Hegel H80 geïntegreerde stereoversterker met ingebouwde DAC – Review

De kleinste Hegel aan de tand gevoeld: “Noors Nieuws”? Of is het “meer van hetzelfde”?

Sinds enige tijd zijn bij Lexicom MultiMedia de geïntegreerde stereoversterkers van het Noorse merk Hegel te vinden. Dit merk is in Nederland (nog) niet heel erg bekend (behalve bij de “connaisseurs” natuurlijk) en dat is jammer, want Hegel heeft meer te bieden dan u op het eerste gezicht zou verwachten. Dus is het weer tijd voor een luistertest.
Wie iets wil lezen over de oorsprong van het merk Hegel, vindt een leuk stukje op de website van Hegel zelf: http://www.hegel.com/about. Daar leest u ook, dat de naam Hegel niets te maken heeft met de gelijknamige filosoof, alhoewel ook het audiomerk Hegel er een duidelijke eigen filosofie op na houdt.

Hegel-H80-versterker-3-lexicom-multimediaHegel H80 – Beschrijving
De Hegel H80 is een compacte versterker (BxHxD= 43 x 8 x 34,5 cm) en weegt 12 kilo, waarvan een behoorlijk deel voor rekening van de dikke 250 VA ringkerntransformator komt. Het uiterlijk is natuurlijk een kwestie van persoonlijke smaak, maar ik vind het gewelfde front met de afgeronde hoeken, de twee ronde knoppen en het centrale display erg fraai. Niet opdringerig, maar toch een eigen gezicht. De letters en cijfers van het display zijn aangenaam groot, zodat ze ook van een afstandje nog goed leesbaar blijven. De versterker staat op relatief hoge voetjes en dat is bewust gedaan om de luchtcirculatie te verbeteren. Hij wordt niet erg warm, dus het lijkt te werken. De H80 is, net als de T-Ford destijds, leverbaar in elke gewenste kleur, zolang het maar zwart is. De aan/uit-schakelaar zit links onder de frontplaat (zodat de symmetrie niet wordt verstoord). Dat is véél praktischer dan een schakelaar op de achterzijde!

De H80 heeft een ingebouwde DAC, die netjes op een eigen printplaatje is gemonteerd en dus letterlijk los staat van het analoge gedeelte. Dat voorkomt beïnvloeding over en weer. U mag mij gerust ouderwets noemen, maar zo zie ik het graag. De DAC in de H80 is afgeleid van de HD11 stand-alone DAC (inmiddels opgevolgd door de DSD-compatible HD12). Het grootste verschil is, dat de DAC in de H80 een Texas Instruments (Burr Brown) PCM1754 DAC-chip heeft in plaats van de AKM-chip in de HD11. Die PCM1754 is niet de modernste chip en bovendien is de USB-ingang adaptief in plaats van asynchroon.
Hebben we hier dan met een verouderde DAC te maken? Nee, absoluut niet! We hebben hier te maken met de kenmerkende manier, waarop Hegel zijn eigen weg gaat en niet de platgetreden paden volgt. Het gaat niet om een bepaalde technologie of een bepaalde ontwerpmethode, maar het gaat om de manier waarop de technologie wordt geïmplementeerd. Dat laatste is veel belangrijker voor het eindresultaat. Hegel volgt niet klakkeloos de gangbare mode en bouwt dus een eigen, verfijnd systeem om de inkomende data te herklokken, dat gebruik maakt van een data-buffer en een zelf ontwikkelde, zeer nauwkeurige klok. Volgens Hegel geeft dat een hoorbaar en meetbaar beter resultaat: het jitter-percentage zou lager zijn dan bij veel “standaard” asynchrone USB receiver-chips.

Maar Hegel is niet fundamentalistisch in zijn opvattingen, want toen men ontdekte dat de USB receiver-chip in de HD25 beter klonk in asynchrone modus (in combinatie met Hegel’s eigen herklok-systeem), heeft Hegel de HD25 asynchroon gebouwd. Die flexibiliteit geeft aan, dat Hegel niet zonder meer op één vaste ontwerpmethode vertrouwt, maar bij ieder nieuw ontwerp steeds naar de beste oplossing zoekt. Zo zou iedereen het eigenlijk moeten doen…

Hegel-H80-versterker-rear-2-lexicom-multimediaVeel versterkers met ingebouwde DACs hebben weinig digitale ingangen. De H80 heeft er maar liefst vijf: twee coaxiale (RCA) en twee optische ingangen plus de eerder genoemde USB-B-ingang. De coaxiale en optische ingangen ondersteunen elke resolutie t/m 24bit/192kHz, de USB-ingang gaat tot 24bit/96kHz, met uitzondering van 88,2kHz. Iets om rekening mee te houden als u een computer aansluit.
Verder vinden we drie analoge aansluitingen, waarvan twee RCA en één XLR (gebalanceerd). Één van de RCA-ingangen kan worden geconfigureerd als home-cinema ingang. Ook is er een line out, voor wie een opnamesignaal nodig heeft. En natuurlijk is er een stel (lekker stevige) luidspreker-aansluitingen aanwezig, alsmede een IEC-aansluiting voor het netsnoer.

