Hegel H90 versterker en de speakers. Een klinkende set bouwen (deel 2)
I
Kandidaten
De kandidaten zijn vastgesteld waarbij de combinatie van een Hegel H90 versterker en een Rotel RCD-1572 CD-speler de versterking en bron verzorgen. Geen streamen, gewoon een CD in de lade schuiven. Het is een set die in een heel populaire prijsklasse zit, € 1.695,- voor de versterker en € 999,- voor de CD-speler. Ik gebruik daarbij een analoge Chord Epic interlink (1 meter € 525,-) en Chord Epic luidsprekerkabels (2 x 3 meter € 525,-). Als luidsprekers zijn drie in prijs vergelijkbare toekomstige partners gekozen, de Spendor A2, de B&W 704 S2 en de Audiovector QR-3.
De Hegel H90 All-in-One biedt een ruim, dynamisch uitgangsvermogen van 60Watt per kanaal en de versterker heeft ingebouwd zaken als muziekstreaming via de Ethernet poort met UPnP/DLNA protocol, Apple Airplay, daarnaast de nodige digitale en analoge ingangen, waaronder een USB poort die geen drivers nodig heeft voor Linux of MacOS. Ik tel twee analoge ingangen, een coax S/PDIF ingang, drie optische ingangen en een line, een variabele analoge uitgang voor een extra versterker of een actieve subwoofer. Door het vastzetten van het volume voor diverse ingangen kan de H90 perfect in een home cinema omgeving werken. Een hoofdtelefoonaansluiting ontbreekt net zo min als een informatieve OLED display en een afstandsbediening. Hegel is beroemd geworden met zijn SoundEngine technologie, nu in de tweede generatie, waardoor zelfs de kleinste details in de muziek behouden blijven. SoundEngine2 vermindert vervorming geeft Hegel aan, houdt de basweergave strak en zorgt voor meer grip op de luidsprekers met een tot 2000 verhoogde dempingsfactor. Daarmee is de 2x60Watt voldoende, zelfs voor forse vloerstaande luidspreker modellen. SoundEngine2 combineert de efficiëntie van klasse AB versterkers met de geluidkwaliteit van een klasse A versterker. Cross-over vervorming behoort tot een verleden, feedback is slechts lokaal toegepast en er is geen overall feedback in de versterker nodig. Hegel audio versterkers maken intern gebruik van DualAmp technologie. De truc is het scheiden van de spanning- en de stroomversterker.
In de Rotel RCD-1572 CD-speler zit een loopwerk dat dedicated voor CD is gemaakt en geen universeel “van de plank” DVD of ander loopwerk. De converter die Rotel toepast om het digitale signaal naar de analoge uitgang te brengen is een Wolfson WN8740, met daar omheen de Wolfson filter circuits. Deze DAC kan elk signaal converteren van 16 tot 24bits met een sampling rate van 8 tot 192kHz, terwijl voor CD alleen 16/44.1 noodzakelijk is. Om te onderschrijven dat de RCD-1572 echt is geoptimaliseerd voor CD heeft hij geen digitale ingangen voor externe bronnen. De uitgangen zijn zowel als RCA als in XLR uitgevoerd. Uiteraard is er wel een digitale uitgang en via de beschikbare RS232 poort is systeem integratie met andere Rotel producten eenvoudig mogelijk, zelfs bediening via de iOS control App gaat op die manier werken. Zowel het digitale gedeelte als het analoge deel wordt zoals gebruikelijk bij Rotel gevoed vanuit een zware voeding met een ringkern transformator die geschikt is voor audio weergave. Componenten in het analoge deel zijn geselecteerd op weergave kwaliteit, werken binnen nauwe toleranties met een veelvoud aan spanningsregelaars voor het juiste voltage op elk punt in de schakeling.
De kandidaat luidsprekers
De Spendor A2 luidspreker is de kleinste van de drie met zijn hoogte van nog geen 80cm op spikes. Het is een tweeweg systeem. Aan de voorkant vindt u bovenaan een 22mm tweeter en daaronder een 150mm woofer. De luidspreker oogt slank en staat op een zwarte plint waar spikes in passen. De tweeter is verzonken in het front, de woofer is er op geschroefd. Spendor levert geen frontdoekjes voor de A2, dat zorgt voor een “technische” uitstraling. De tweeter is beschermd tegen aanraken met een rooster. Aan de achterzijde zit een single-wire aansluiting met fraaie terminals en daarboven een reflexpoort. De Spendor A2 kost € 1.998,- p.p.
