Netsnoeren, een volkomen controversieel onderwerp binnen de audio en video, waar persoon A zweert bij de betere netsnoeren vindt persoon B dat het allemaal onzin is. Bij Lexicom Multimedia horen wij de verschillen tussen de diverse netsnoeren, kunnen de verschillen beschrijven en adviseren de klanten welk snoer voor hun toepassing het beste presteert. Zoveel als mogelijk gerelateerd aan de prijs van zowel het snoer als het te voeden component. Omdat we zelf willen weten hoe een netsnoer zich gedraagt proberen wij ze uit en vergelijken ze met elkaar. De opvolging van het paarse Chord Company Power Chord door het Shawline Analogue Power Chord is reden genoeg om een set op te bouwen en de oren te luister te gaan leggen.
Waarom?
Bij elk apparaat wordt een netsnoer geleverd, een goedkoop, met hard PVC geïsoleerd snoer zonder afscherming en met aangegoten stekkers. De fabrikant heeft twee redenen om een goedkoop snoer in de doos te stoppen: 1. Hij is het verplicht vanuit de wetgeving om een passend snoer toe te voegen, dat geeft dus extra kosten en daar zit een fabrikant niet op te wachten. 2. De fabrikant weet ook wel dat de goedkope snoeren voor hoogwaardige apparaten niet voldoen en dat de klant zelf een beter snoer van zijn favoriete merk wil kunnen kiezen, waardoor het meegeleverde snoer voor goed in de kast verdwijnt. Uitzonderingen daarop zijn er mondjesmaat te vinden, IsoTek levert bijvoorbeeld bij hun netfilters een volwaardig snoer mee. Voor de rest van de markt zijn er vele netsnoeren te koop, bij Lexicom Multimedia van de merken AudioQuest, IsoTek, Atlas Cables en vanwege de perfecte aansluiting met Naim apparatuur ook van Chord Company. Tot nu toe was dat onder meer het Chord Power Chord, inmiddels opgevolgd door het Shawline Analogue Power Chord, voor dezelfde prijs leverbaar en naar Chord Company zegt verbetert ten opzichte van de eerdere versie. Nu weet ik mede na mijn recente bezoek aan Chord in Amesbury dat zij hun beweringen kunnen staven met luistersessies, toch ben ik eigenwijs genoeg om zelf nog eens met het netsnoer aan de gang te gaan.
Oud en nieuw
Het oude en het nieuwe netsnoer lijken erg op elkaar qua specificaties en waar de afwijkingen zitten blijft een beetje het geheim van Chord. Geleiders hebben een dikte van 14 AWG dat overeenkomt met 2 mm2. Het geleidermateriaal is zeer zuiver koper, bestaande uit dunne koperdraden die worden samengeslagen tot de 14 AWG ader. De aders zijn geïsoleerd met PVC en lopen parallel binnen de dubbellaags afscherming, die op zijn beurt ook geïsoleerd is met PVC. De afscherming bestaat uit geweven koperdraad om de kabel soepel te houden en een folie om 100% af te schermen. In de nieuwe versie is in de afscherming meer koper verwerkt dan in de oude kabel. Heel goed te zien aan de nieuwe kabel is dat Chord ervoor kiest de afscherming NIET aan aarde te leggen. Het is om de geleiders (fase, nul en aarde) een kooi van Faraday, een effectieve afscherming tegen RFI (Radio Frequency Interference) afkomstig van bijvoorbeeld telefoons en tegen Wi-Fi golven van dezelfde telefoon, tablet of ander draagbaar apparaat. Microgolven van magnetrons zijn bekende stoorzenders en zo is er heel veel in en om huis dat straling afgeeft, meestal ongevaarlijk maar wel van negatieve invloed op audio- en videoapparatuur. Gek genoeg en bijna ongeloofwaardig is dat mechanische trillingen eveneens doordringen in audioapparaten via kabels liggend op de vloer. Chord Company gebruikt daarom een zachte PVC soort met mechanisch dempende eigenschappen.
Vergelijk maken
Om de oude en nieuwe kabel te vergelijken staat er een Naim CD5 XS CD speler te wachten, gekoppeld aan een NAC-N 272 streamer/DAC/lijnversterker, een NAP 300DR eindversterker met NAP 300PS voeding en een paar B&W 804 D3 Diamond luidsprekers. Ik zorg dat ik zowel het oude Power Chord als het nieuwe Shawline Analogue Power Chord rechtstreeks in de wandcontactdoos kan steken, zonder tussenkomst van netfilters of een regenerator. Beide netsnoeren zijn één meter lang. Tijdens de eerste luistersessie wissel ik track na track de netsnoeren om aan de CD speler, in de tweede sessie gebruik ik de netsnoeren aan de NAC-N 272 en wissel na het spelen van een paar tracks achterelkaar pas om. Ik zorg dat ik steeds de fase in de gaten houd, fase altijd op de fase van het apparaat en de nul altijd op de nul. Ik let erop dat ik telkens een exact gelijk volume hanteer, met de CD is dat gemakkelijk, tijdens streamen moet ik het op de NAC-N 272 per track aanpassen. Geen valsspelen met veranderende fase of wisselend volume zoals ik kabelfabrikanten stiekem wel eens zie doen tijdens demo’s.