De voorversterkersectie is volgens Hegel gelijk aan de P20 voorversterker (afgezien van de gain-stage). En natuurlijk is in de H80 de gepatenteerde Hegel SoundEngine versterkertechnologie te vinden. Kenmerkend zijn de hoge dempingsfactor (volgens Hegel meer dan 1000), de afwezigheid van over-all negatieve feedback en de zeer sterk teruggedrongen vervorming. Die lage vervormingscijfers worden onder meer bereikt door de versterkersecties van elkaar te scheiden. Hierdoor kan elke sectie apart worden ontworpen met de componenten die op die plaats de beste resultaten geven. Het eindresultaat is volgens Hegel een versterker met een natuurlijke klank en een uitstekende dynamiek.

En dan nu de onvermijdelijke alinea met “zeur-punten”: Het is jammer, dat de H80 geen hoofdtelefoonaansluiting, geen digitale uitgang en geen voorversterker-uitgang (pre-amp out) heeft. Ook is de afstandsbediening nogal klein en speelgoedachtig uitgevallen. Een dun plastic apparaatje met microschakelaartjes onder een kunststof folie… ik weet niet wat ik daarvan moet denken. Een dergelijke afstandsbediening verwacht ik eigenlijk niet bij een volwassen stereoversterker. Maar gelukkig is tegen meerprijs een schitterend afgewerkte afstandsbediening van geborsteld aluminium leverbaar, die fijn in de hand ligt en prettig werkt. Dus die laatste heb ik tijdens de luistertest uiteraard gebruikt. Goed, daarmee zijn we aan het eind van het gezeur en dus ga ik nu luisteren.

Gebruikte apparatuur
Om de Hegel H80 aan de tand te voelen, heb ik in verschillende configuraties diverse zaken gebruikt, die qua prijsklasse bij de H80 passen en/of die een logische combinatie met de H80 kunnen vormen: Bluesound Node 2 netwerkspeler/streamer, B&W CM8 S2 luidsprekers, KEF R500 luidsprekers, Chord Epic Twin en Clearway luidsprekerkabels, Chord Cobra interlink, Chord Clearway Digital interlink, AudioQuest Cinnamon optische interlink en de MusicLine PowerIgel voor de netvoeding.
Met de Bluesound Node 2 heb ik via het netwerk muziek afgespeeld vanaf de NAS van Lexicom MultiMedia en vanaf de Tidal HiRes streaming muziekdienst.

Analoog of via de ingebouwde D/A-Converter van de Hegel H80?
Natuurlijk ben ik eerst met de diverse aansluitmogelijkheden van de H80 aan de slag gegaan. De Bluesound Node 2 is daar een lekker handig apparaatje voor, want hij heeft een analoge stereo-aansluiting (RCA) en digitale uitgangen, naar keuze coaxiaal (RCA) of optisch. Maar maakt dat nu zo’n verschil? Heel kort: ja.

Analoog aangesloten klinkt de Bluesound absoluut niet slecht. De DAC die in de Node 2 is ingebouwd, hoeft zich niet te schamen. Zeker niet, wanneer de messcherpe prijs van de Bluesound Node 2 in acht wordt genomen. En de Hegel H80 geeft elk aangeboden signaal zonder problemen weer, waarbij de klank steeds ontspannen, maar gefocust en verfijnd blijft. De H80 laat niets weg en voegt niets toe. En zo hoort het. Dus ook als traditionele analoge versterker hoeft de H80 niet bang te zijn voor de concurrentie. Dat is goed nieuws voor de liefhebbers van analoge bronnen (bijvoorbeeld een platenspeler).

Digitaal optisch aangesloten is de weergave exacter en in de kleinste details beter doortekend, waaruit blijkt dat de DAC van de H80 het wint van de DAC die in de Bluesound aanwezig is. Maar helaas is de klank ook een fractie meer mechanisch en dat vind ik op den duur niet aangenaam. Voor een kwalitatief mindere bron als een TV is de optische aansluiting meer dan voldoende, maar ik weet dat de Bluesound meer in huis heeft en daarom wil ik dat ook horen.

