DAC-review: De NAD M51 DAC neemt het op tegen de Naim DAC-V1

Twee vergelijkbaar geprijsde DAC’s: meer van hetzelfde of totaal verschillend?

DAC’s zijn “hot”. En niet een klein beetje, maar echt gloeiend heet. Behalve het opwaarderen van een ouder wordende CD-speler of een nieuwe BluRay-speler (die lekker goedkoop was bij een discounter, maar die thuis toch niet zo goed blijkt te klinken), kan ook streaming audio vaak flink profiteren van een hoogwaardige DAC. De flatscreen-TV’s, die een mooi beeld maar een magere klank hebben, kunnen via een DAC op de audioset worden aangesloten. En tenslotte willen steeds meer mensen een laptop als muziekbron gebruiken, waardoor een USB-aansluiting onontkoombaar is geworden.

Er zijn zeer betaalbare DAC’s (zie deze recensie), versterkers met ingebouwde DAC’s (zoals deze twee) en zwaar kaliber High End DAC’s. Het middensegment DAC’s blijft, gek genoeg, een beetje onderbelicht.
Daar ga ik vandaag iets aan doen. Want naast de fantastisch klinkende Naim DAC-V1 (zie de recensie deel 1, 2 en 3) is er sinds enige tijd ook een vrijwel gelijk geprijsde DAC van NAD.

Beschrijving
De Naim DAC-V1 heb ik uitgebreid beschreven in bovengenoemde driedelige recensie, dus ik richt me hier op de NAD M51 Direct Digital DAC, zoals hij voluit heet.
NAD is bekend van betaalbare audiocomponenten, die veel beter klinken dan je zou verwachten voor die prijs. Maar NAD bouwt ook de duurdere “Masters Series”, die op een hoger segment mikt. De M51 is onderdeel van die “Masters Series” en heeft dus heel wat toptechnologie onder de kap. De basis van de M51 is de door NAD ontwikkelde “Direct Digital“-technologie. Inkomende digitale signalen worden omgezet van PCM (Pulse Code Modulation) in PWM (Pulse Width Modulation) met een samplerate van 844kHz, gecontroleerd door een 108MHz processor/clock die het signaal tevens herklokt. Hierdoor wordt jitter bijna geheel geëlimineerd. De 35bit architectuur biedt genoeg “headroom” om ruis- en vervormingswaarden extreem laag te kunnen houden. Het signaal blijft bijna het hele traject digitaal; pas vlak voor de uitgangen wordt het omgezet naar analoog. Uiteraard met een Klasse A schakeling. NAD heeft in de M2 versterker/DAC ervaring opgedaan met deze werkwijze en het klankmatige resultaat is zó goed, dat NAD deze technologie nu ook in een “losse” DAC heeft ondergebracht.

NAD-M50-en-M51-Lexicom2De M51 is, net als de Naim DAC-V1, ook als digitale voorversterker te gebruiken en is daartoe voorzien van een digitale volumeregeling op basis van een DSP-chip. De DAC-V1 heeft een digitaal gecontroleerde analoge volumeregeling. Beide volumeregelingen werken uitstekend, maar ik heb toch een lichte voorkeur voor de Naim-oplossing. Misschien omdat ik zelf ook uit het analoge tijdperk stam…
Let op, dat u de afstandsbediening niet kwijtraakt, want die is noodzakelijk voor de setup en de volumeregeling; behalve knoppen voor On/Standby en ingangskeuze zijn op het front geen knoppen/schakelaars aanwezig.

Een woord van lof voor de centrale display: de helderheid is instelbaar en hij is ook op enige afstand goed te lezen. Op de display worden de gekozen ingang, het volume (bij gebruik als voorversterker) en de inkomende samplerate aangegeven. Dat laatste is ideaal om bijvoorbeeld te controleren of de juiste resolutie door de bron aan de DAC wordt verzonden.

Aan de achterzijde zijn gebalanceerde (XLR) en single ended (RCA) uitgangen aanwezig. Verder zes digitale ingangen: AES/EBU (XLR), S/PDIF (RCA) TOSLink, USB (asynchroon), 2x HDMI. Alle aansluitingen accepteren PCM-signalen t/m 24bit/192kHz. Vervolgens is er een HDMI uitgang, een USB-ingang voor upgrades (vanaf een USB-stick) en de nodige systeem-aansluitingen: een RS232-poort voor domotica-systemen, een 12V trigger en IR IN. Tenslotte een aan/uit-schakelaar en de aansluiting voor het netsnoer.
Opvallend zijn de HDMI-aansluitingen: u kunt een BluRay-speler aansluiten, waarbij het audiosignaal door de M51 wordt opgepikt, terwijl het beeldsignaal via de HDMI-uitgang wordt doorgegeven aan de TV.
Hier hebben we tevens een verschil te pakken: de M51 heeft HDMI-aansluitingen, de DAC-V1 niet. Maar de DAC-V1 heeft een Klasse A hoofdtelefoonversterker aan boord en dat heeft de M51 niet. De keuze is aan u.

