor: een forse smoorspoel, gewonden met een dikkere draad, heeft een lagere Ohmse weerstand, waardoor het spanningsverlies zo laag mogelijk kan worden gehouden. Dit spanningsverlies (ideaal is nul verlies) is de hoofdverantwoordelijke voor één van de grootste kritiekpunten van “vroegâh”: als je een flinke (eind)versterker op een netfilter aansluit, wordt de weergave levenloos en verdwijnt de dynamiek. Met de Aquarius zult u daar dus geen last van hebben!
Gebruikte apparatuur
Naast het IsoTek EVO3 Aquarius netfilter gebruik ik een IsoTek EVO3 Optimum netsnoer, een IsoTek EVO3 Elite netsnoer en een IsoTek EVO3 Premier netsnoer.
De eerste set die ik met deze IsoTek-spullen heb beluisterd, bestaat uit een Hegel HD30 DAC (aangesloten met Premier netsnoer) en een Hegel H20 eindversterker (aangesloten met Elite netsnoer). Onderling zijn de HD30 en de H20 gekoppeld met een set Chord Epic gebalanceerde interlinks (XLR). De bron was het digitale signaal van een Naim NAC-N 272.
De tweede set bestaat uit een Naim NAC-N 272 streaming voorversterker (aangesloten met Premier netsnoer) en een Naim NAP 250 DR eindversterker (aangesloten met Elite netsnoer). Onderling zijn de NAC-N 272 en de NAP 250 DR gekoppeld met een Chord Signature interlink.
De luidsprekers zijn in beide gevallen B&W 804 D3, aangesloten met Audiovector Zero Compression Avantgarde Arreté luidsprekerkabels.
Als uitgangspunt heb ik beide sets eerst beluisterd met stroomverzorging door middel van een MusicLine PowerIgel.
Plaats delict was uiteraard weer de luisterruimte van Lexicom MultiMedia.
De IsoTek EVO3 Aquarius wordt standaard geleverd met een Premier netsnoer. Een prima combinatie, die een forse klankwinst oplevert in vergelijking met het uitgangspunt. Maar het Optimum netsnoer bleek tijdens de luistertest een zodanige meerwaarde te hebben, dat bijna al het luisterwerk is gedaan met het Optimum netsnoer aan de Aquarius. Het verschil tussen de Aquarius met het Premier netsnoer en de Aquarius met het Optimum netsnoer is met name te vinden in het nòg grotere gemak, de nòg grotere verschillen ten opzichte van de beginsituatie. Voor de Premier geldt eigenlijk alles wat ook voor de Optimum geldt, maar dan op ongeveer 75% (een natte-vinger-indicatie).
Luisteren 1: Hegel
Uit nieuwsgierigheid heb ik eerst nog even naar de IsoTek EVO3 Polaris verdeeldoos-met-filtering geluisterd en gezien de alleszins redelijke prijs vind ik dat een prima optie voor bronnen en niet te zware versterkers. De Polaris levert uiteraard niet de klankwinst van een Aquarius op, maar als “instapper” is het absoluut een aanrader.
Maar nu over naar de Aquarius. Met de Hegel-set draai ik eerst een track van één van mijn favoriete zangeressen: Alison Krauss met When You Say Nothing At All van het album Live. De Hegel-set heeft een heldere, open en muzikale klank, die door de Aquarius prachtig wordt versterkt. De ruisvloer zakt hoorbaar onder het tapijt, waardoor er meer ruimte is rond de stem van Alison en ook de separatie van de instrumenten duidelijk beter wordt. Het is een oud en uitgekauwd cliché, maar het lijkt wel of er een gordijn voor de luidsprekers is weggetrokken. De muziekbeleving wordt intenser door het ontbreken van storende zaken, die pas opvallen nu ze er niet meer zijn. De detailweergave, de subtiliteit van de articulatie van Alison, het gitaarspel van Dan Tyminski, de houtklank in de percussie, alles komt beter tot zijn recht. En door de toegenomen ruimtelijkheid klinken ook de geluiden uit de zaal (applaus, gefluit, uitroepen) alsof ze echt uit een zaal komen. De transparantie is werkelijk fenomenaal.