Digitaal coaxiaal aangesloten klinkt de combinatie harmonieuzer. In vergelijking met alle andere manieren van aansluiten vind ik dit zonder meer de beste keuze. Nu is de weergave op z’n fraaist. De DAC klinkt nu accuraat, maar niet klinisch of overmatig analytisch. De detailweergave, maar ook stemmen, articulatie en plaatsing zijn optimaal. Daarom heb ik de andere manieren van aansluiten niet meer gebruikt en alleen geluisterd via de coaxiale digitale aansluiting.

BW_CM8_3Luisteren
Ik ben deze luistertest begonnen met de B&W CM8 S2, omdat dit een zeer populaire luidspreker is, die met veel merken makkelijk te combineren is. Maar ik zocht ter vergelijking naar een tweede set luidsprekers in dezelfde prijsklasse. Lexicom MultiMedia heeft onder meer diverse luidsprekers van KEF in het assortiment, waaronder de hier gebruikte R500. Deze luidspreker wist bij mij tot nu toe weinig enthousiasme op te roepen, maar tot mijn verbazing blijkt de match met de Hegel H80 bijzonder goed te zijn. Dus dit is eindelijk een recensie waarbij ook de KEF R500 gebruikt wordt. Daaruit blijkt maar weer eens, hoe belangrijk de juiste match tussen diverse componenten is!

Ik begin met de laatste single van Johnny Cash, Hurt. Een schrijnend nummer dat hij (bijna) aan het eind van zijn leven uitbrengt en waarin hij terugkijkt op zijn roerige leven. Beide luidsprekers laten duidelijk horen, dat de Hegel ze goed onder controle heeft. De weergave staat met allebei op een onverwacht hoog niveau, dat voor deze prijsklasse zonder meer erg goed genoemd kan worden. De B&W zet een breed geluidsbeeld neer en gaat wat dieper in de bas. Hij klinkt over het algemeen iets warmer, maar met name bij de stemweergave gaat dit enigszins ten koste van de neutraliteit. De KEF geeft een ander beeld: helderder, neutraler, meer op de luisterpositie geprojecteerd, waardoor een iets kleinere “sweet spot” ontstaat. Met de B&W heeft de vleugel meer impact, met de KEF is de stemweergave neutraler. Kies maar wat u het mooiste vindt. De Hegel zorgt met beide luidsprekers voor een doortekende en gedetailleerde weergave en ik kan niet anders zeggen dan dat de H80 zeer muzikaal klinkt. Een goed begin!

KEF-R500-Wh-1-lexicom-multimediaNu volgt Andrea Bocelli met het nummer Io Ci Saro van het album Vivere. Dit nummer, met de geweldige pianosolo’s van de Chinese pianist Lang Lang, is een mooie test voor de dynamiek- en transiënt-weergave. De H80 laat meteen horen, dat hij daar geen enkele moeite mee heeft. Met dank aan de forse voeding en de Hegel SoundEngine. De abrupte inzet van het orkest, gevolgd door de vleugel, wordt zonder enig probleem uit de luidsprekers geknald. Goed gedefinieerd, de plaatsing is duidelijk, de detailweergave is uitstekend. En weer zijn de verschillen duidelijk: de B&W met de bredere weergave en de steviger bas, de KEF met de scherpere focussering en de fraaiere stemweergave. Het karakter van de weergave is zeer consequent, wat aangeeft dat de H80 zelf zeer weinig bijdraagt aan de klankkleur, waardoor de karakters van de aangesloten luidsprekers goed tot uiting komen. Opvallend is ook, dat de H80 niet gaat schreeuwen als ik het volume opvoer. Het geluid wordt alleen harder, maar ontaardt nooit in bot lawaai. Het blijft altijd muziek, alleen luider. Erg prettig.

Over stemmen gesproken: natuurlijk mag de engelachtige stem van Alison Krauss niet ontbreken. Ik kies voor het titelnummer van het album New Favorite. Een nummer dat ik zo langzamerhand ken als mijn broekzak. Ik verwacht inmiddels het één en ander van de H80, maar toch ben ik verbaasd over de weergavekwaliteit. De H80 laat de baslijn, die als een hartslag onder het nummer door loopt, mooi subtiel en melodieus uit de luidsprekers komen. En ook de stem van Alison, die me nog steeds kippenvel geeft, komt uitermate subtiel uit de conussen. Met name in combinatie met de KEF laat de H80 echt elke nuance, elke stembuiging, elke trilling horen, samen met haar subtiele articulatie. Maar ook het brede, volle geluidstapijt van de B&W is erg lekker om naar te luisteren. De zangerige dobro van Jerry Douglas vloeit heerlijk uit de luidsprekers en ook al is bij de opname iets te ruimhartig gebruik gemaakt van reverb (kunstmatige galm), de sfeer van het nummer staat als een huis en wordt door de Hegel uitstekend overgebracht. Dat de bas snaarstrak is door de hoge dempingsfactor, speelt daarbij een belangrijke rol. Een zo strak gecontroleerde bas in deze prijsklasse? Wauw…

