Hegel Mohican en Luxman D-05U CD spelers

Kwestie van prioriteiten

Ondanks de opkomende streaming diensten en het gemak van het afspelen van geripte CD’s blijft de echte CD speler nog steeds een zeer gewild audioapparaat, zeker voor diegenen die een uitgebreide collectie aan klassieke muziek bezitten. Vandaar dat Lexicom Multimedia van meerdere merken modellen op voorraad heeft zoals de hieronder besproken Luxman D-05U en de Hegel Mohican. Spelers die niet alleen sterk verschillen in uitvoering en uiterlijk maar ook een voorkeur lijken te hebben voor de af te spelen muziek.

Luxman D-05U

De Luxman is een uiterst stijlvolle speler met zijn zacht glanzende uiterlijk dat opnieuw doet denken aan de gloriedagen van de hifi waarin Luxman altijd een voorname rol speelde. De D-05U is een SACD speler met een ingebouwde digitaal naar analoog converter die ook voor externe bronnen gebruikt kan worden. Naast SACD speelt de Luxman uiteraard gewone CD’s af en doet dat volgens zeggen beter dan een speler met een CD loopwerk, omdat SACD meer precisie vereist het geen verwerkt is in de drive. Luxman is trots op zijn LxDTM loopwerk dat inderdaad fluisterstil zijn werk doet. Het openen van de CD lade geeft zelf geen enkel geluid en straalt pure degelijkheid uit. Het digitaal naar analoog omzetten gebeurt met Burr Brown PCM1795 mono geschakelde converters die tot 32bit/192KHz PCM en 5.6MHz DSD digitale data kunnen verwerken. Omdat de converters in mono gebruikt worden is de signaalweg gebalanceerd en ongebalanceerd beschikbaar aan de analoge uitgangen van de speler. Dat kan voordelen hebben als uw versterker gebalanceerd uitgevoerd is. Zoals vermeld is de Luxman ook bruikbaar als DAC voor externe bronnen en heeft daarvoor de volgende aansluitingen:

USB (PCM): 32, 44.1, 48, 88.2, 96, 176.4 en 192KHz, 16-24-32bits

USB (DSD): 2.82 en 5.64MHz, 1-bit

Coax en Toslink (PCM): 32, 44.1, 48, 88.2, 96, 176.4 en 192KHz, 16-20-24bits

De uitgangsspanning is met een waarde van 2.4Volt boven de norm van 2V maar daar merkt u in de praktijk weinig van. De uitgangsimpedantie van 300Ω RCA en 600Ω XLR is laag genoeg om elke (voor)versterker aan te kunnen sturen. Daarnaast heeft de Luxman een Coax en een Optische uitgang voor het digitale CD signaal. De bediening van de Luxman kan zowel op de speler plaatsvinden als met de luxe uitgevoerde afstandsbediening, welke niet uitgevoerd is als een plastic ding maar echt past bij de uitstraling die de speler heeft. De prijs voor de Luxman is € 5.000,-.