Gebruikte apparatuur
De luisterruimte van Lexicom MultiMedia met daarin: Naim Supernait 2 geïntegreerde versterker, B&W 804 Diamond luidsprekers, NAD M50 netwerkspeler, NAD M51 DAC, NAD M52 digitale muziekopslag, Naim DAC-V1, Chord Signature Tuned Aray analoge en digitale interlinks, Chord Signature luidsprekerkabels en een MusicLine PowerIgel voor de stroomvoorziening.

Luisteren
Om te beginnen het overbekende Keith don’t go van de CD Nils Lofgren Acoustic Live. Heel cliché, ik weet het, maar het geeft vaak een goede eerste indruk van de mogelijkheden van de te beluisteren apparaten. De M51 geeft een helder, gedetailleerd beeld met een breed en diep stereobeeld. Alle geluiden van het bespelen van den gitaar komen duidelijk uit de luidsprekers. Het geluid van de snaren, de klankkast en de attack van de aanslag zijn messcherp gedefinieerd. Ook de geluiden van het publiek en de ademhaling van Nils Lofgren zijn goed hoorbaar. Opvallend is ook de ruime aanwezigheid van akoestische informatie, waardoor ik bij wijze van spreken de zaal kan horen.
De DAC-V1 is in vergelijking iets ronder, misschien iets zachter. De attack is niet zo messcherp, de “bijgeluiden” (adem, publiek) zijn iets minder geprononceerd aanwezig. Het geheel is iets rustiger, op een lekkere manier. Dat wil niet zeggen dat de Naim een mindere detailweergave heeft, maar hij concentreert zich iets meer op de muziek en laat de rest een stapje terug doen. De percussie op de kast van de gitaar is zelfs iets mooier, met meer diepte. Ik heb niets te klagen; het klinkt met beide DAC’s bijzonder mooi, maar er zijn accentverschillen.

Een nummer dat mij ook altijd terugvoert naar mijn (analoge) jeugd, is Old and Wise van het album Eye In The Sky van The Alan Parsons Project. Ook hier is de M51 weer supergedetailleerd en kristalhelder. Het weergavebeeld is transparant van voor naar achter. Bekkens zijn erg goed en gedefinieerd (geen onduidelijk gesis), de violen vloeien mooi door en de stemweergave is schitterend. De drums hebben een prachtige attack, ik voel de klappen bijna. Ook de saxofoon in het laatste deel heeft dat lekkere scheurende randje, waar ik van houd. Een nadeel is de iets te duidelijke “s”-klanken, die soms nèt iets te scherp zijn in deze opname.
De DAC-V1 laat het nummer op dezelfde, zeer realistische manier horen. Ook hier een prachtig groot stereobeeld, waarbij de stem iets meer vóór de band staat. De bekkens zijn een tikkie minder op de voorgrond aanwezig, maar dat is niet storend. Ondanks de iets rondere afstemming zijn ook hier de drums lekker stevig en het randje aan de sax is net zo lekker kippenvel-opwekkend aanwezig. Het voordeel van de DAC-V1: iets minder scherpe “s”-klanken. Dat is wel lekker, want op den duur kan die scherpte gaan storen. Maar nogmaals: dat is afhankelijk van de opname.