Het meest bijzondere onderdeel van de Audiovector QR 3 is zonder twijfel de AMT (Air Motion Transformer) tweeter. Vereenvoudigd gezegd, komt het principe hier op neer: een AMT is opgebouwd uit een extreem licht membraan, dat is gevouwen (als een accordeon). Aan elke vouw is een strip zeer dunne aluminiumfolie bevestigd. Dit membraan wordt in een sterk magnetisch veld geplaatst. Wanneer aan de aluminium strips een stroom (het muzieksignaal) wordt toegevoerd, zorgt dit voor beweging van het membraan (uitzetten en samentrekken). Hierdoor wordt de lucht in beweging gebracht en die beweging wordt door ons gehoor geregistreerd als geluid. De voordelen van AMT’s ten opzichte van de gebruikelijke dome-tweeters zijn een hogere gevoeligheid, een grotere dynamiek, een lage vervorming, een vlak impedantiegedrag en een hoge belastbaarheid. Een verdieping lager vinden we twee identiek ogende conventionele drivers; de bovenste levert het middengebied plus een deel van het laag en de onderste zorgt voor de lagere bassen (onder 400Hz). De basreflexpoort, die het laagste laag ondersteunt, is in de bodem van de luidspreker aangebracht. Door deze bouwwijze is de QR 3 makkelijker te plaatsen dan een luidspreker met de basreflexpoort in de achterzijde. De Audiovector QR3 kost € 1.898,- p.p.
Muziekkeuze
De muziekkeuze is het enige dat persoonlijk mag zijn en ik kies als eerste voor het album “Barbara” van Alexandre Tharaud, track drie is genaamd “Septembre” en wordt gezongen door Camélia Jordana. De tweede keuze is gevallen op “Big in Japan” van Ane Brun dat op haar CD “Live at Stockholm Concert Hall” staat. Heel puur en niet bewerkt door een marketing afdeling maar regelrecht afkomstig van de mastering is Eleanor McEvoy’s “I’ve got you to see me through”, gezet op een demo CD van PMC Loudspeakers. Daarna Alan Taylor die staat op een High End Reference CD van het Duitse blad Stereoplay met zijn “Chimes at midnight”. Een martelgang voor luidsprekers die er van slag kunnen raken. Als laatste twee tracks van het Franse viool wonderkind “Camille Berthollet, een stuk uit de “Zomer” van Vivaldi gevolgd door “Danse Hongroise No.1” gecomponeerd door Brahms. In de hoop daarmee een repertoire te hebben gekozen dat zowel de verschillen belicht als enigszins representatief is voor veel luisteraars. In het luisterdeel zal ik de achternamen gebruiken van de genoemde personen en niet steeds de volledige titels aanduiden om e.e.a. vlot leesbaar te houden.
B&W 704 S2 op Hegel H90
De aanzwellende tonen van de band van Taylor komen steeds dichter bij de luisteraar, maar gaan niet breed of hoog, rollen alleen over de vloer naar mij toe. Taylor’s stem is haast niet te herkennen, de warmte die daar in hoort te zitten is zoek. Dat maakt de stem wel verstaanbaar en woord voor woord is het nummer goed te volgen. Het is niet zo dat met deze luidspreker de marteltrack onverteerbaar gaat worden. Helaas, boeien doet de muziek niet en waarom gaat deze combinatie niet lekker vraag ik mij af. Hoe gaat dat straks met de andere kandidaten? Een fluit die opduikt in de muziek blaast in het oor, op een irritante manier. Alles is terug te brengen tot de opgetelde helderheid van luidsprekers en bron, samen teveel, de reden dat het geheel te kaal blijft. Schraalhans is keukenmeester met het klassieke werk van Berthollet. Er is geen grootsheid, geen ruimte, alles speelt zich af in een plat vlak. Versluiert en druk, met weinig onderscheid tussen de diverse strijkinstrumenten. Haar solo viool is echte veel te kaal, ontbeert zelfs volledig de mooie klank van de vioolkast. Ook tijdens het tweede klassieke stuk ontbreekt elke vorm van emotieoverdracht, noot voor noot wordt gespeeld op een manier alsof het de musici weinig uitmaakt wat ze doen, als het maar op CD komt te staan. Dit is totaal niet mijn soort weergave, ik wil iets voelen bij muziek en dat gevoel komt maar niet, in geen enkele track tot nu toe. Ik mis zelfs evenwicht over het totale frequentiespectrum. Deze opstelling kunnen we beter snel vergeten en gezwind doorgaan naar de volgend paar luidsprekers.