Hegel Mohican

De Hegel Mohican wordt door het merk omschreven als de ultieme CD speler die compromisloos is gemaakt. Het eerste dat opvalt in vergelijk met de Luxman is de soberheid en het ontbreken van aansluitingen om de Hegel ook als DAC te gebruiken. Dwars tegen de huidige trend om CD spelers zo universeel mogelijk te maken kiest Hegel voor een totaal andere benadering: het optimaliseren van het spelen van CD. Geen externe ingangen, geen DSD, geen USB poorten, geen universeel loopwerk, alles is uitsluitend gericht op 16bit/44.1KHz weergave van de CD. In de zwarte kast met slechts twee multifunctionele druktoetsen vinden we net als in de Luxman een gebalanceerde opstelling van de converters zodat de speler ook echt gebalanceerd kan werken. Met een analoog circuit dat uit meer bestaat dan een paar OpAmp’s getuige de zeer lage uitgangsimpedantie van 22Ω op RCA en 44Ω op XLR. Wederom is de uitgangsspanning boven de norm met 2.6Volt. Voor digitaal uit is een 75Ω BNC connector aanwezig. Hegel claimt in zijn Mohican speler het gebruik van de Hegel SoundEngine technologie, dat is een manier van werken zonder negatieve terugkoppeling, op zich een mooi mechanisme om vervorming laag te houden, tegelijk de oorzaak van beperkte dynamiek en het weghalen van leven uit een schakeling. SoundEngine gebruikt wel “adaptive feed forward” om eventuele vervorming te elimineren. Hegel plaatst in de speler een zeer nauwkeurige klok om de digitale data foutloos uit te lezen en te converteren. De klok zit heel dicht tegen de DAC chips aan, de beste manier om jitterwaarden laag te houden. Vaak zit de klok in spelers dicht bij de servo schakelingen, in gebruik voor het loopwerk, maar op die plaats ontstaat er juist veel jitter door ruis, schommelingen in de voeding vanwege de servo’s en brom vanuit de voeding zelf. In plaats van het kloksignaal van de servo’s (vaak via S/PDIF) door te zetten naar de DAC doet Hegel dat precies andersom. De alleen in zwart leverbare Mohican heeft een prijs van € 4.595,- en daarbij krijgt u een afstandsbediening die netjes is uitgevoerd, waar ik wel even aan moest wennen vanwege de minitoetsen en de  minder duidelijk geplaatste opschriften. Er zijn geen cijfertoetsen om direct een track te kiezen. Ten opzichte van de luxe die de Luxman uitstraalt laat de Hegel ook nog wat liggen aan uiterlijk en/of het centraal geplaatste CD loopwerk, dat bij het openen en sluiten geluid maakt. Zaken die opvallen maar voor de weergave zelf helemaal niet van belang zijn.

Om de spelers te beluisteren en de verschillen goed duidelijk naar voren te laten komen zijn de B&W 804 D3 Diamond luidsprekers (€ 4.500,-/stuk) met Chord Signature Reference luidsprekerkabels weer in stelling gebracht (€ 1.799,- stereo set van 3 meter). Aansturing gaat met versterkers van Naim, de NAC272 lijnversterker (€ 4.700,-) en de NAP250DR eindversterker (€ 4.950,-). Tussen de lijn- en eindversterker zit een Chord Shawline DIN interlink (€ 299,-) en naar de CD speler gaat een Chord Epic RCA interlink (€ 525,-). De netspanning voor alle apparaten komt binnen via een Naim Powerigel (€ 870,-).

Youn Sun Nah

Het is een tijdje geleden dat ik een fysieke CD in de lade schoof, gelukkig koop ik ze nog steeds en vandaar dat ik beschik over “She moves on”, de nieuwste opname van de Koreaanse jazz zangeres Youn Sun Nah. Met de track “Too late” start ik het luisteren naar de Hegel. Wat mij opvalt, is dat de muziek op enige afstand blijft staan en dat de zangeres tussen de bandleden in blijft. Slagwerk is duidelijk aanwezig en laat zich tot in de details beluisteren, de lage tonen daarentegen zijn diffuus en tonen juist weinig detail. In de heldere en goed verstaanbare stem zitten S-klanken die zich niet laten maskeren, al met al een weergave die mooi rond en compleet is waar je prettig naar kunt luisteren. De Luxman weet aan de opname meer details te onttrekken, zelfs al speelt die de muziek en de stem donkerder af. Ondanks dat meer donkere karakter zijn juist de lage tonen veel beter af waardoor er meer nuancering in het laag zit. Alweer staat de zangeres dicht bij de band, iets dat in dit geval de verstaanbaarheid niet ten goede komt. Ik voel mij veel minder betrokken bij de uitvoering nu de weergave laid-back en zelfs enigszins saai te noemen is. Samengevat zou ik voor de rust in de weergave de Luxman kiezen, maar liever geniet ik van de meer directe weergave van de Hegel die mij in de muziek trekt.

