Bluesound Node 2 en AURALiC Aries Mini. Beter geluid of meer opties?

 

Het hele leven bestaat uit het sluiten van compromissen en in het leven van de muziekliefhebber is dat niet anders. Welke apparatuur je ook koopt of van plan bent om te kopen, een compromis over de kwaliteit, de opties en de prijs is onvermijdelijk. Maar welke keuze maak je dan als klant? Toch de opties of toch het andere geluid. In de hoop voor een paar producten de keuze eenvoudiger te maken kijken we vandaag naar de muziekstreamer oplossingen van Bluesound met zijn Node 2 en naar AURALiC met de Aries Mini en maken en passant een uitstapje naar de AURALiC Altair. Streamers die in basis hetzelfde doen: ethernetkabel er in, verbinden met digitale opslag van muziek, zich via een App laten bedienen en vervolgens de binnengehaalde muziek omzetten naar een analoog signaal dat de versterker in kan.

Omgekeerde volgorde

Om duidelijk te krijgen waar de verschillen tussen de Bluesound Node 2 en de AURALiC Aries Mini zitten qua geluid ga ik luisteren en zal pas verder in dit verhaal ingaan op de aansluitmogelijkheden van de twee apparaten. Immers, zoals de titel al aangaf is het niet alleen een kwestie van het beste of voor u meest aangename geluid kiezen, maar spelen de aansluitmogelijkheden en opties een rol. Een opstelling is gemaakt met een Rotel A14 versterker (€ 1.279,-) en een paar Dynaudio Special Fourty luidsprekers (€ 1.499,-/stuk) op Dynaudio stands (€ 200,-/stuk). De streamers sloot ik aan met Atlas Equator Mk III interlinks (€ 99,-/1 mtr) en de luidsprekerkabel is Chord Company Shawline (€ 375,-/2x3mtr). De drie streamers: Bluesound Node 2 (€ 549,-), de AURALiC Aries Mini (€ 499,-) en later de AURALiC Altair (€ 2.099,-) laat ik spelen vanaf identieke USB sticks die achterin de streamers passen. Dat is gedaan omdat in de winkel de Bluesound zijn muziek (tijdelijk) van een andere bron haalt dan de AURALiC en ik zeker wil zijn dat de bronmuziek altijd hetzelfde is en niet kan verschillen in file formaat of resolutie. Het blijkt dat de zo opgebouwde set, die inclusief de Node 2 of de Aries Mini nog lang geen € 6.000,- kost, heel goed in staat is om alle verschillen duidelijk te laten horen en daarbij veel luisterplezier biedt.

Aftrappen

De bal ligt als eerste bij Laurie Anderson die van haar CD “Bright red” het nummer “Same time tomorrow” zingt en speelt. Een beetje wonderlijke muziek, zoals te verwachten is van de weduwe van Lou Reed. Eerst maar eens de Aries Mini die de muziek tussen de fysieke opstelling van de luidsprekers houdt en de muziek direct op de luisteraar afvuurt. De afgebeelde ruimte is beperkt en ook de afbeelding van de instrumenten en de stem is aan de kleine kant. De Node 2 geeft een groter beeld met meer breedte en diepte, horizontaal is de afbeelding vlak waar de Aries Mini de hoogte wel wist te benutten. De Node is rijker aan klank, warmer, wat denk ik te danken is aan de basweergave die duidelijk meer body heeft. Ook is de weergave meer precies dan hetgeen de Aries Mini in de aanbieding heeft. Strakker gedefinieerd. De volgende zangeres heeft een heel ander repertoire en zingt van haar CD “The changing lights” de track “This happy madness”. Hier laat de Aries Mini zien hoe goed de hoogte in het stereobeeld te benutten is, Stacey Kent’s stem staat duidelijk boven de piano afgebeeld, het instrument zit onder de stem en is naar achteren geplaatst. Er is een betere scheiding van instrumenten en stem dan hetgeen de Node 2 laat horen, al is de Aries Mini in direct vergelijk meer technisch van aard. De Node 2 zorgt voor een vollere stem, meer resolutie en meer druk in het laag, is vloeiend in de weergave, heeft als nadeel dat stem en instrumenten in een horizontaal plat vlak door elkaar heen klinken.