Aan de CD speler
Ik begin met Patricia Barber en haar “A taste of honey” van de CD Café Blue. Eerst het oude Power Chord en dan pas de Shawline Analogue. De verschillen zijn hoorbaar, zo klinkt de nieuwe kabel zachter, zachter in de zin van een rondere meer vriendelijke weergave, waar de muziek eerst in een 1-op-1 vergelijk als opdringerig te beschrijven is. De gitaar op de track blijft met de Shawline nog net zo puntig, wordt wel beter afgezet tegen de achtergrond. Het stereobeeld gaat naar een stapje groter in de breedte met de nieuwe kabel. Slagwerk manifesteert zich nu wel uiterst rechts en links, met de Power Chord was de afstand tussen uiterst rechts en links kleiner. De stem van Barber is vriendelijker geworden in vergelijk met daarnet. Een volgend stuk komt van Jennifer Warnes en heet “First we take Manhattan”. De nieuwe kabel laat ik nu even zitten, van A naar B en van B naar A geeft verschillen vaak gemakkelijker aan. Een fantastische dynamiek op de set valt mij ten deel, wat een klappen en definitie. De weergave strak noemen is onderwaardering. De opname is van zichzelf helaas schel en overgeproduceerd. Als de muziek nu aanhoorbaar is dan verwacht ik straks problemen met de oudere kabel. Spectaculair speelt de Shawline nu zeker vanwege de energie in de opname. Toch is het een schande dat men deze kwaliteit op CD zet en het ook nog eens een 20th Anniversary 24K Gold Edition durft te noemen. Na het wisselen van de Shawline naar de Power Chord is de dynamiek minder spectaculair, de stem wordt een stap irritanter in de opname. Het stereobeeld slinkt en hangt nu tussen de luidsprekers, komt niet meer buiten de fysieke opstelling. Als Warnes uithaalt scheurt er bijna iets kapot. Halverwege de track gun ik mijn oren een fraaiere opname.
De oude Power Chord zit nog aan de CD speler als London Grammar met “Hey now” start. Geen gemakkelijke CD om weer te geven met het zware, afgronddiepe laag waar deze set van smult. London Grammar speelt stukken beter dan Warnes daarnet. Ik houd het volume best hoog want ik wil graag precies horen wat de powerkabels doen aan de set. Bovendien nodigt de set en de muziek daartoe uit. Wisselen naar de nieuwe powerkabel laat als eerste een echo op de stem naar voren komen in het gegroeide stereobeeld, de stem is helderder, dynamiek van instrumenten is op het gehoor groter. De bastonen gaan dieper terwijl ze strakker in de hand gehouden zijn. Het drukken van de bas op de oren is verdwenen, terwijl je merkt dat de energie zich spreidt over een groter frequentiebereik en minstens een halve octaaf wint in de frequentieband. Wonderlijk blijft het dat het wisselen van één goede powerkabel voor één betere al kan schelen in een systeem. Pat Metheny en Anna Maria Jopek zingen/spelen van de CD “Upojenie” de eerste track met de titel “Cichy zapada zmrok”. Met de oude powerkabel is de weergave indrukwekkend in helderheid, neigend naar te scherp op de stem, terwijl de gitaar er juist behoorlijk van profiteert. Het stereobeeld zit wederom tussen de luidsprekers geklemd en komt nauwelijks daarbuiten. De nieuwe kabel maakt de weergave beheerster, laat ik de eerdere onbalans benoemen als “schelheid”, terwijl de transparantie groeit en je zou verwachten dat daarmee de schelheid eerder zou toenemen. Nee, alleen het oplossend vermogen van de speler neemt toe met een betere kabel. Ik kies vandaag kennelijk alleen CD’s die overdreven helder zijn, ook Metheny ontkomt niet aan een randje. Wel fijn om de verschillen tussen de kabels aan te kunnen duiden. Ik merk trouwens ook op dat er meer diepte in de weergave is gekomen, veel meer diepte en dat is eveneens een reden dat de scheiding tussen de instrumenten onderling alleen maar toeneemt. Zonder vervelend te worden, de weergave is juist ontdaan van hardheid en daardoor aangenamer om naar te luisteren.