Ane Brun

Van “Live at Stockholm Concert Hall” van Ane Brun kies ik track 13: “Big in Japan”. Ditmaal begin ik met de Luxman en die maakt de muziek overtuigend en direct. De gitaar die speelt naast Ane is zachtjes doch duidelijk. Mooie sprongen worden gemaakt in dynamiek. De totale weergave is uitermate harmonieus en vloeiend, muziek kabbelt voort door de ruimte maar is zeker niet saai. De Hegel is vooral puntiger, zo is de gitaar duidelijker aanwezig, is de stem is lichter van toon en weerklinkt de muziek en de zang jonger en speelser. Nadeel daarvan is dat de weergave tegelijk onrustiger is. De stem van Ane staat nu losser ten opzichte van de resultaten met Luxman. In de dynamiek is wederom niets mis. Wel krijg ik minder het idee dat het om een live opname gaat. De Hegel speelt deze muziek meer “gewoontjes” af dan de Luxman. Samenvattend sta ik voor de lastige keuze van (Luxman) sfeer of (Hegel) duidelijkheid? Wie rust en harmonie zoekt komt op de Luxman uit, wie een meer heldere klank prefereert die de stem meer ruimte geeft en instrumenten puntiger neerzet zal vallen op de Hegel.

Patrick Bruel

Meegebracht uit Frankrijk is: “Très souvent, je pense à vous…” van Patrick Bruel die daarmee een ode brengt aan de Franse zangeres Barbara. Haar “Nantes” is het meest bekende nummer en de Hegel trapt af met een perfecte stem waarbij de piano, die als enige meegaat in het begin, erg goed aanwezig is. In de stem zit veel gevoel en dat komt de sfeer zeker ten goede. Het feit dat Patrick mooi op hoogte is gezet heeft er niets mee te maken dat “Nantes” mij recht in de ziel raakt. Net zo min als het slagwerk dat duidelijk en strak mee gaat doen. Het gaat allemaal erg fraai op deze speler en ik ben blij met zowel het diepe laag als de afstand die blijft bestaan tussen de zanger en de band. De Luxman gaat er met volle kracht van door als van de piano niet alleen de aanslag van de hamer op de snaar is te horen doch tevens het mechaniek naar voren komt. Zoals eerder geconstateerd is de weergave ten opzichte van de Hegel donker van aard waardoor de expressie in de stem slinkt en de weergave platter gaat worden. Met als gevolg dat de sfeer weg raakt. Muziek en stem worden rustiger, dat wil ik juist nu niet want “Nantes” weet mij een stuk minder te raken. Hier is de Hegel de winnaar op punten omdat die het brok in de keel geeft. De Luxman transformeert de tracks in de richting van achtergrond muziek en dat is jammer. Wel blijkt de Luxman over meer capaciteiten te beschikken dan de Hegel als het gaat om de pianoklanken. Nobody is perfect.

Camille Berthollet

De debuut CD van deze jonge Franse violiste bevat werk van onder meer Vivaldi en Brahms. Heel vreemd is de ervaring met de Luxman dat er ”haast” in het spel zit dat ik niet herken. Muziek hangt tussen de luidsprekers en de solo viool plaatst zich tussen de orkestleden. De klanken zijn natuurlijk zonder randjes of narigheden op de violen. De dynamiek is beperkt, het spel doet meer denken aan de jeugdigheid van de soliste dan aan subtiliteit die te bewonderen is. Mooi? Nou nee, ik zou de CD niet kopen als ik een Luxman zou hebben staan. Met de Hegel is er nog steeds die haast, al is het wat minder geworden. De weergave is nu breder in de ruimte, al kent de weergave weinig hoogte. De klank van onder meer de viool is scherper, die valt nu als solo instrument meer op. Dat maakt de beleving prettiger en spannender, toch is er teveel jeugd in het spel en te weinig komt het gevoel van de musici en hun muziek over op de luisteraar. De Hegel gaat dieper in op de techniek van het orkest en van de dame Berthollet. Zou ik nu wel de CD kopen? Misschien wel ja. Ik ken de CD goed op een ander systeem en daar zit die “haast” niet in het spel waardoor hij mij veel meer raakt. De Hegel komt het dichtste bij mijn ideale weergave, heeft daarbij het nadeel dat hij de ronde en zuivere klank van de Luxman niet kan bieden.

