De Cambridge Audio Azur 851N, de Bowers & Wilkins CM10 S2 en vijf geïntegreerde versterkers
Houdt het nieuwe vlaggenschip van Cambridge Audio zich staande in deze “grote versterkertest” aan het topmodel uit de B&W CM S2-lijn?
Dit wordt een andere recensie dan de vaste lezer gewend is. De gloednieuwe Cambridge Audio Azur 851N is de top-netwerkspeler in het Cambridge-programma en maakte al na een korte luisterperiode indruk op mij. Heel veel kwaliteit voor een scherpe prijs. Daar gaat het Nederlandsche hart sneller van kloppen, nietwaar? Maar als hij alleen goed klinkt aan z’n versterkerbroertje, de 851A, hebben bezitters van andere merken er niet veel aan. Daarom beluister ik de 851N aan vijf verschillende geïntegreerde versterkers in verschillende prijsklassen. Dat zal aantonen of de 851N een universeel inzetbare netwerkspeler is (of niet).
Gebruikte apparatuur
De constante factoren in deze recensie zijn de Cambridge Audio Azur 851N netwerkspeler, de Bowers & Wilkins CM10 S2 luidsprekers, de AudioQuest Water RCA-interlink, de Audiovector Zero Signature luidsprekerkabels en het MusicLine PowerIgel netsnoerverdeelblok. De geïntegreerde versterkers, die in deze opstelling hun kunsten mogen vertonen, zijn (in volgorde van oplopende prijs): Cambridge Audio Azur 851A, Naim Nait XS 2, Linn Majik-I, Lyngdorf TDAI-2170, Naim Supernait 2. Prettige wedstrijd…
Beluisterde muziek
Uiteraard heb ik steeds dezelfde muziek beluisterd, zodat ik niet in verwarring kan worden gebracht door verschillen in opnamekwaliteit. Wat ik hoor, zijn dus echt alleen de combinaties van de set met vijf versterkers die zich onderling onderscheiden. Ik heb gekozen voor muziek die ik zeer goed ken, zodat ik weet wat er te horen is. De keuze is gevallen op vier stukken van de CD Arabesque van Crystal Cable, een compilatie-CD met uitstekend opgenomen klassieke muziek. Het eerste stuk is de Danse Macabre van C. Saint-Saëns, uitgevoerd door het Minnesota Orchestra onder leiding van Eiji Oue. Dan komt een stuk voor piano solo, de Berceuse op. 57 van F. Chopin, gespeeld door Gabriëlla Käfer. Vervolgens een stuk voor kamerorkest en soloviool uit La Stravaganza van A. Vivaldi: het Allegro uit het Concerto op. 4 no. 3, gespeeld door Rachel Podger op barokviool en Arte Dei Suonatori. Tenslotte een Suite voor Cello Solo van J.S. Bach (BWV 1007), gespeeld door Pieter Wispelweij.
Cambridge Audio Azur 851A (met 851N en CM10 S2)
Zoals gezegd, de 851N en de 851A zijn broertjes uit dezelfde serie. Behuizingen met dezelfde afmetingen, dezelfde layout van het front, hetzelfde akoestisch gedempte metalen chassis, etc. De broertjes vormen een fraai ogende combinatie. En ook qua klank vormen deze twee een prima set. De 851N is een opvallend goede netwerkspeler, die heerlijk veel muzikaliteit biedt voor een alleszins redelijke prijs. Typisch Cambridge Audio. Elk instrument behoudt zijn eigen identiteit: metaal klinkt als metaal, hout klinkt als hout en darmsnaren zijn gemakkelijk te onderscheiden van stalen snaren. De muziek wordt genuanceerd weergegeven, met een mooi stereobeeld en een prima definitie. Een bovengemiddeld klinkende machine, die goed laat horen waarom het zin heeft om te investeren in een netwerkspeler die verder gaat dan budget-niveau.