Spendor A2 op Hegel H90
Taylor’s weergave gaat tot ver buiten de fysieke opstelling van de luidsprekers, wordt langzaam groter en groter en zelfs op een hoog volume niveau blijft de weergave aanvaardbaar. De stem van Taylor heeft warmte en gaat diep in de lage tonen. De Spendor brengt hem tot leven en dit is de man die hij behoort te zijn. Waar met de B&W een borstkas ontbrak is die nu wel aanwezig. Muziek loopt nergens dicht, wordt misschien niet in de meest gedetailleerde vorm aangeboden, maar dat neem ik op de koop toe omdat de beleving zoveel vooruit gegaan is. De fluit die ik eerder heel irritant vond heeft nu de plaats gekregen waarmee hij echt wel hoorbaar blijft, zonder in de oren te toeteren. De A2 creëert veel meer een geheel waarin elk lid van het orkest zijn plekje heeft gevonden om Taylor achtergrond te bieden. Niets is meer terug te vinden van de martelpraktijk die ik eerder aanhaalde. Hoewel de luidspreker maar klein is weet hij toch het Berthollet orkest behoorlijk neer te zetten, met veel onderscheid tussen de strijkers onderling. Eerste en tweede viool zijn duidelijk te onderscheiden, bassen en cello’s hebben allemaal een eigen plaats. Als Berthollet haar solo gaat spelen zit daar pit en dynamiek in. Niet te scherp, wel krachtig en helder. Vlekkeloos gaat het eerste deel voorbij om daarna de Hongaarse muziek te spelen. Het roept de sfeer van het land op, maar valt niet terug tot een zigeunerorkest. Het blijft een echt symfonisch werk, pakkend, meeslepend, zuiver van toon. Groot neergezet en totaal los rakend van de weergevers met diepte, hoogte en een ruime breedte ver doorlopend naar links en rechts. Misschien iets te dichtbij gezet, maar dat is wel de oorzaak dat ik mee dirigeer vanaf de bank. Deze combinatie is wat ik zoek in versterker en weergever. Emotie, snelheid en kracht.
Audiovector QR3 op Hegel H90
Het veel hogere rendement van de QR3 speelt Tharaud even parten en het volume moet stappen omlaag. Deze weergever houdt het midden tussen de Spendor en de B&W. Hij is helderder dan de Spendor maar niet tot in het overdrevene zoals de B&W dat doet op Hegel. Zitten op de hotspot is belangrijk voor een volledig stereobeeld. Piano heeft kracht, staat achter de zangeres en laat duidelijk horen dat hij fysiek veel groter is dan de dame. De stem van de dame is opvallend wijds ten opzichte van de twee andere systemen. Het kan geen kwaad. Ze staat wel erg laag afgebeeld, bijna alsof ze op haar knieën zit te zingen. Daar moet iets mee, desnoods door de speaker wat te laten hellen naar achter. Weergave is rustig, heeft emotie, zou best nog een paar strepen pakkender mogen zijn.