Het oude “Planet of New Orleans” van de CD “On every street” van Dire Straits doet het nog altijd goed als testmateriaal. De Node 2 zorgt voor een rollend laag en fraaie intonatie van de instrumenten. De donkere tonen zorgen voor druk in het laag geholpen door een stuwend ritme. De weergave is weer breed en diep. De Aries Mini heeft een ijler klankbeeld waarin de gitaren meer gestoken worden weergegeven. De blazers zijn scherper van klank en er bestaat een betere scheiding tussen de diverse instrumenten dan wat de Node 2 geeft. Toch is de zanger minder goed verstaanbaar dan via de Node 2. Met de door Max Richter opnieuw gecomponeerde versie van “De vier jaargetijden” van Vivaldi zijn de verschillen tussen de Aries Mini en de Node 2 weer evident. In deel 1 van de “Lente” toont de Aries Mini een heel mooie hoogte afbeelding, met helaas weinig diepte en de muziek blijft uiterst links en rechts aan de speakers plakken. De lage tonen zijn terughoudend en niet echt indrukwekkend. Dat is jammer want de toon is zuiver, nergens te scherp, de weergave is vooral levendig en het onderscheiden van diverse musici is eenvoudig. Het compromis is de Node 2 die wel een breder stereobeeld neerzet, verliest in het weergeven van hoogte, zich herstelt met het weergeven van diepte. Muziek komt nu wel los van de luidsprekers, biedt meer druk in het laag, is in totaal bezien genuanceerder wat helaas ten koste gaat van onderscheid waardoor de “Lente” rommelig klinkt onder de handen van Richter.

Van barok naar blues giganten als B.B. King en Eric Clapton die hun “Three o’clock blues” aanbieden in MQA format waar de Node 2 van moet kunnen smullen en waar de Aries Mini niets bijzonders mee kan. Is dat ook hoorbaar dat een MQA file formaat winst geeft als je het kunt decoderen? Ja, dat geloof ik wel want ik noteer dat de Aries Mini de stemmen goed rauw weergeeft, transparant is met een puntige gitaar die past bij de muziek, maar alles wel in de luidsprekers houdt en de weergave slordig maakt. De Node 2 die MQA via de analoge uitgang volledig decodeert maakt de muziek vloeiend en plaatst alles veel beter in de luisterruimte, prachtig los van de luidsprekers in een ruimtelijk stereobeeld. De lage tonen zijn meer benadrukt en dat maakt de weergave wel minder transparant, het voordeel is een rijkere klank met meer nuances op de gitaren en meer precisie in het laten weerklinken van de eigen klank van de instrumenten. Ik sluit dit vergelijk af met het Bobo Stenson Trio en draai “Song of Ruth” van “Cantado”. Het zal geen verrassing meer zijn dat de weergave van de Aries Mini lichter van toon is, nogal vrijblijvend klinkt, wel een berg ritme weet vast te houden, doch over het geheel niet lang boeit. Dat kan de Node 2 wel, boeien, vanwege de rustiger en meer ingetogen weergave die sfeer bepalend is. Zowel de piano als de bast komen tot hun recht doordat ze meer gewicht meekrijgen en vele nuances naar voren komen.

Compromissen

Duidelijk is geworden dat de Bluesound Node 2 winnaar is als het gaat om laagweergave en klankkleur ten opzichte van de Aries Mini die duidelijk lichter van toon blijft. De Node 2 geeft rust aan de weergave die breed en diep wordt geprojecteerd in de luisterruimte, maar nauwelijks hoogte biedt in deze opstelling. Muziek komt goed los van de luidsprekers. De Aries Mini maakt juist wel gebruik van de afbeelding in het verticale vlak, die houdt de muziek in de twee andere dimensies beperkt en kleeft nog wel eens aan de luidsprekers. Door de lichtere weergave in de lage tonen is de Aries Mini transparant en onderscheiding van instrumenten is eenvoudiger dan bij de Node 2, die laatste heeft dan weer als voordeel dat hij dieper tot in de nuances gaat. Met de Bluesound luister je lekker achterover gezakt in een luie stoel, de AURALiC trekt je naar de punt van de stoel en vraagt aandacht. Veel zal dus afhangen van de set die de luisteraar thuis heeft staan en waar de voorkeuren liggen. Wie al veel druk in de lage tonen heeft vanwege de akoestiek zal de Aries Mini dankbaar omarmen. Op een gesloten systeem kan dat zwaardere laag van de Node 2 juist een voordeel zijn. Tenzij je een ander compromis kan sluiten met de portemonnee en kan opstappen naar de AURALiC Altair.