De 851A geeft het prima signaal van de 851N zonder misvorming door aan de luidsprekers. Een erg prettige versterker, die onopvallend zijn werk doet en niet met goedkoop effectbejag de aandacht probeert te trekken. De grote, zware CM10 S2 is misschien niet de meest logische partner voor de 851A, maar de versterker laat zich niet kennen en presenteert desondanks een puike weergavekwaliteit, waar Cambridge zich niet voor hoeft te schamen. Er is ruim voldoende kracht aanwezig om de muziek op een zeer geloofwaardige manier te presenteren. Stereobeeld, detailweergave en ruimtelijkheid zijn dik in orde. Ook hier een alleszins redelijke prijs, die van de 851A zelfs meer dan zomaar een goede versterker maakt.
Naim Nait XS 2 (met 851N en CM10 S2)
Een ten onrechte onderschatte versterker. De Nait XS 2 heeft een ietwat onduidelijke positie tussen het basismodel Nait 5si en het topmodel, de SuperNait 2. Maar wie de Nait XS 2 nader bestudeert, ziet dat hij meer lijkt op een kleinere broer van de SuperNait 2 dan op een opgevoerde Nait 5si. En het prijskaartje van de Nait XS 2is veel aantrekkelijker! Op papier heeft hij flink minder vermogen dan de Cambridge 851A, maar de Naim bewijst voor de zoveelste keer, dat vermogen niet het belangrijkste is. Dankzij een potente voeding kan de hij veel stroom leveren en dat is minstens net zo belangrijk als vermogen. Het is opvallend, dat ik bij de Nait XS 2 het volume minder ver hoef open te draaien dan bij de Cambridge om een vergelijkbaar geluidsniveau te krijgen.
Linn Majik-I (met 851N en CM10 S2)
Prijstechnisch ligt de Majik-I gelijk met de Nait XS 2. Het scheelt bijna niets. Maar klankmatig zijn de verschillen duidelijk groter. Zwart/wit gezegd: de Naim is een bourgondiër, terwijl de Linn een ascetische Schot is. Iets analytischer. Omdat ik naar de Nait XS 2 heb geluisterd, lijkt de Majik-I een beetje koeltjes. Maar dat is niet waar, want alle ingrediënten voor een volwassen muziekweergave zijn aanwezig. Voldoende vermogen en stroom, fraai opgebouwde versterkermodules. De dynamiekweergave is goed, maar niet opvallend. Het hele klankbeeld is iets lichter van signatuur, waardoor ook de basweergave iets lichter overkomt. De Majik-I geeft een zeer exacte tekening van wat er gebeurt, maar zonder spektakel. Meer “hersens” dan “hart”, zou ik bijna zeggen. De definitie is uitstekend, net als de spatiëring van de instrumenten. Strijkinstrumenten worden zeer goed weergegeven, maar ook de klappen op de pauken zijn gedefinieerd en gecontroleerd. De solopartijen zijn detailrijk, doortekend, vrij. Een prima prestatie van de Linn.
Lyngdorf TDAI-2170 (met 851N en CM10 S2)
De Lyngdorf is een beetje een vreemde eend in de bijt. De TDAI-2170 is uitgerust met het gepatenteerde Lyngdorf RoomPerfect systeem, waarmee negatieve akoestische invloeden, maar ook imperfecties in de luidsprekers, kunnen worden gecorrigeerd. En hij heeft een bijzondere technologie aan boord, waarmee de effecten van digitale clipping grotendeels worden geëlimineerd. Daarmee probeert Lyngdorf de nare gevolgen van de “Loudness War” (*) terug te dringen of althans draaglijker te maken. Het gaat hier te ver om uit te leggen hoe het precies werkt, maar het eindresultaat is, dat de oorspronkelijke signaalvorm wordt herberekend en hersteld. Omdat dit een kleine verlaging in volume noodzakelijk maakt, klinkt de TDAI-2170 iets zachter dan de concurrentie, maar dat kan met de volumeregelaar simpel worden bijgesteld. Al na een korte luisterperiode valt op, dat de weergave zó ongelooflijk schoon en compleet is, dat de Lyngdorf min of meer in een eigen klasse speelt. Slimme jongens daar bij Lyngdorf!