Een iets forser stuk nu: Fink met This Is The Thing van het album Fink Meets The RCO. De bekkens in het intro lijken wel te zweven, zó mooi vrij van de luidsprekers is de klank. Rond de gitaar is veel meer ruimte en ook in de stilte hoor je de ruimte. De subtiele echo’s rond de percussie krijgen meer diepte, de stem staat vrij in de luisterruimte en klinkt dieper, voller. Het is ongelooflijk wat de toegenomen ruimtelijkheid doet voor deze track! De drums, die in het verloop van de track een steeds prominentere rol krijgen en uiteindelijk opbouwen naar een forse climax, klinken imposanter, vrijer, voller, dreigender, kortom: het knalt eruit! En geen spoortje compressie of dynamiekbeperking!
Een martelinstrument voor audio-apparatuur: de concertvleugel. Als er een zwakke schakel in de keten is, maakt een vleugel dat ongenadig duidelijk. Dus speel ik de Fantasia for piano in d minor, KV397 van Mozart, gespeeld door Ivo Pogorelich. Overdonderend mooi! De klanken rollen de luisterruimte in en dwingen mij tot luisteren. Detailweergave, ruimtelijkheid en diepte zijn werkelijk schitterend. En over dynamiek niet te klagen: alle crescendo’s en diminuendo’s lijken eerder aan kracht te winnen. Door de volledige afwezigheid van storende invloeden is de muziekbeleving intens. De klank van de vleugel is weergaloos en elke variatie in aanslag wordt kristalhelder weergegeven. Het lijkt wel alsof ik naar de grotere broer van de B&W 804 D3 luister, zo sterk is de weergegeven ruimte toegenomen. Heerlijk!
Tenslotte Diana Krall met I Love Being Here With You van haar album Live in Paris. Ook hier is het weer: meer muziek, minder rommel. Vanaf het applaus, het knippen met de vingers en het aftellen gaat het helemaal los. De articulatie van Diana, die soms kan overkomen of ze onder invloed van het één of ander is, wordt duidelijker en verstaanbaarder. De gitaar van Anthony Wilson klinkt soepel, warm en gedefinieerd, de solo van John Clayton op contrabas swingt de luidsprekers uit en uiteraard is het spel van Diana op haar Steinway heerlijk swingend en rimisch. Dit alles ondersteund door Jeff Hamilton, wiens schitterend drumwerk ook beter dan ooit tot zijn recht komt. Elke tik is te onderscheiden, er is geen spoor van dichtlopen en bekkens zijn echte metalen bekkens, die niet in gesis verzanden. Door de uitstekende separatie van de instrumenten heeft deze track mij meer te zeggen dan ooit.
Dit was een prima start, waarbij is gebleken, dat de Aquarius echt een modern, goed ontworpen netfilter is, dat de dynamiek niet beperkt. Integendeel, door de afwezigheid van “rommel” is er juist méér dynamiek te horen, zowel op macro- als op micro-niveau.
Luisteren 2: Naim
Dan volgt nu de grootste uitdaging: een Naim-set via een netfilter laten spelen. Naimologen waren het er altijd roerend over eens: Naim moet je nooit combineren met een netfilter. Die wijsheid is niet altijd gebaseerd op eigen luisterwerk, maar veelal op een negatieve uitspraak van Naim-oprichter Julian Vereker met betrekking tot netfiltering. Maar… die uitspraak deed Vereker in de 80er jaren van de vorige eeuw. En sindsdien is de vervuiling van het lichtnet met een veelvoud toegenomen, zoals ik in de inleiding al schreef. Bovendien is bij gespecialiseerde bedrijven als IsoTek veel kennis en ervaring opgedaan ten aanzien van de juiste manier van filteren. Dus: ik probeer het gewoon!
Ik draai dezelfde muziekselectie nogmaals en begin dus weer met Alison Krauss. En ik kan eigenlijk met copy-paste de hele tekst dupliceren, die ik eerder schreef bij de Hegel-set. De heerlijke, kristalheldere stem van Alison geeft me intens kippenvel, de ruimtelijkheid brengt de sfeer van het live-optreden over naar de luisterruimte. De Aquarius zorgt voor een groter lijkend podium, een betere transparantie, een complete weergave van de instrumenten (een gitaar heeft niet alleen snaren, maar ook een klankkast) en ook hier is het weer: minder rommel, meer muziek.