Stereoplay test CD

Een in München ontvangen test CD van het Duitse blad Stereoplay bevat werken van onder meer Ravel en Bach. Op de Hegel begint van Ravel een solo piano met veel kracht in het instrument. De vleugel staat groot voor mijn neus, met lang aangehouden tonen. Hij is intens aanwezig, goed geplaatst in de ruimte, wel aan de heldere kant qua klank. De afmetingen van de opnameruimte zelf zijn in te schatten. Het stuk van Bach heeft zonder Berthollet gelukkig geen haast. Toch vind ik niet de soort weergave die ik graag zou willen en had er meer van verwacht. Naar mijn idee is de Hegel fijner om te gebruiken voor pop en modernere muziek. Natuurlijk kan hij ook klassiek werk mooi doen uitkomen, de vraag is of het op de lange termijn voor de klassiek liefhebber bevredigend is. Voor klassiek, zeker als het gaat om piano is de Luxman voor mij de regerende vorst. De klank is duidelijk intenser en komt op die manier dichterbij het echte instrument. Ook nu weer lang aangehouden tonen. Het spel komt beter tot zijn recht en is vooral heel mooi in de lage registers. De ruimte waarin het instrument staat is minder goed in te schatten, bij de Luxman zit de nadruk op de piano. Tijdens de uitvoering van Bach ligt het orkest ligt aan mijn voeten. De weergave is breed, zuiver, groot, benut hoogte en diepte, alles is er. Zo herken ik het klassieke werk! Viool is heel natuurlijk, blaasinstrumenten zijn nu veel beter als zodanig te herkennen. Waar de Luxman in de popmuziek wat laat liggen wint hij het met klassiek. Samengevat: de Hegel kan best klassiek weergeven, vergeet daarbij soms de puntjes op de “i” te zetten. De klankzuiverheid van de Luxman is beter en met in gedachte de SACD optie van de Luxman, een formaat waarop bij uitstek klassiek werk te krijgen is, verdient die voor toch echt even de voorkeur.

Keuze blijft persoonlijk

Is daarmee de slotconclusie dat een Hegel alleen maar popmuziek en jazz aan kan en de Luxman meer voor klassieke muziek geschikt is? Ja en nee. Ten eerste gaat het om mijn voorkeur en die zal best afwijken van die van andere luisteraars. Ik heb wel gemerkt dat de puntigheid en de meer heldere klank van de Hegel goed aansluit bij pop en jazz combo’s. Hij is direct, gaat door in de details en maakt muziek levendig. De Luxman, die de klank van instrumenten meer in de diepte weet weer te geven past met zijn ronde en de rustige karakter beter bij klassieke muziek, waar het om akoestische instrumenten gaat en niet om veelal elektronisch opgewekte klanken. Meer zaken kunnen een rol spelen in de keuze voor één van deze spelers. Zaken als uiterlijk, de meer of minder degelijke uitstraling die je tevens terug ziet in de afstandsbedieningen, het feit dat een speler wel of niet ingangen heeft om de interne DAC te benutten, SACD toepassing en niet te vergeten de weergave van stemmen, waar de heldere Hegel met zijn meer onderscheidend vermogen de betere in is. Het beste is om de eigen CD collectie goed in ogenschouw te nemen en dan een voorlopige keuze te maken voor Luxman of Hegel, of om het lastiger te maken,  wellicht nog andere merken binnen het leveringsprogramma van Lexicom Multimedia te betrekken.