AURALiC Altair

Met de Altair hangt Laurie Anderson’s stem mystiek in de ruimte als een pulserende bol in een ruimtelijk beeld, een beeld dat ook Max Richter schept waarin veel diepte te horen is. De weergave is meer volwassen en rijker aan klank, gaat qua nuances verder en draagt meer details aan. Ook met B.B. King, Bobo Stenson Trio en Stacey Kent noteer ik zaken als: helemaal loskomen van de luidsprekers, snel gitaarwerk en gewicht geven aan bas en drum. De sfeer die muziek moet oproepen varieert van heel teder en gevoelig tot rauw en wild, altijd zweeft de muziek door de kamer en blijft heel compleet en spannend. Waar de Node 2 zijn winst haalde in breedte en diepte of de Aries Mini de hoogte pakte, daar doet de Altair dat allemaal tegelijk. Met als gevolg het goed kunnen plaatsen en onderscheiden van de musici, samen perfect in balans. Als ik voor mijn eigen genoegen van Melody Gardot “The rain” speel geniet ik van lang aangehouden tonen, veel laag dat niet gaat drukken en wel definieert, een saxofoon die door de ruimte zweeft en net als Gardot op een mooie en natuurlijke afstand van de overige bandleden komt te staan. Dat de weergave van een andere orde is dan met de Node 2 of de Aries Mini doet geen afbreuk aan de kwaliteiten van die twee producten die maar een kwart kosten van de Altair. Dus het mag niet alleen beter worden met de Altair, het moet beter zijn. In een volgend verslag gaan we dieper in op de Altair, voor nu laat ik de Node 2 en de Aries Mini weer terug in de schijnwerpers komen.

Opties en verschillen

Zonder de hele lijst met specificaties naast elkaar te zetten kan ik toch een aantal wezenlijke verschillen aandragen tussen de twee systemen, die bepalend kunnen zijn voor de keuze tussen de Bluesound Node 2 en de AURALiC Aries Mini. Zo past in de Aries Mini een (SSD) harde schijf en wordt het een mediaserver in plaats van streamer. Heeft de Bluesound een ingebouwde voeding en werkt de AURALiC met een losse adapter die je kunt upgraden. De Node 2 kan overweg met elke digitale opslag die een shared schijf heeft in het netwerk en benaderbaar is met SMB. De AURALiCkan overweg met een opslag waarop een DNLA server draait of werkt via de eigen Lightning Server voor SMB en is daarmee meer flexibel. De netwerkprotocollen zijn voor de twee merken verschillend. Muitiroom spelen met Bluesound is eenvoudiger en Bluesound biedt daarbij oplossingen als een soundbar en actieve luidsprekers. Bluesound heeft MQA en benut net als AURALiC als internet bronnen TIDAL, Qobuz, WiMP en/of de nodige anderen. Meer overeenkomsten zijn een uitgebreide eigen App, digitale uitgangen via RCA en Toslink, USB aansluitingen voor het binnenhalen en afspelen van muziek plus een interne volumeregeling. De Node heeft een USB aansluiting minder, wel een analoge en digitale ingang, een subwoofer aansluitpunt, een hoofdtelefoon busje en een trigger uitgang. De AURALiC doet AirPlay, ook DSD64/128/256 waar de Bluesound blijft steken op PCM. Het aflopen van uw wensen is gemakkelijk door alle specificaties naast elkaar te leggen en dan af te strepen wat wel/niet gewenst is. Ook dat kan een bepalende keuze worden voor één van de twee merken. Net als de weergave eigenschappen die hierboven staan beschreven. Zaken waarover ik niet kan beslissen voor een potentiele koper en waar de mensen van Lexicom Multimedia u graag verder over voorlichten om tot de voor u beste keuze te komen.

Een punt om te overwegen is dat beide apparaten heel software afhankelijk zijn en dus te upgraden met extra functies. Bluesound geeft al wat langer aan ook DSD te gaan behappen, AURALiC komt met een eigen MQA software decoder uit. Bluesound speelt de files native af, AURALiC wil de mogelijkheid creëren elke file te upsamplen voordat hij geconverteerd wordt. Ook multiroom spelen gaat AURALiC aanpakken. Die laatste twee opties zijn er al in de AURALiC Beta software, het wachten is op de bug vrije release. Een fysieke upgrade met meer poorten komt er nooit, functionaliteit toevoegen in software is eenvoudig. Wees een beetje voorzichtig met u daarop blind staren, belofte maakt schuld, niet ieder merk lost de schuld uiteindelijk in.