Het RoomPerfect systeem van de TDAI-2170 is met behulp van de bijgeleverde meetmicrofoon ingemeten op het gebruik van de luisterruimte en de B&W CM10 S2 luidsprekers. Dat Lexicom MultiMedia over een goede luisterruimte beschikt, is mij bekend. Maar dat het RoomPerfect systeem aangeeft dat er bijna niets gecorrigeerd hoeft te worden, vind ik toch verbazend.
Als dit de toekomst van de hogeschool-versterkerbouw is, dan ziet die toekomst er vrolijk uit!
Naim SuperNait 2 (met 851N en CM10 S2)
De Naim SuperNait 2 is voor mij de ongekroonde koning van de geïntegreerde versterkers. Een heerlijk klinkende muziekmachine. Het vermogen is niet overweldigend: 80 Watt per kanaal. Maar Naim-versterkers hebben traditioneel een overbemeten voeding, waardoor ze grote hoeveelheden stroom kunnen leveren. Ook de SuperNait 2 heeft zo’n krachtcentrale aan boord, die bovendien is voorzien van de Naim Discrete Regulators. Dit topmodel van Naim’s geïntegreerde versterkers heeft alles meegekregen, wat mooi, fijn en lekker is. Daarom moet hij van mij in deze test verschijnen. Bovendien, als de Lyngdorf met alle optionele modules wordt uitgerust, scheelt hij niet heel veel in prijs met de SuperNait 2.
Genoeg gekwijld, ik ga luisteren. Het is even omschakelen van de Lyngdorf met al z’n technologie en z’n zeer schone en neutrale weergave naar de Naim, die een ander type weergave biedt. Ik draai de geselecteerde muziek en er verschijnt al snel een glimlach op mijn gezicht. De SuperNait 2 laat horen, waarom hij de heerser is. Welkom in de luisterruimte, majesteit! De muziek danst, leeft, boeit me, sleept me mee. De Danse Macabre maakt met deze versterker de meeste indruk op mij. Het orkest klinkt fenomenaal, vol, rijk, gedetailleerd en de solisten krijgen de ruimte die hen toekomt. Een triangel twinkelt subtiel door de luisterruimte, de strijkinstrumenten vloeien heerlijk uit de luidsprekers. De golvende beweging van crescendo en diminuendo versterkt het dreigende van deze muziek en zorgt voor de juiste sfeer. De klappen op de pauken zijn direct, vol, en diep; de xylofoon geeft een pittig accent, dat mooi boven het orkest uit komt. Dynamiek en timing zijn uitstekend.
De enige beperking die ik nu hoor, is de Cambridge 851N. Deze netwerkspeler heeft zich opvallend goed van zijn taak gekweten en liet geen steken vallen, wat een groot compliment is. Maar ik constateer nu bij bepaalde passages, dat een Naim ND5 XS meer in huis heeft. Om nog maar te zwijgen over de NDX… Denk nu niet meteen dat de 851N door het ijs is gezakt. Het is eigenlijk niet eerlijk om een 851N bloot te stellen aan Koning SuperNait de Tweede. Die moet natuurlijk worden gecombineerd met bronnen uit zijn eigen majesteitelijke familie.
Maar de weergave behoudt een verrassend hoog niveau. De vleugel profiteert van de kwaliteiten van de SuperNait 2 en zingt de Berceuse op een prachtige manier. Decay en sustain zijn weelderig en mooi. Daarna danst Vivaldi’s muziek door de ruimte in al zijn warmbloedige schoonheid, gevolgd door de cello solo. Net als bij de Lyngdorf staat de cello bijna live in de luisterruimte, alleen maakt de SuperNait 2 er in mijn beleving een iets mooiere cello van. Detailweergave, timing en natuurlijke klank brengen de muziek op een bijzonder mooie manier tot leven.