adele-lexicomDoor naar Adele met Make You Feel My Love van het album 19. De M51 heeft mij helemaal in zijn greep: de vleugel is zó mooi, dat ik “WAUW!” opschrijf. Wat een klankrijkdom! De stem van Adele staat duidelijk vóór de instrumenten, met enige afstand. Dat maakt het podium heel diep en de weergave ruimtelijk. De tweede stem staat op de juiste afstand achter de stem van Adele. Strijkinstrumenten zijn mooi vloeiend en individueel gedefinieerd. De prachtige, doortekende presentatie is echt onverwacht mooi, want deze CD is niet bijzonder goed opgenomen. Des te meer respect heb ik voor de M51, die er op een bewonderenswaardige manier muziek van maakt, zonder de fouten in de opname te verdoezelen. Ik kan niets anders doen tijdens dit nummer, omdat de M51 mij dwingt om te luisteren.
Ook hier laat de DAC-V1 zijn eigen versie van dit nummer horen. De vleugel is exact even mooi als bij de M51, dus daar geniet ik opnieuw van. Het is ongelooflijk dat zulke relatief betaalbare DAC’s met zo’n klankrijkdom smijten. De DAC-V1 is iets minder “in your face”, maar het nummer blijft even boeiend. De stem van Adele heeft dezelfde nuances, maar omdat de DAC-V1 iets warmer is, krijgt het nummer een iets intiemere klank, waardoor de emotie nòg beter overkomt. Alle instrumenten klinken heel natuurlijk. Het is moeilijk om tussen de M51 en de DAC-V1 te kiezen.

arabesque-cover-lexicom-multimediaHet klassieke werk komt aan bod. En ja, u raadt het al: mijn favoriete gereedschap is wederom de CD Arabesque van Crystal Cable. Een prachtige sample-CD met een uitstekende opnamekwaliteit Ik beloof dat ik naar andere referentie-CD’s op zoek zal gaan, maar dan moeten ze wel net zo goed zijn!
Omdat de vleugel bij Adele zo mooi klonk, kies ik nu track 10, de Berceuse van Chopin. De M51 stelt niet teleur: Gedetailleerd, natuurlijk, ruimtelijk en boeiend wordt het instrument voor mij neergezet. De hoge klanken twinkelen door de luisterruimte en de lage tonen vormen een fraai en diep fundament. De muziek komt tot leven en sleept me mee. Wat moet ik nog meer zeggen? Zo kan een vleugel klinken wanneer hij wèl goed is opgenomen!
De DAC-V1 is eveneens een meester in het overtuigend neerzetten van een grote concertvleugel. Vol, rijk en genuanceerd wordt het hele kleurenpalet in de luisterruimte geschilderd. Iets warmer en een nuance donkerder dan de M51. De ijle ruimtelijkheid van deze track is volop aanwezig en geen detail ontgaat me. De klankkast van de vleugel is mooi aanwezig en opnieuw weet ik niet, aan welke presentatie ik de voorkeur moet geven. Met dit nummer is er weliswaar een verschil in klank, maar niet in kwaliteit.

Track 15, de Suite voor cello solo van Bach is gesneden koek voor de M51. De klank van het prachtige instrument wordt bijzonder realistisch gepresenteerd en werkelijk elk detail is hoorbaar. Of het nu de strijkstok is of de ademhaling van Pieter Wispelwey, de diepe klank van de kast of het geluid van de gestreken snaren, het komt allemaal met even veel overtuiging uit de luidsprekers. De presentatie van de M51 is zó goed, dat er een duidelijk “live-gevoel” bij mij opkomt. Ik weet donders goed hoe een cello “live” klinkt en de M51 zit er echt héél dichtbij.
Tja, en eigenlijk kan ik van de DAC-V1 ongeveer hetzelfde zeggen. Met één verschil: door de iets rondere, warmere klank van de DAC-V1 komen niet alle microdetails met dezelfde kracht op de voorgrond te staan en dat geeft een ander effect. Het doet niets af aan de levensechtheid van de cello of de emotie van het spel van Pieter Wispelwey.

Om de verschillen nogmaals te beluisteren, kies ik track 8, een kort stukje gitaarspel door de Katona Twins. Het Allegro uit de Trio Sonata RV85 van Vivaldi. De M51 maakt goed onderscheid tussen de twee gitaren en zet beide instrumenten met grote precisie neer. De klanken dwarrelen kristalhelder door de luisterruimte en elk detail wordt met grote zorgvuldigheid weergegeven. Het tokkelen van de snaren, de microdynamiek, de resonerende klankkasten en het vrolijke gitaarspel laten dit stukje muziek dansen van plezier.
De Dac-V1 laat horen, dat hij dat minstens nèt zo goed kan. Met alweer het verschil, dat de allerkleinste microdetails wat naar achteren worden geplaatst. Dat is kennelijk een bewuste keuze van Naim, maar het luisterplezier is er niet minder om. Dus geen kwaliteitsverschil, maar een andere opvatting. En ik moet zeggen, dat ik de DAC-V1 ook erg lekker vind klinken.