Rutter-requiem-cdA Gaelic Blessing uit het Requiem van John Rutter, gezongen door Turtle Creek Chorale, is een prachtige opname van Reference Recordings die boven elke twijfel verheven is. De klanken van het grote koor, de subtiele harp- en orgeltonen in de begeleiding, het komt allemaal fraai op me af. Opvallend is, dat stille passages ook echt stil zijn, hetgeen aangeeft dat de H80 bijna niet ruist en dus dergelijke muziekstukken ook goed kan weergeven. De B&W vind ik een tikkie te romantisch bij dit muziekstuk, maar de KEF maakt er bijna een concert van. Ook de afmetingen van de opnamelocatie, het Meyerson Symphony Center in Dallas, Texas, worden vooral via de KEF redelijk goed hoorbaar, al zal een zwaardere versterker dat wellicht nog beter kunnen. Maar al met al: geen slechte prestatie van de H80!

Conclusie
Wanneer in deze prijsklasse een geïntegreerde stereoversterker met ingebouwde DAC wordt aangeboden, kunnen er grofweg twee dingen gebeuren: òf de versterker is uitstekend en de DAC is niet meer dan een soort alibi-DACje, òf de versterker en de DAC geven de indruk dat op beide onderdelen is bezuinigd om ze samen voor een scherpe prijs te kunnen aanbieden. In beide gevallen is niet echt sprake van een geslaagd en hoogwaardig eindproduct. Dan is een DACloze versterker in combinatie met een losse DAC sterk te prefereren. Maar dat is dan wèl een duurdere oplossing en dat was niet de bedoeling. Terug naar af; geen bonuspunten.

Hegel is bij het ontwerpen van de H80 gelukkig niet in die valkuil getrapt. Zowel de versterker als de DAC leveren prestaties die van de H80 een zeer aantrekkelijke muziekmachine maken. Een goed, doordacht en fraai uitgevoerd ontwerp, een slim aantal zinvolle aansluitmogelijkheden en een grote flexibiliteit zorgen er in combinatie met de uitstekende weergavekwaliteit voor, dat de Hegel H80 een bijzonder aantrekkelijk product is, dat weinig concurrentie te duchten heeft. Ik ben me er van bewust dat een dergelijke zin rechtstreeks uit een reclamebrochure lijkt te komen, maar toch is het zo.

Als Hegel nu alleen nog even aandacht besteedt aan mijn “zeur-punten” (zie hierboven), dan ben ik helemaal tevreden. Zo eenvoudig is dat. Ik ben helemaal niet extreem veeleisend. Dat lijkt maar zo.

chord-epic-speaker-cable-lexicom-multimediaP.S.: Luidsprekerkabels
Tenslotte nog één opmerking over de luidsprekerkabels. Ik heb al mijn luisterwerk gedaan met de Chord Epic Twin. Een erg fijne luidsprekerkabel met een zeer scherpe prijs/kwaliteitsverhouding. Een kabel die uitstekend past bij de Hegel H80 en de KEF R500 of de B&W CM8 S2. Alle componenten van de set bevinden zich zodoende op hetzelfde kwaliteitsniveau.
Maar helaas is niet iedereen bereid om te investeren in deze luidsprekerkabels. Daarom heb ik tevens een goedkoper alternatief beluisterd: de Chord Clearway. Een luidsprekerkabel die eveneens veel kwaliteiten in huis heeft en die hoorbaar uit dezelfde grote Chord-familie komt.

De Clearway is een voordeliger alternatief voor de Epic Twin. Natuurlijk lever je wel iets in qua weergavekwaliteit, maar dat is logisch. De belangrijkste verschillen: het stereobeeld is iets compacter, de detailweergave is weliswaar goed, maar niet zo verfijnd als bij de Epic Twin, de focussering is iets minder en tenslotte brengt de Epic Twin meer rust in de weergave. De Clearway is het kleinere broertje, de Epic Twin is al volwassen. De keuze is aan u.

Hegel H80 bestellen? Klik hier.