Conclusie
Verwacht u een “winnaar”? Vergeet het maar. De Naim SuperNait 2 is meer dan twee keer zo duur als de Cambridge Audio Azur 851A. Dan is het niet meer dan logisch, dat de Naim beter klinkt. Toch? Dus geen podium met eerste, tweede en derde plaatsen. In deze test valt op, dat er zo ontzettend veel verschillende technologische oplossingen mogelijk zijn om tot een mooie muziekweergave te komen. En soms, zoals bij de Naim Nait XS 2 en de Linn Majik-I, zijn er twee totaal verschillend gebouwde versterkers die een bijna identiek prijskaartje hebben, maar die qua karakter niet op elkaar lijken. Dat soort dingen vind ik leuk, want dat betekent voor u dat er echt iets te kiezen valt.
De Lyngdorf is een aparte vogel, die technologisch zeer vooruitstrevend is, een grote flexibiliteit aan uitstekende prestaties koppelt en in veel situaties de ideale oplossing kan zijn. Maar niet alleen de software is uitstekend, ook de klankmatige prestaties mogen zich laten zien. De meeste versterkers in de prijsklasse van de TDAI-2170 (en daarboven!) zullen flink hun best moeten doen om zich staande te houden tegenover zo’n concurrent.
Voor mij persoonlijk blijft de Naim SuperNait 2 toch de mooiste geïntegreerde versterker uit deze test. Niet iedereen zal dat met mij eens zijn, maar ik houd nu eenmaal van die versterker. Ach, elke gek zijn gebrek, moet u maar denken.
Naast de Lyngdorf was er nog een verrassing in deze test: de Cambridge Audio Azur 851N. Deze netwerkspeler is neutraal en onopvallend genoeg om met diverse merken probleemloos samen te werken. Ook in combinatie met duurdere versterkers zakt hij niet door het ijs. Pas in combinatie met de SuperNait 2 stootte hij aan de grenzen van zijn kunnen. Dat is een compliment waard!
(*) De zogenoemde “Loudness War” (luidheids-oorlog) is een term die is ontstaan om aan te geven, dat veel digitale opnamen tegenwoordig zo hard mogelijk worden geproduceerd, omdat ze dan ook beter af te draaien zouden zijn op ehh… “minder goede” apparatuur (ghetto-blasters, goedkope plastic “alles-in-één”-setjes van de bouwmarkt, goedkope autoradio’s, etc.). Dit waanidee, dat op puur commerciële motieven berust, is gebaseerd op een ander waanidee: “luider is beter”. Lawaai trekt aandacht. Daarom staat de muziek op bijvoorbeeld audioshows altijd zo trommelvlies-vernietigend hard. Echte muziekliefhebbers en audiofielen weten wel beter.
De gevolgen van die vercommercialiseerde praktijken zijn: een onnatuurlijk gecomprimeerde dynamiek, digitale clipping en een verpeste klankbalans. Bij digitale opnamen is er een harde grens: 0dBFS (dBFS = Decibels relative to full scale). Alles boven die grens kan door veruit de meeste DACs niet worden verwerkt en wordt dus niet weergegeven. Er verdwijnt dus iets. Ik noem dat verminking van de muziek.
De laatste jaren is er een tegenbeweging gaande, waarbij audiofielen elkaar op internet informeren over goede opnamen en zelfs enkele toonaangevende (Duitse) tijdschriften CD’s en downloads een betere waardering geven als ze goed zijn opgenomen en een betere dynamiek laten horen.
Johan
30 december, 2020Omdat ik een Lyngdorf TDAI-2170 heb gehad, kan ik bevestigen hoe goed die is. Toen ik het ding nog maar vrij kort bezat bleek er een opvolger te zijn gekomen, de TDAI-3400. Meer aansluitmogelijkheden en meer vermogen. Ik meende een welhaast perfecte versterker te hebben met de 2170, maar miste af en toe, als het wat luider mocht, een beetje OEMPF. Wat is dat? De absolute heerschappij, niet het idee krijgen dat de versterker het geweld niet aankan. Druk, pure kracht en macht. Dat zou de 3400 wel hebben. En inderdaad. Een hele hap duurder, maar het apparaat doet precies wat ik graag hoor.
Nu er de kleine Lyngdorf is, zou ik met iets minder budget zeker de kleine kiezen. De TDAI-1120. Meer aansluitmogelijkheden etc., dan de duurdere 2170, wel met RoomPerfect….