Voor wie de Spendor als te tam ervaart en de B&W als te veel van het goede is dit een mooi alternatief. Brun brengt een rijke klank mee uit de kast van de gitaar. Brun zelf is helder en zuiver op een levendige manier. Heel open en aangenaam heeft haar stem een expressie vorm die je betrekt in de muziek. Meer duidelijkheid wat ze zingt dan op de Spendor, wat helaas weer ten koste gaat van de absolute beleving. Toch is haar zang intiem en dichtbij gebracht, van rij drie schuif ik op naar de eerste rij. Met zaalakoestiek en een publiek dat breed spreidt in de herschapen ruimte. Net minder dan op de Spendor qua omvang en hoorbaar aan de losse applaudisserende handen. McEvoy, puntig en snel hoort hierbij genoteerd te worden. Met een hoeveelheid laag die past in de opname en wonderwel strak wordt gehouden in de luisterruimte. Ik herinner mij van de Rotel RA-1572 dat het op dit punt helemaal mis ging tussen die versterker en de Audiovector. De Hegel heeft veel meer controle en grip op het systeem. Wat de Audiovector niet tevoorschijn tovert is dat intense gevoel dat de ruwe opname kan oproepen. Het is gladjes, rijk aan detail, stevig laag en nergens een scherp hoog, het is de scheiding tussen de instrumenten onderlig die steekjes laat vallen. Basdrum en bas zijn meer een samensmelting dan op Spendor en de band is drukker zodat de aandacht minder op McEvoy komt te liggen.
Taylor is direct helder aan het begin, soms drukkend op de oren met wat rare uitschieters vanuit diverse instrumenten. Taylor is herkenbaar en heeft meer echo op zijn stem dan met de andere systemen, dat valt mij ineens heel erg op. De luidspreker kan het geweld aan zonder de indruk van sterke vervorming op te wekken. Stem is wederom groot afgebeeld, het hoofd van Taylor is een paar maten gegroeid na eerder draaien op de Spendor en de B&W. Ineens is daar de fluit weer, de aandacht opeisend alsof hij precies op een resonantiepunt zit. Sorry, het volume moet echt omlaag om het aangenaam te houden. Dit blijft een lastig nummer en de Audiovector heeft het er zwaar mee, een last die net te dragen is met licht knikkende knieën. Berthollet, de laatste ronde voor de Française, heeft weer eens haast om de muziek door het systeem te persen. Razende snelheid die het werk niet te goede komt. Haar viool mist de rijkdom welke een Spendor wel weet te bieden. Met klassiek valt de Audiovector tot nu toe door de mand. Wachten is op het tweede deel. Oh, het is niet vervelend om aan te horen, ik mis gewoon de essentie van het spel. In het tweede klassieke deel gaat de Audiovector weer richting de B&W. Afgeraffeld lijkt het, ongeïnteresseerd spel van de soliste en het orkest. Inderdaad de zigeuners hebben de plaats ingenomen van het symfonie orkest. Niet erg want alles heeft zijn charme, ware het niet dat ik weet hoe het wel kan zijn.
Mijn beste kandidaat
Uit het bovenstaand moet iedere lezer mijn favoriet kunnen destilleren om te koppelen aan een Hegel H90, inderdaad de Spendor A2. Die heeft mij het meeste plezier gebracht met alle soorten muziek. Hij heeft een natuurlijke klank op de Hegel H90, ondanks de bescheiden afmetingen legt de A2 in de combinatie flink gewicht in de schaal, weet gepassioneerd stemmen weer te geven, is tonaal zuiver zonder een enkele voorkeur voor een afgebakend frequentiegebied. De combinatie heeft mijn stem gewonnen ver boven de andere kandidaten uit. Wie de Spendor te tam vindt en weg blijft van klassieke muziek, of dat slechts af en toe draait, kan de Audiovector QR3 proberen. Meer leven in de brouwerij, een meer heldere weergave dat tot gevolg heeft dat de Hegel een opfrisbeurt krijgt. Tonaal niet helemaal zuiver en stemmen blijven achter ten opzichte van de Spendor, terwijl de scheiding tussen stem en instrumenten onderling wat minder is. Afvaller in de race is B&W 704 S2 die gewoon niet lekker klinkt op deze Hegel. Hard, slissend, met uitschieters in het frequentiebereik, of juist dalen, hoe dan ook hij speelt onevenwichtig en is een veel betere kandidaat voor een ander soort en/of merk versterker. Stemmen kreeg ik niet naar mijn zin in de opstelling, daar is vast nog wel wat aan de doen met kabels en een andere CD-speler, echter dat valt buiten het bestek van dit verhaal. Kortom, probeer zelf de Spendor A2 op een Hegel en ervaar of ik gelijk heb. Mijn oren zijn niet die van u.