Ook de track van Fink komt met meer drive uit de luidsprekers. De weergave is vrij, los van de luidsprekers, gefocust, ruimtelijk, enzovoort. Door de lagere ruisvloer en de afwezigheid van rommel lijkt de set op een hoger volume te spelen, hoewel ik de volumeknop niet heb aangeraakt. En nee, de dynamiek wordt niet ingeperkt! De klappen op de drums zijn imposant en dreigend, de climax lijkt sterker en dynamischer. En weer is het die fantastische transparantie, die opvalt. U begrijpt het al: copy-paste.
Voor de tracks van Ivo Pogorelich en Diana Krall geldt hetzelfde: ik zou de tekst, die ik bij de Hegel-set heb geschreven, eigenlijk rechtstreeks kunnen kopiëren naar deze plaats. Dezelfde verbeteringen, dezelfde intense muziekbeleving; ik zat naar muziek te luisteren en niet meer naar apparatuur. De timing, van oudsher een ijzersterk punt van Naim, wordt zowel bij de Naim-set als ook bij de Hegel-set duidelijker en meer exact. Dat is belangrijk, want het menselijk gehoor is zeer gevoelig voor timing-fouten of versmering. En daarom kan ik echt geen negatief woord verzinnen om de invloed van de Aquarius te beschrijven. De uitspraak van Julian Vereker is echt gedateerd. Als hij naast me had gezeten in de luisterruimte, had hij zijn woorden teruggenomen. Wedden?
Conclusie
Het feit, dat ik bij de Hegel-set en de Naim-set precies dezelfde verbeteringen constateerde, geeft aan dat deze verbeteringen zijn toe te schrijven aan de IsoTek EVO3 Aquarius. Twee bijzonder mooie audiosets, Hegel en Naim, werden door het toevoegen van een IsoTek Aquarius naar een hoger plan getild. Begrijp me niet verkeerd: de Aquarius verbetert de set niet, hij laat horen waartoe de set in staat is met een geoptimaliseerde stroomvoorziening.
Natuurlijk spelen ook de IsoTek netsnoeren een belangrijke rol in de algehele verbetering van de weergavekwaliteit. Met name het Optimum netsnoer is een uiterst fraaie aanvulling op de Aquarius. De overige IsoTek-netsnoeren zijn ook van zeer hoge kwaliteit, maar zijn min of meer uitwisselbaar met vergelijkbare netsnoeren van The Chord Company en andere merken die hoogwaardige netsnoeren maken. Een kwestie van proberen, wat het best overeenkomt met uw audioset. Bij twijfel kunt u zonder problemen kiezen voor IsoTek netsnoeren, want door hun opvallende neutraliteit en uitstekende prijs/kwaliteitsverhouding zijn deze netsnoeren universeel inzetbaar.
Een klant van Lexicom MultiMedia, die inmiddels een Aquarius/Optimum-combinatie heeft gekocht, vertelde mij dat hij nu op een lager volume kan spelen, terwijl hij toch alles goed hoort. En dat geeft precies aan, hoe belangrijk een netfilter is: doordat de versterker niet eerst over de “rommel-drempel” heen hoeft, kan hij op lagere volumes al meer muziek leveren. In combinatie met mijn eigen bevindingen, die ik hierboven heb weergegeven, is dat een krachtige aanbeveling voor het IsoTek EVO3 Aquarius netfilter. Uw audioset en uw oren zullen u dankbaar zijn.
Sommige cynische geesten zullen misschien vinden, dat deze recensie lijkt op een advertorial voor IsoTek, maar dat is niet het geval. Punt 1: IsoTek betaalt mij (helaas) niet voor deze recensie. Punt 2: het weldadige effect van een goed netfilter is eenvoudigweg niet te ontkennen. Gezien de grote (en toenemende) hoeveelheid stroomvervuiling waarmee onze audiosets (en onze oren) tegenwoordig worden geconfronteerd, is een hoogwaardig netfilter echt geen overbodige luxe meer!
Klik hier voor het overzicht van onze IsoTek producten