Nu even geen solo-instrumenten, maar een barok-orkest dat een stuk van Vivaldi speelt uit La Stravaganza. De M51 heeft er duidelijk veel plezier in. Met veel energie en bruisende vrolijkheid komt de muziek op mij af. Alle melodielijnen en instrumenten/instrumentgroepen zijn duidelijk te volgen in het brede en diepe stereobeeld. Zeer gedetailleerd en (alweer) kristalhelder, zodat ik echt helemaal niets hoef te missen. Heerlijk! De M51 is fantastisch transparant, zodat echt elk nootje hoorbaar is. Niets verdwijnt in de mist en de kwaliteit van de opname maakt het muziekgenot alleen maar groter. Hoe zou de DAC-V1 dit stuk aanpakken?
Heel simpel: op de Naim-manier. Zeer muzikaal, gedetailleerd, doortekend, levendig en aansprekend. Ook hier hoef ik niets te missen, alleen wordt alles nèt iets ronder, iets warmer gepresenteerd. Je zou verwachten dat je dan details gaat verliezen, maar dat is niet zo. Absoluut niet. Beide DAC’s maken mij vrolijk, ieder op hun eigen manier.

Tenslotte een groot symfonie-orkest met de Danse Macabre van Saint Saëns. De M51 leeft zich uit en laat de grootschaligheid van dit orkest en de dynamiek van dit stuk volledig tot z’n recht komen. De luisterruimte is bijna te klein voor het grote stereobeeld van de M51. Ik luister niet zomaar naar de muziek, nee, ik beleef de muziek! De schitterend vloeiende violen, de xylofoon die eigenwijs z’n plek opeist, de heftige slagen op de pauken, maar ook de triangel die, ook al is hij nog zo klein, boven het stuk uit te horen is.
Ook de DAC-V1 laat dit muziekstuk schitteren en maakt deze laatste track tot een belevenis. De dreigende opbouw vanuit de cello’s, de violen die er bij komen en uiteindelijk het complete orkest, dat de luisterruimte vult: de DAC-V1 heeft er geen enkele moeite mee. De rust in het weergavebeeld, de karakteristieke Naim-klank die altijd weer aantrekkelijk is, het maakt deze recensie boeiend, maar ook moeilijk.

Conclusie
Beide DAC’s laten duidelijk horen, waar zij in de DAC-hiërarchie thuishoren. Ze zijn hoorbaar beter dan de “kleine” DACjes, maar halen net niet het niveau van de “grote” DAC’s. Maar ja, die zwaargewichten hebben dan ook een prijskaartje dat bijna twee keer zo hoog is (of nog erger).
Beide kandidaten hebben duidelijk hun plaats veroverd in het middensegment en laten duidelijk horen, dat dit middensegment de moeite zeker waard is. Het loont om te investeren in een goede DAC!
Elk van beide DAC’s heeft z’n specialiteiten: de NAD M51 heeft de HDMI-aansluitingen, de Naim DAC-V1 heeft een Klasse A hoofdtelefoonversterker aan boord. Maar qua weergavekwaliteit krijgen beide DAC’s een uitstekend rapport. De M51 is kristalhelder en zeer transparant. Dat is ontzettend mooi en maakt de M51 bijzonder aantrekkelijk, maar kan bij minder goede opnamen ook een schaduwkant hebben: garbage in is garbage out.
De DAC-V1 is iets warmer, iets ronder en daardoor bij minder goede opnamen iets meer vergevingsgezind. Qua detailweergave, stereobeeld en natuurlijkheid geeft hij niets toe op de M51.

Welke DAC de beste is? Moeilijk te zeggen. Beide DAC’s staan garant voor een hoogwaardige muziekweergave. De keuze hangt mede af van uw audioset en uw smaak. Ik zou in elk geval de NAD M51 beluisteren, want dat is echt een spectaculair goede DAC. De M51 wordt in vele internationale recensies de hemel in geprezen en dat is terecht, want hij heeft heel veel kwaliteiten. Maar onthoud: garbage in is garbage out.
Wie een Naim-set heeft, zal eerder voor de Naim kiezen en heeft dan aan de DAC-V1 een uitstekende DAC, die net niet zo goed is als z’n grote broer, maar er wel hoorbaar van afstamt. Helaas wordt de fraaie DAC-V1 een beetje onderschat. Dat is jammer en volkomen onterecht, zoals uit deze vergelijkende luistertest blijkt.
Afhankelijk van de rest van de audioset zou ik met beide DAC’s “lang en gelukkig” kunnen leven.