Streaming vanaf USB
De CD speler gaat aan de kant en maakt plaats voor een USB stick voorin de NAC-N 272 streamer/DAC/lijnversterker. In eerste instantie luister ik met het oude Power Chord gestoken in de netentrée een paar tracks achtereen. Laat ik eens rustig beginnen met “Spiegel im Spiegel” van Arvo Pärt voor een indruk met de oude kabel. Piano staat daarbij hoorbaar achter de cello, heel ijl die piano zoals het behoort te zijn, de cello klagend, wenend in de eenzaamheid. De track wordt gevolgd door “Fever” met Ray Charles en Natalie Cole. Met een lekkere hese stem van Cole, al kan het vingerknippen m.i. natuurlijker klinken. Een prima definitie en het stereobeeld tot net buiten de opstelling van de luidsprekers. Muziek klinkt eigenlijk erg lekker zo, prettiger dan met de CD speler, waarbij vermeldt dat de opnames op de USB stick van betere kwaliteit zijn en zelf geript op een dedicated streamer/ripper/opslag. Ik merk dat ik soepel meebeweeg op de bank en van de muziek geniet. Kan dat straks nog een stap beter worden? De laatste track is “Danny Boy” van Diana Krall samen met The Chieftaines. Met een keiharde “S” op de stem op momenten dat Krall haar keel opent voor meer volume. Subtiele geluiden vallen onder de noemer genieten. Een fluit rechts is bijna tranen trekkend zuiver en ijl. Een achtergrondkoor laat zich subtiel mengen met de soliste en maakt de track af. Zodra ik wissel naar het nieuwe netsnoer, de Shawline Analogue, zorgt dat voor meer lucht om de piano bij Arvo Pärt. De afstand piano tot cello neemt in geringe mate toe, muziek komt zeker losser van de luidsprekers, ik zou kunnen zeggen dramatisch losser, maar dat is niet waar. Je hoort het, bemerkt het, je voelt het, de beleving is intenser geworden en het luisterplezier neemt toe. Ik zorg er nog steeds voor dat volumeniveau ’s exact afgestemd blijven, nooit een streepje harder of zachter met dezelfde track als daarnet. En de fase is uiteraard steeds weer gecontroleerd. Geen andere variabele dan het wisselen van één enkel netsnoer. Al met al komt er meer rust in de weergave, lijkt de oncontroleerbare ruis op het lichtnet verder gedempt. De verbetering kan eveneens te maken hebben met instraling van RFI op de kabel, het nieuwe snoer heeft immers een betere afscherming dan vroeger. Nog steeds werkend als een kooi van Faraday met alleen de derde geleider in de kabel aan aarde.
Met “Fever” krijg ik een gedefinieerd laag, krachtig en dieper met de Shawline, beter in de hand gehouden door de NAC-N 272. Cole’s stem is een tikje rustiger en mist de nare rand als ze uithaalt. Het vingerknippen is duidelijker aanwezig en natuurlijker. Er is ook hier een mate van rust gekomen om het luisterplezier te doen toenemen. De betere spreiding en het loskomen van de luidsprekers maakt de beleving groter en de muziek spannender om naar te luisteren. Steeds een stapje verder komen dan met het oudere snoer is een klein wondertje dat blij maakt. Zoals de kok in de keuken met een extra snufje kruid het eten verrassender weet te maken, zo werkt het bij Chord Company ook. Luisteren, proberen, beredeneren, een proces van weken of maanden om te komen tot een product dat weer een stapje stijgt op de ladder. Nodig om de concurrent voor te blijven, fijn voor de koper van een Chord Company product. Tot slot “Danny Boy” in de versie van Krall. Weg is het grootste deel van de hardheid op de stem van Krall en weg zijn de irritante S-klanken welke echt hard uit de luidsprekers kwamen. De gitaar rechts krijgt extra body mee, Krall komt verder los van de band, de sfeertekening is aangenamer. De fluit is helaas niet langer tranen trekkend moet ik toegeven, zuiver en zeer aanwezig dat wel. Het dameskoor valt met de Shawline Analogue uiteen tot losse stemmen, laat zich beter beluisteren en de dames hebben in het stereobeeld een paar stappen naar voren gezet.
Tot slot
Wat kan ik nog toevoegen aan het bovenstaande verhaal, de prijzen wellicht, voor het Power Chord geldt een sales prijs van € 199,- voor een snoer van één meter (was € 249,-), voor de nieuwe Shawline Analogue Power Chord is de prijs vastgesteld op € 249,- voor één meter. Duurder is het Power Chord niet geworden maar wel beter in performance. Resulterend in een rustiger weergave met minder achtergrond gerommel, een betere definitie van stemmen en instrumenten, een stereobeeld dat breder en dieper kan worden, plus een rondere weergave waarin harde, in de opname soms schelle klanken op een natuurlijker manier de luidsprekers verlaten. Beide Power Chords zijn de moeite en de kosten zeker waard, daarmee is de kabel in de opruiming nu aantrekkelijk, het nieuwe Shawline Analogue snoer gaat een stap verder en verdient een mooi apparaat aan de stekkers waarmee het zich kan ontplooien.